Opinie

Reactie op artikel van Niels Kolman over Wilders-cartoonwedstrijd

30-08-2018 21:41

Woensdag verscheen op TPO het opinie-artikel Waarom een Mohamed-cartoonwedstrijd een slecht idee is van Niels Kolman, die zich uitspreekt tegen de cartoonwedstrijd van Wilders. De belangrijkste reden om deze niet te organiseren is volgens hem, ik citeer: “Het voelt niet lekker” en: “Volksvertegenwoordigers gaan zich bemoeien met religieuze en kunstzinnige zaken”.
Kolman maakt hier een denkfout. Wilders doet geen pogingen om inhoudelijk richting te geven aan religie of kunst. Hij organiseert immers slechts een wedstrijd. Het staat voor- én tegenstanders van de profeet vrij inzendingen te doen.

Nu is het een aardige denkoefening om je af te vragen hoe het zou ‘voelen’ (om in de terminologie van Kolman te blijven) als een Tweede Kamerlid een expositie zou organiseren over transgenders of homosexuelen. Over slavernij of bijvoorbeeld hippe onderwerpen als plastic in de oceaan. Er zou geen haan naar kraaien, er zou hooguit wat applaus klinken. Misschien wat licht gemor over verspilling van tijd. Maar zeker geen brede en indringende roep om het niet te organiseren.

Kolman vraagt zich publiekelijk af: “Wat kan Mohammed mij schelen?”.
Dit is een merkwaardig argument tegen de wedstrijd die Wilders wil organiseren. Wat kan mij het concertgebouworkest schelen? Wat kunnen mij gehandicapten schelen? Wat kunnen mij artsen en verplegers schelen, ik ben immers niet ziek? Op dezelfde manier is het totaal niet van belang of dit initiatief Kolman iets kan schelen. Ik vermoed zelfs sterk dat Wilders niet bekend is met het bestaan van de heer Kolman. En of Wilders al dan niet ingehuurd wordt voor het organiseren van dit initiatief doet niets ter zake. Ten eerste staat het een Kamerlid vrij invulling te geven aan zijn werk op de manier die hem goeddunkt, ten tweede is het niet uit te sluiten dat een groot deel van zijn kiezers juist op hem hebben gestemd vanwege dit soort initiatieven (zie ‘Fitna’) en ten derde is het niet duidelijk of hij deze activiteiten zelfs wel uitvoert in zijn werktijd als Kamerlid. Misschien is het wel een hobbyproject in zijn vrije tijd bij gebrek aan de mogelijkheid om in vrijheid en veiligheid een ijsje te gaan eten in de Efteling. Zoals normale mensen hun tijd kunnen doorbrengen.

En dan is er nóg een non-argument van de heer Kolman: “Waarachtig geëngageerde kunst moet altijd van de kwetsbare burger komen”.
Weer drie argumenten. Ten eerste is een Kamerlid een burger en geen ambtenaar. Ten tweede is Wilders behoorlijk kwetsbaar, hij heeft niet voor niets voortdurende bescherming nodig. En ten derde leven we in een tijd waarin geen enkele normale kunstenaar de profeet durft af te beelden omdat niemand wil eindigen als de Thoe van Gogh. De ‘gewone’ burger wordt verboden dit soort uitingen te doen op risico van een particulier uitgevoerde doodstraf. En daarmee is dit initiatief van Wilders belangwekkender dan het gemiddelde geklieder in het stedelijk, een gesubsidieerde poetry-slam met gratuite hinkstaprijm, het gemiddelde cabaretprogramma van Sanne Wallis de Vries op de NPO of een Dipsaus-podcast die gretig uit de koektrommel van publieke middelen wordt gesubsidieerd. Wanneer kan ik Kolman horen fulmineren over de onnodigheid van dit soort wanstaltigheden?

‘Vrije denkers zijn overal maar worden ook overal onderdrukt’

Wie als politicus het secularisme voorstaat dient zich niet met kunst en religie te bemoeien, maar er is wel degelijk reden, zelfs noodzaak, om je als politicus bezig te houden met de vrijheid je te uiten. Regelmatig hoor ik de verzuchting langskomen ‘wat bereik je nou met zo’n expositie’. Ik durf te stellen: heel wat. Ik durf te stellen dat er in Pakistan deze dagen een felle discussie woedt over deze materie. En dat er wellicht één of twee mensen daar, in plaats van een ticket te boeken om hier met een mes iemand de strot te komen doorsnijden, zich in hun lokale taal en dialect zullen horen fluisteren ‘Verrèk, een grapje over de profeet. Briljant, nooit aan gedacht, maar dat kan natuurlijk ook!’. Of zelfs ‘Ik ben niet alleen in mijn afkeer van dat religieuze fascisme waarmee ik mij omringd weet”. Want vrije denkers zijn overal maar worden ook overal onderdrukt.

NB: dit artikel werd geschreven vóór Wilders de cartoonwedstrijd introk.