Gelijkheidsdenken linkse liberalen heeft weinig raakvlak met maatschappelijke werkelijkheid

02-09-2018 14:24

Professor Ankersmit zei onlangs in een interview met Filosofie.nl dat strenge christenen politiek asiel geweigerd zou mogen worden. De aanleiding hiervoor was dat ook sommige islamitische asielzoekers uit Syrië worden geweigerd als zij er extremistische ideeën op nahouden. Met deze uitspraak laat Ankersmit zien niet erg op de hoogte te zijn van de werkelijkheid van christelijke asielzoekers in ons land. Bovendien veronderstelt hij dat de overheid mag oordelen over iemands geloofsovertuigingen.

Mijn eerste punt van kritiek op Ankersmit is dat de aanpak waar hij voor pleit in Nederland al aardig vorm heeft gekregen. Het geloof van christenen wordt door IND-medewerkers nu ook al beoordeeld. Dat zit zo: veel christelijke asielzoekers, met name uit Iran, Afghanistan en Pakistan, zijn ex-moslim of bekeren zich in Nederland tot het christendom. De overheid is bang dat sommigen hun bekering voorwenden om zo meer kans te maken op een positieve beoordeling. Bij de beoordeling van de asielaanvraag wordt de vluchteling dan ook gescreend op de authenticiteit van de bekering. In samenwerking met kerken en godsdienstpsychologen is daarvoor een zogenaamde bekeringstoets opgesteld, die de ambtenaar moet helpen een evenwichtige afweging te maken. Mijns inziens de huidige situatie onwenselijk. Ook al is de bekeringstoets in samenwerking met kerken opgesteld, is het strijdig met de scheiding van kerk en staat dat een ambtenaar moet oordelen over de oprechtheid van iemands geloof.

Ten tweede is het zo dat de verklaring van de asielzoeker wel heel sterk moet zijn. Als hij niet overtuigend genoeg is, zal er in veel gevallen negatief worden geoordeeld. Nu komt het voorstel van Ankersmit daar nog eens bij, om bij christenen ook maar eens op te letten of ze niet te stellig of te streng in hun geloof zijn. Want als ze ‘in hun eigen wereldje’ blijven zitten, dan is het beter om ze uit te wijzen. Dat wordt dus een hele evenwichtsoefening voor de gelovige. In een chaotische periode van migratie en asielaanvraag, moet deze – vaak met tussenkomst van een tolk die zelf moslim is – een overtuigend, maar niet te fanatiek verhaal vertellen over zijn christelijke geloofsovertuiging.

Het zal best gebeuren dat er mensen zijn die om opportunistische redenen zeggen dat ze bekeerd zijn of zich zelfs laten dopen. Maar nu moeten de goeden zeker onder de kwaden lijden. Bovendien is het zo dat juist christenen de dupe worden van dergelijke gewetensvragen, omdat er in de seculier-liberale kringen van ambtenaren en politici aanmerkelijk minder sympathie is voor het christendom dan voor de islam. In het Verenigd Koninkrijk bleek onlangs dat christelijke asielzoekers uit Syrië stelselmatig geweigerd werden.

Een laatste punt van kritiek is dat Ankersmit een liberaal cultuurideaal veronderstelt, dat de asielzoeker wel tot op zekere hoogte moet delen. Al snel wordt het verband gelegd met de ‘streng christelijke geloofsgroepen in Nederland’. Die gereformeerden zijn wel beschouwd toch ook een soort salafisten. Ook die kunnen een gevaar vormen voor de samenleving, meent Ankersmit. Maar wie bepaalt nu uiteindelijk wat de Nederlandse normen en waarden zijn en of iemand daar wel in voldoende mate aan voldoet? Ik ben naast behoudend christen ook nog eens een verschrikkelijke cultuurpessimist. Als ik langs de liberale meetlat van Ankersmit moet, zou ik waarschijnlijk ook als een gevaar voor de samenleving worden aangemerkt. Ik behoud mij graag het recht voor om maar een beetje in mijn eigen wereldje te leven.

We raken eraan gewend dat we met het oog op terreurdreiging allerlei burgerlijke vrijheden kritiekloos opgeven. En velen zullen het met Ankersmit eens zijn, dat dit misschien niet ideaal is, maar toch zeker ‘politiek prudent’. Veel burgers vinden het wel best dat de overheid de handen vrij heeft om het islamitisch terrorisme effectief aan te kunnen pakken. Maar vergeet niet dat de ruimte die overheidsdiensten krijgen om zich met uw privéleven bezig te houden en over uw geweten te oordelen net zo gemakkelijk voor andere doelen gebruikt kan worden.

Toen de conservatieve journaliste Lauren Southern eerder dit jaar vanuit Calais naar het Verenigd Koninkrijk wilde doorreizen, werd zij urenlang vastgehouden en intensief ondervraagd. Ze verklaarde daar later over: “Ze vroegen me of ik een christen-extremist was, hoe ik dacht over het overrijden van mensen met auto’s, ze vroegen waar ik politiek stond en hoe ik dacht over nationalisme.” Het is in onze tijd dus zeker niet denkbeeldig dat ruimere bevoegdheden voor overheidsdiensten uiteindelijk niet gebruikt zullen worden om de reële dreiging van islamitisch terrorisme aan te pakken, maar juist om de conservatieve cultuurcriticus, de behoudende christen, of de rechtse journalist die zich over dergelijke dreigingen wil uitspreken het zwijgen op te leggen.

Liberalen als Ankersmit geven hoog op van het gelijkheidsbeginsel. Gelijke monniken, gelijke kappen: Wat voor moslims geldt, moet dan ook maar voor christenen, joden en andere gelovigen gelden. Dit gelijkheidsdenken heeft maar weinig raakvlak met de historische en maatschappelijke werkelijkheid en vaak draagt het ertoe bij dat er aan het werkelijke onrecht niets gebeurt. Wie zich daar niet aan stoort kan met een gerust hart vaststellen dat we eenieder toch echt gelijk behandeld hebben en dat we dankzij Ankersmit toch maar mooi zijn voorbereid op de komst van de christen-extremist.