Veertig jaar geleden werd ik gevraagd om als adolescententherapeut het licht te laten schijnen over een onderzoek dat werd uitgevoerd in een academisch ziekenhuis. Het ging over een project waarbij de groei van meisjes die te lang zouden worden via hormonale behandeling vertraagd werd. De menarche (eerste menstruatie) mocht nog niet zijn opgetreden en de meisjes, tussen de 12 en 14 jaar oud, moesten in de loop van twee jaar ongeveer tweeduizend pillen slikken. In een regionale krant was een artikel hierover verschenen, met als gevolg dat er een toevloed was van jonge patiëntjes.
De uiteindelijke lengte van deze meisjes kon vrij goed voorspeld worden. In mijn onderzoek bekeek ik eerst de voorspelde lengtes en tot mijn stomme verbazing zouden de meeste meisjes die aangemeld waren tussen de 175 centimeter en 185 centimeren lang worden, wat in feite bij deze Hollandse tantes vrij normaal is. Ik schafte een paar mannequinpoppen aan en confronteerde deze meisjes en hun moeders met hun uiteindelijke lengte. Op die manier realiseerden zij zich dat er niets abnormaals aan de hand was. Het onderzoek van het academisch ziekenhuis werd stopgezet.
Het gaat hier om een soort medicalisering van een ingebeeld probleem dat eigenlijk geen probleem is. Dit doet zich op veel terreinen voor. Een vriend van mij die kinderarts is, vertelde mij na zijn pensionering dat 70% van de kinderen die bij hem werden aangemeld in feite niet ziek waren. Hij schreef toen wat onschuldigs voor om de ouders gerust te stellen, en om te voorkomen dat ze naar de concurrentie zouden gaan. Vijftig jaar geleden werden hele volksstammen geopereerd voor appendicitis en amandelen (waaronder de auteur). Daar hoor je nog zelden iets over.
De vrees bestaat dat in deze tijd de vraag naar geslachtsverandering bij kinderen en adolescenten ook eerder een ingebeeld probleem is. In het Verenigd Koninkrijk is tussen 2009 en 2017 het aantal meisjes dat twijfelt over het eigen geslacht met 28% gestegen. Een Amerikaans onderzoekster aan de Brown University was benieuwd naar de oorzaken van deze stijging. Het bleek namelijk dat meer en meer jongeren dachten aan transgender, onder invloed van websites en van verhalen onder leeftijdgenoten. Bij 87% van 256 pubers die twijfelden over hun geslacht, bleek dit inderdaad het geval te zijn. Pubers die ‘uit de kast’ kwamen en dus een ander geslacht aannamen, werden populairder onder leeftijdgenoten.
Volgens de onderzoekster is er echter iets anders aan de hand. Bij tweederde van de 256 onderzochte pubers was eerder een psychiatrische stoornis of een ontwikkelingsstoornis gediagnosticeerd. De helft had zichzelf al eens verminkt of had een trauma opgelopen. De conclusie hieruit is dat als therapeutische hulp wordt geboden bij die stoornissen, de vraag naar verandering van geslacht verdwijnt. Het is dus roekeloos om bij deze pubers testosteron voor te schrijven, omdat dit onomkeerbare effecten heeft, en operationeel ingrijpen is helemaal uit den boze.
Toen deze onderzoekster hiervan melding maakte op de website van de Brown University moest dit onder een storm van protest vanuit de LHBT-beweging worden verwijderd en de universiteit reageerde laf door te zeggen dat ‘hierover eerst meer onderzoek is vereist’.
Het wegmoffelen van dit onderzoek onder druk van het politiek-correcte denken is een grote schande. Dit raakt een van de kernwaarden van de westerse beschaving: de vrijheid om alles te onderzoeken, de vrijheid om kritisch te denken. Op een universiteit moet het mogelijk zijn te onderzoeken of homoseksualiteit een stoornis is en zo ja, of diepgaande Jungiaanse psychotherapie dit kan genezen.
Andere mogelijke vragen zijn: komt bij het ouder worden baardgroei eerder voor bij lesbiennes dan bij echte vrouwen? Leidt voorlichting op school over homoseksualiteit al dan niet tot meer ingebeelde homoseksualiteit bij jongeren? Wordt de ontwikkeling van de intelligentie belemmerd bij kinderen die opgroeien onder een religie die kritisch denken veroordeelt? Leidt een homeopathische verdunning van de samenleving tot meer domme programma’s bij de openbare omroep? Dit zijn uiteraard niet mijn opvattingen. Ik wil gewoon weten of ze waar zijn of integendeel, dat ze met harde bewijzen weerlegd kunnen worden.
Mijn voorstel is dat de universiteiten die omwille van politieke redenen of onder druk van de gangbare opinie onderzoeksthema’s verbannen tijdelijk gedegradeerd worden tot hogescholen. Een instelling kan zich pas universiteit noemen als alles onderzocht en gezegd mag worden, dus als er volstrekte academische vrijheid heerst.