Politiek

Scrollalarm – Dit zijn de 382 vragen over Nederlandse hulp aan Syrische jihadisten waar de Tweede Kamer antwoord op wil hebben

19-09-2018 20:27

In de Tweede Kamer leven nog heel veel vragen over de hulp aan gewapende groepen in Syrië. Kamerleden hebben bijna vierhonderd vragen over de zaak aan minister van Buitenlandse Zaken Stef Blok (VVD) gesteld. Onlangs bleek dat de steun in handen is gekomen van groepen waarvoor die niet was bestemd.

Lees ook – Kabinet gaat Tweede Kamer vertrouwelijk inlichten over steun aan Syrische jihadisten

Het kabinet gaf geen wapens, maar logistieke steun (zoals pick-uptrucks, communicatieapparatuur, uniformen) aan meer dan twintig gematigde gewapende groepen. Zij moesten aan criteria voldoen. Ze mochten bijvoorbeeld niet samenwerken met extremisten en moesten zich houden aan het humanitair oorlogsrecht.

Uit gezamenlijk onderzoek van Nieuwsuur en Trouw bleek dat de hulp bij groepen is terechtgekomen die door het Openbaar Ministerie als jihadistisch worden omschreven. Andere gesteunde groepen zouden mensenrechtenschendingen hebben gepleegd.

De Kamer praat volgende maand met Blok over Syrië. Voor die tijd moeten de 382 vragen van de Kamer zijn beantwoord. Voor het debat komt er ook nog een hoorzitting waar deskundigen de Kamerleden bijpraten over Syrië. Het hulpprogramma, dat van mei 2015 tot begin dit jaar duurde, is staatsgeheim.

1 Erkent het kabinet het regime van Bashar al-Assad als de rechtmatige vertegenwoordier van het Syrische volk en daarmee als de rechtmatige regering van de Arabische Republiek Syrië? Zo ja, hoe verhoudt dit gegeven zich in volkenrechtelijke zin tot de uitspraken van het kabinet hieromtrent in 2012?
2 Is het kabinet bekend met berichten over vermeende mensenrechtenschendingen door de Syrische Democratische Strijdkrachten (SDF)?
3 Is het kabinet eerder opgeroepen tot lethale en/of non-lethale steun ten behoeve van de Syrische Democratische Strijdkrachten (SDF)?
4 Kunt u zich herinneren dat het vorige kabinet in 2016 bij monde van de toenmalige minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking de Kamer informeerde over berichten over mensenrechtenschendingen door de Syrische Democratische Strijdkrachten (SDF), waaronder gedwongen rekrutering van kindsoldaten? Ziet het huidige kabinet aanleiding om deze zorgen in te trekken? (Kamerstuk 32623, nr. 167)
5 Bent u bekend met de berichten over Israëlische steun aan rebellengroepen in Syrië? (https://foreignpolicy.com/2018/09/06/in-secret-program-israel-armed-and-funded-rebel-groups-in-southern-syria/3/) Zo ja, hoe beoordeelt u deze?
6 Welke groeperingen behoren of hebben behoord tot de SDF?
7 Ging het kabinet ten tijde van de besluitvorming over het Non-Lethal Assistance (NLA)-programma en de informatievoorziening hierover uit van steun van de Tweede Kamer?
8 Van wie kwam het initiatief om het NLA-programma op te zetten?
9 Hoeveel volkenrechtelijk deskundigen heeft het departement (al dan niet in die hoedanigheid) in dienst?
10 Klopt het dat uit openbare bronnen bekend is dat een aantal westerse landen, waaronder de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk, soortgelijke vormen van steun gaven? Kunt u dit lijstje nog uitbreiden met andere landen van wie uit openbare bronnen bekend is dat ze soortgelijke vormen van steun gaven?
11 Kunt u de definiëring aangeven van jihadistische, terroristische en andere strijdgroepen die actief zijn of waren in de strijd in Syrië? Kunt u daarbij specifiek ingaan op het verschil tussen deze soorten groepen?
12 Betekent de operationele samenwerking van Syrische gematigde strijdgroepen – die in het kader van het NLA-programma worden gesteund – met meer radicale groepen per definitie dat het humanitair recht en mensenrechten worden overtreden? Kunt u dit uitleggen in de context van dit programma?
13 Heeft u de Kamer in algemene zin geïnformeerd over mogelijke risico’s en hoe belangrijk was dat in de besluitvorming? Kunt u aangeven op welke wijze u dat gedaan heeft?
14 Op welke momenten heeft de Tweede Kamer zowel direct als indirect ingestemd met steun via het NLA-programma aan Syrische groeperingen?
15 Wat hield de steun via het NLA-programma precies in ten tijde van de ingediende motie-Voordewind over afzien van de steun aan het Vrije Syrische Leger (32605-161) in april 2015?
16 Wordt het door u aangekondigde onderzoek naar de recente berichtgeving in Nieuwsuur en Trouw onafhankelijk uitgevoerd? Zo ja, door wie? Zo nee, waarom niet?
17 Wanneer kan de Kamer de uitkomsten van het door u aangekondigde onderzoek naar de recente berichtgeving in Nieuwsuur en Trouw verwachten? Bent u bereid dit voor het aankomende herfstreces aan de Kamer te doen toekomen?
18 Betekent het feit dat u de recente berichtgeving in Nieuwsuur en Trouw gaat onderzoeken, dat u niet kunt uitsluiten dat de Nederlandse NLA-steun is ingezet voor hulp aan groepen in Syrië die zich schuldig hebben gemaakt aan oorlogsmisdaden, mensenrechtenschendingen en/of de rekrutering van kindsoldaten?
19 Kunt u de bevindingen van Nieuwsuur en Trouw vooralsnog bevestigen dan wel ontkennen?
20 Wie was verantwoordelijk voor de selectie van groeperingen die in aanmerking kwamen voor Nederlandse steun via het NLA-programma?
21 Werd het toestaan van Nederlandse steun via het NLA-programma aan Syrische groeperingen afgetekend door de Minister van Buitenlandse Zaken?
22 Op basis van welke criteria werden Syrische groeperingen geselecteerd voor Nederlandse steun via het NLA-programma?
23 Onder welke voorwaarden werden gesprekspartners in Syrië benaderd voor onderhandelingen over het ontvangen van Nederlandse steun via het NLA-programma steun via het NLA-programma?
24 Voldeden alle Syrische groeperingen die Nederlandse steun via het NLA-programma steun via het NLA-programma hebben ontvangen aan de vastgestelde criteria om in aanmerking te komen voor deze steun?
25 Was de opzet van het NLA-programma in overeenstemming met het internationaal recht en het principe van non-interventie?
26 Werd het NLA-programma volledig gefinancierd vanuit het Stabiliteitsfonds op de begroting van het ministerie van Buitenlandse Zaken?
27 Welke andere landen boden soortgelijke NLA-steun aan groeperingen in Syrië?
28 Hoe duidt u de discrepantie tussen het Ministerie van Buitenlandse Zaken en het Ministerie van Justitie & Veiligheid, bij monde van het OM, over de kwalificatie van bepaalde Syrische groepen als terroristische groeperingen?
29 Hoe duidt u de bewering van Officier van Justitie Van Veghel, dat ook het sturen van hulpgoederen strafbaar kan zijn en dat de Nederlandse overheid met het NLA-programma mogelijk strafrechtelijke verantwoordelijkheid treft?
30 Heeft het Ministerie van Defensie scherfvesten geleverd aan Syrische groeperingen als onderdeel van het NLA-programma?
31 Bent u, of uw voorganger, ministerieel verantwoordelijk voor het NLA-programma?
32 Welke risico’s zijn in het memo betreffende het NLA-programma dat heeft voorgelegen aan de toenmalige Minister van Buitenlandse Zaken geëxpliciteerd als acceptabel om steun te verlenen aan Syrische groeperingen?
33 Vanaf welk moment is de monitoring van het NLA-programma in Syrië niet meer afdoende geacht om tot de recente beslissing te komen om de steun stop te zetten?
34 Op welk moment was de zienswijze van de extern volkenrechtelijk adviseur betreffende militaire dan wel non-militaire steun aan Syrische groeperingen bekend?
35 Op welke wijze is de zienswijze van de extern volkenrechtelijk adviseur betreffende militaire dan wel non-militaire steun aan Syrische groeperingen meegenomen in de besluitvorming van het toenmalige kabinet betreffende het NLA-programma?
36 Bent u bereid de interne volkenrechtelijke adviezen aangaande het NLA programma per ommegaande en in het openbaar met de Tweede Kamer te delen? Zo nee, waarom niet?
37 Was de toenmalige regering op de hoogte van de Syrische groeperingen genoemd in rapporten van de VN-Mensenrechtenraad, die zich volgens deze rapportages schuldig maakten aan mensenrechtenschendingen?
38 Waren de rapportages van de VN-Mensenrechtenraad over mensenrechtenschendingen door groeperingen in Syrië aanleiding om steun via het NLA-programma aan deze groeperingen te stoppen? Waarom wel of waarom niet?
39 Kunt u uitsluiten dan wel bevestigen dat Syrische groeperingen die steun via het NLA-programma ontvingen betrokken waren bij de strijd in de regio Afrin ten tijde van de Turkse inval aldaar?
40 Welke internationaal rechtelijke basis lag ten grondslag aan het voorstel van het Kamerlid Buma in september 2015, om Nederlandse grondtroepen onder de vlag van de VN in te zetten in Syrië en het inrichten van safe havens in Syrië, Libië en Irak? Op basis van welke internationaal rechtelijke voorwaarden is besloten dit niet te doen?
41 Hebben Koerdische groeperingen in Syrië, zoals genoemd in de motie-Voordewind c.s. (27925-555), zich schuldig gemaakt aan oorlogsmisdaden, mensenrechtenschendingen en/of de rekrutering van kindsoldaten?
42 Is Nederlandse NLA-steun geleverd aan Jabhat al-Shamiya? Kunt u uitsluiten dan wel bevestigen dat deze groep zich schuldig heeft gemaakt aan oorlogsmisdaden, mensenrechtenschendingen en/of de inzet van kindsoldaten?
43 Is Nederlandse NLA-steun geleverd aan Shohada al-Yarmouk? Kunt u uitsluiten dan wel bevestigen dat deze groep zich schuldig heeft gemaakt aan oorlogsmisdaden, mensenrechtenschendingen en/of de inzet van kindsoldaten?
44 Is Nederlandse NLA-steun geleverd aan Ahrar al-Sham? Kunt u uitsluiten dan wel bevestigen dat deze groep zich schuldig heeft gemaakt aan oorlogsmisdaden, mensenrechtenschendingen en/of de inzet van kindsoldaten?
45 Is Nederlandse NLA-steun geleverd aan de Sultan Murad Brigade? Kunt u uitsluiten dan wel bevestigen dat deze groep zich schuldig heeft gemaakt aan oorlogsmisdaden, mensenrechtenschendingen en/of de inzet van kindsoldaten?
46 Is Nederlandse NLA-steun geleverd aan de Suleyman Shah Brigade? Kunt u uitsluiten dan wel bevestigen dat deze groep zich schuldig heeft gemaakt aan oorlogsmisdaden, mensenrechtenschendingen en/of de inzet van kindsoldaten?
47 Is Nederlandse NLA-steun geleverd aan Suqour al Jabl? Kunt u uitsluiten dan wel bevestigen dat deze groep zich schuldig heeft gemaakt aan oorlogsmisdaden, mensenrechtenschendingen en/of de inzet van kindsoldaten?
48 Is Nederlandse NLA-steun geleverd aan Divisie 13 van het Vrije Idlib Leger? Kunt u uitsluiten dan wel bevestigen dat deze groep zich schuldig heeft gemaakt aan oorlogsmisdaden, mensenrechtenschendingen en/of de inzet van kindsoldaten?
49 Is Nederlandse NLA-steun geleverd aan Brigade 51 van het Vrije Syrische Leger? Kunt u uitsluiten dan wel bevestigen dat deze groep zich schuldig heeft gemaakt aan oorlogsmisdaden, mensenrechtenschendingen en/of de inzet van kindsoldaten?
50 Is Nederlandse NLA-steun geleverd aan Asifat al-Shamal? Kunt u uitsluiten dan wel bevestigen dat deze groep zich schuldig heeft gemaakt aan oorlogsmisdaden, mensenrechtenschendingen en/of de inzet van kindsoldaten?
51 Is de levering van NLA aan Syrische rebellen  in strijd met het volkenrecht en het advies van de volkenrechtelijk adviseur die in 2013 in zijn advies schreef: Ïk merk op dat strikt genomen het non-interventiebeginsel niet alleen wapenleveranties verbiedt, maar ook andere vormen van steun”?
52 Heeft de Nederlandse regering het NLA programma uitgevoerd in lijn met het internationaal recht?
53 “Het kabinet neemt de berichtgeving in Nieuwsuur en Trouw zeer serieus. De bevindingen worden door het ministerie van Buitenlandse Zaken, in samenwerking met het ministerie van Defensie en het ministerie van Justitie en Veiligheid, de komende periode grondig onderzocht.”
Wat onderzoekt het kabinet en wanneer is dit onderzoek afgerond en kan het aan de Kamer gestuurd worden?
54 Herinnert u zich het ongevraagde advies van de extern volkenrechtelijk adviseur over steun aan de Syrische oppositie, en waarin hij schreef dat deze steun “begrijpelijk” kan zijn? Hoe duidt u juridisch de kwalificatie “begrijpelijk”?
55 Hoeveel andere NAVO-bondgenoten gaven steun aan de White Helmets en het Access to Justice and Community Security (AJACS)-programma?
56 Indien Nederlandse grondtroepen in Syrië zouden zijn ingezet teneinde daar orde op zake te stellen en/of de lokale bevolking te beschermen, zou er dan een volkenrechtelijk mandaat zijn geweest voor een dergelijke gewapende interventie?
57 Welke rol speelden de door Nederland gesteunde groeperingen in Syrië bij het bestrijden van ISIS? Hebben zij een belangrijke rol gespeeld bij het verdrijven van ISIS in West-Syrië?
58 Hoe belangrijk waren de groeperingen in het zuiden van Syrië voor de stabiliteit aan de grenzen met Jordanië en Israël?
59 Hoe waardeert u de inschatting van diverse Syrië-deskundigen die ontkennen dat Jabhat Al Shamiya een jihadistische organisatie is?
60 Is het juist dat Jabhat al Shamiya niet staat op de terrorismelijsten van de VS, Israël, EU en VN?
61 In hoeverre zou er een volkenrechtelijk mandaat zijn geweest voor het bewapenen van de Syrian Democratic Forces (SDF), zoals meermaals bepleit door verschillende partijen in de Tweede Kamer? Zouden dergelijke leveranties minder risico’s met zich mee hebben gebracht dan NLA-steun, zoals Nederland die daadwerkelijk heeft geleverd?
62 Beschikte Nederland over eigenstandige informatie om de gesteunde groepen te beoordelen? En in welke mate waren de inlichtingen- en veiligheidsdiensten betrokken bij het NLA-programma?
63 Kunt u zich herinneren dat de Kamer in het najaar van 2016 werd geïnformeerd dat een voedselpakket van het NLA-programma tijdelijk in verkeerde handen was gevallen? Hoeveel van de door VN of DRA geleverde goederen is in verkeerde handen gevallen?
64 Hoe verhouden de vermeende mensenrechtenschendingen van door Nederland gesteunde groepen in Syrië zich tot andere door Nederland gesteunde groepen/entiteiten elders?
65 Welke rol heeft het NLA-programma gespeeld bij het vergaren van informatie over de dreiging van terroristische aanvallen tegen Nederland en bondgenoten?
66 Kunt u de totale kosten van de Nederlandse militaire inzet in de strijd tegen ISIS in de periode 2015-2018 afzetten tegen de Nederlandse bijdragen heeft geleverd aan NLA, White Helmets en AJACS?
67 In hoeverre hebben de Nederlandse investeringen in stabilisatie in Syrië – waaronder die in NLA, White Helmets en AJACS – bijgedragen aan toegang van Nederland tot invloedrijke fora, zoals de VN-Veiligheidsraad, de anti-ISIS-coalitie en de International Syria Support Group?
68 Op welke wijze heeft de NL regering de eigen vetting procedure uitgevoerd, zoals toegezegd in 2015? (“Om te beginnen neemt het kabinet groepen in overweging die door partners – aan de hand van een zogenoemde vetting-procedure -als voldoende betrouwbaar zijn beoordeeld. In aanvulling op deze voorselectie hanteert het kabinet een eigen vetting-procedure, die erin voorziet groepen te toetsen aan een aantal voor het kabinet doorslaggevende criteria. Het betreft onder andere criteria om uit te sluiten dat operationele samenwerking met extremistische groepen aan de orde is, om zeker te stellen dat deze groepen een inclusieve politieke oplossing nastreven en om te garanderen dat groepen gecommitteerd zijn aan de naleving van het humanitair oorlogsrecht.””)
69 Beschouwt u de Nour al din al-Zinki groep die in 2015 een jongen onthoofde en waar internationaal veel bekend voor kwam omdat zij het zelf gefilmd hadden (https://www.reuters.com/article/US-Mideast-Crisis-Beheading-idUSKCN1000TZ) als een extremistische groep?
70 Waarom gaat u in uw brief aan de Kamer niet in op de kritiek van de Directie Internationaal Onderzoek en Beleidsevaluatie (IOB) dat er geen centrale plaats is binnen het ministerie van Buitenlandse Zaken waar alle projectdocumenten beschikbaar zijn en gearchiveerd worden, dat er niet duidelijk is wie er verantwoordelijk is voor de archivering van projectdocumentatie? Welke maatregelen gaat u nemen?
71 Hebben elementen of onderdelen van Jabhat al Shamiya ooit deel uitgemaakt van of samengewerkt met de SDF of een andere door de internationale coalitie tegen ISIS gesteunde groep van lokale strijders?
72 Waarom gaat u in uw brief aan de Kamer zeer eufemistisch in op de snoeiharde kritiek van het IOB op de steun aan de White Helmets (‘Bij de White Helmets is het meest ruimte voor verbetering’), zoals het toezicht dat beneden niveau was en het risico dat geld in handen viel van extremistische groeperingen? Bent u bereid uitgebreider op de kritiek in te gaan?
73 Met welke internationale partner werkte u samen aan het tegengaan van extremistische invloeden aan de Syrische Zuidgrens?
74 Binnen welk internationaal kader en met welke internationale partners is het NLA programma uitgevoerd?
75 Op welk moment is op basis van welke informatie door wie besloten dat nieuwe NLA projecten uitgesloten waren?
76 Door wie zijn op basis van welke informatie, op welke wijze de organisaties geselecteerd voor NLA? Met welke risico’s is rekening gehouden, welke risico’s zijn voor lief genomen, welke gemeden?
77 Waarom bent u, nu volgens uw visie de strijd in Syrië is gestreden, nog altijd niet bereid om de namen en door Nederland verstrekte NLA steun van de organisaties openbaar te maken? Zijn er geheimhoudingsverklaringen getekend? Zo ja door wie?
78 Wat was de samenstelling van het Syrië-team in Istanbul, met welke landen en partners vond overleg plaats, welke informatie werd verzameld en aan wie werd gerapporteerd?
79 Zijn er behalve in december 2014 andere fact finding-missies verricht?
80 Waaruit bestaat de vetting procedure? Hoe verhoudt deze procedure zich tot de additionele eigen screening en criteria?
81 Welke verzoeken kreeg Nederland vanaf 2014 voor letale en non-letale steun van welke landen?
82 Welke door u gestelde doelen zijn met het NLA-programma gerealiseerd?
83 Klopt het dat de VS de informatie over gesteunde groepen wel openbaren?
84 Hoeveel van de 22 gesteunde groepen bestaan niet meer?
85 Van wanneer tot wanneer duurde de NLA-steun precies?
86 Hoeveel voertuigen zijn geleverd?
87 Welke afspraken zijn er met rebellen gemaakt over het gebruik van voertuigen?
88 Is afgesproken met rebellen dat voertuigen niet ingezet mogen worden in de gewapende strijd?
89 Hoeveel non lethal assistance (welke producten voor welk bedrag) is aan Koerdische strijders geleverd?
90 Hoe hebben de VS die 70 groepen gescreend?
91 Is in het verleden vastgesteld dat door Nederland gesteunde rebellengroepen niet voldeden aan de gestelde criteria, waaronder het uitsluiten van operationele samenwerking met extremistische groepen, het nastreven van een inclusieve politieke oplossing en de naleving van het humanitair oorlogsrecht? Zo ja, hoe vaak en wat is met die constatering(en) gedaan?
92 Is hulp aan groepen gestaakt omdat niet aan criteria werd voldaan? Zo ja, hoe vaak?
93 Zijn er aanwijzingen dat door Nederland gesteunde strijders overgelopen zijn naar jihadistische groepen? Zo ja, welke aanwijzingen precies?
94 Waarom noopt het in vervolgprogrammering in conflictgebieden tot nog stringentere afspraken over monitoring van de risico’s terwijl uit uw eigen screening blijkt dat bijna niets verkeerd is gegaan?
95 Kunt u toelichten waarom voor enig uitzicht op duurzame vrede in Syrië een gematigd alternatief voor Assad gesteund moest worden? Is dat omdat vrede met Assad niet voorspelbaar was?
96 Hoeveel andere landen leverden non lethal steun?
97 Zijn ook na de start nog onderdelen van het NLA-programma tot staatsgeheim gemaakt? Zo ja, welke onderdelen, wanneer en waarom?
98 Hoe vaak is intern volkenrechtelijk geadviseerd over het NLA-programma?
99 Wat is intern volkenrechtelijk geadviseerd over het NLA-programma?
100 Kunt u de intern volkenrechtelijke adviezen anoniem maken en met de Kamer delen? Zo nee, waarom niet?
101 Wat is naar uw opvatting de zienswijze van de Extern Volkenrechtelijk Adviseur (EVA) m.b.t. het NLA-programma?
102 Is de zienswijze van de EVA dat het non-interventiebeginsel niet alleen wapenleveranties verbiedt, maar ook andere vormen van steun, zeker als de kans aanwezig is of zelfs relatief groot is dat dit ingezet wordt in de gewapende strijd tegen Assad?
103 Betwist u de kaders waarmee het OM bepaalt of een groep terroristisch is? Zo ja, waarom?
104 Vindt u dat het OM strijdgroep Jabhat al-Shamiya ten onrechte kwalificeert als een criminele organisatie met terroristisch oogmerk? Zo ja, waarom?
105 Worden op dit moment alle gegevens die door onderzoekswerk van Nieuwsuur en Trouw naar boven zijn gekomen door het ministerie onderzocht en gecheckt op feitelijkheid?
106 Klopt het dat de leden van het kabinet pas na publicatie door Nieuwsuur en Trouw hoorden dat Nederlandse hulp aan Syrische groepen mogelijk bij terroristische groeperingen terecht is gekomen?
107 Waarom is het NLA-programma gestopt?
108 Wat zijn de resultaten van steun aan ‘gematigde’ groepen in Syrië?
109 Is er nu een gematigd alternatief voor Assad?
110 Heeft steun aan ‘gematigde’ rebellen vrede in Syrië dichterbij gebracht? Zo ja, hoe?
111 Is de Nederlandse NLA-steun stopgezet toen Nieuwsuur en Trouw reeds onderzoek deden hiernaar?
112 Welke onderdelen van het NLA-programma waren bij aanvang reeds staatsgeheim en wat werd later staatsgeheim? Waarom werden later nog een of meerdere onderdelen staatsgeheim en wanneer was dit?
113 Was de inzet van steun aan ‘gematigde’ rebellen om Assad weg te krijgen?
114 Kan steun aan ‘gematigde’ rebellen gezien worden als aanmoediging om de strijd tegen Assad en IS aan te gaan / voort te zetten?
115 Zijn door Nederland gesteunde groepen met elkaar slaags geraakt? Zo ja, op welke schaal?
116 Erkent u dat alle partijen in het conflict in Syrië zich schuldig maakten aan oorlogsmisdaden, zoals onderzoeker Del Ponte stelde? Zo nee, waarom niet?
117 Klopt het dat VN-rapporten schreven over schendingen van het internationaal recht door groepen waar Nederland steun aan verleende maar die steun desondanks niet werd gestaakt?
118 Klopt het dat Nederland medeplichtig kan zijn aan het plegen van oorlogsmisdaden, zoals onderzoeker Del Ponte stelt? Zo nee, waarom niet?
119 Welke schendingen van het internationaal recht zijn gerapporteerd over de Sultan Murad Brigade ten tijde van het NLA-programma?
120 Kon uitgesloten worden dat door Nederland geleverde pick-up trucks in de gewapende strijd ingezet zouden worden, bijvoorbeeld voor het vervoer van strijders of om wapens op te monteren? Zo ja, hoe?
121 Heeft Nederland Oostenrijk ervan proberen te overtuigen het EU-wapenembargo tegen Syrië op te heffen?
122 Waren de levering van de NLA-goederen (juridisch) mogelijk geweest als het wapenembargo tegen Syrië nog zou hebben gegolden in de periode 2015-2018?
123 Onder welke voorwaarden staat het internationaal recht toe dat een staat zich mengt in de interne aangelegenheden van een andere (soevereine) staat?
124 Staat Nederland achter het non-interventie beginsel?
125 Acht u steun aan een groep rebellen die een kalifaat willen stichten (onder omstandigheden) geoorloofd? Zo ja, onder welke omstandigheden?
126 Klopt het dat Nederland steun heeft gegeven aan een groep die het OM als terroristisch/jihadistisch beschouwt?
127 Hoe beoordeelt u dat het OM stelt dat strijdende groeperingen, waaronder een door Nederland gesteunde groep, die erop uit zijn om een kalifaat te stichten en daarmee de huidige fundamentele politieke structuur te vernietigen, zijn aan te merken als een criminele organisatie met een terroristisch oogmerk?
128 Was het verstrekken van NLA een operatie van de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD)?
129 Werd bij het verstrekken van NLA samengewerkt met Turkije? Zo ja, hoe?
130 Wanneer wordt de EVA wel en wanneer niet geraadpleegd? Welke afspraken zijn daarover gemaakt?
131 Kunt u een totaaloverzicht geven van het aantal en type voertuigen dat binnen het NLA-programma aan de gewapende Syrische oppositiegroepen is geleverd?
132 Hoe is het NLA-programma ontstaan en wie hebben het NLA-programma gestart?
133 Welke door Nederland geleverde NLA is door rebellengroepen ingezet in de gewapende strijd?
134 Welke onderzoeken zijn er allemaal gedaan en worden nog gedaan naar het Nederlandse NLA-programma?
135 Klopt de bewering van Abu Ali al-Sejjou, kopstuk van Jabhat al-Shamiya, dat Nederland in de tweede helft van 2017 nog goederen (waaronder pick-up trucks) heeft geleverd aan zijn strijdgroep?
136 Klopt het dat Jabhat al-Shamiya deelnam aan de Turkse operatie om de Syrisch-Koerdische strijdgroep YPG uit de regio Afrin te verdrijven?
137 Kunt u bevestigen of zijn er aanwijzingen dat Jabhat al-Shamiya zich schuldig heeft gemaakt aan martelpraktijken, corruptie, wapensmokkel, afpersing, willekeurige beschietingen van burgerdoelen en etnische zuivering?
138 Per wanneer heeft de regering een bijdrage geleverd aan het NLA-programma en welke bewindspersonen waren in die tijd politiek eindverantwoordelijk?
139 Kunt u specifiek aangeven op welke data het NLA-programma binnen de ministerraad is besproken en of, alvorens tot besluitvorming over de Nederlandse steun over te gaan, de ministerraad inzage heeft gekregen in de lijst met gewapende Syrische strijdgroepen die door Nederland zouden worden gesteund?
140 Is uitgesloten dat vervolging van Syriëgangers gestaakt moet worden als de organisatie waar een Syriëganger lid van was steun van Nederland ontving?
141 Hoeveel door Nederland gesteunde Syrische gewapende groepen streden met Turkije tegen Koerdische strijders in het noorden van Syrië?
142 Is steun aan gewapende groepen stopgezet omdat zij met Turkije meevochten in het noorden van Syrië?
143 Wat is u bekend over mensenrechtenschendingen en oorlogsmisdaden door de Sultan Murad Brigade in de periode dat Nederland NLA verleende?
144 Was Nederland niet op de hoogte van mensenrechtenschendingen en oorlogsmisdaden door groepen waaraan NLA werd gegeven? Zo ja, hoe is dit mogelijk?
145 Heeft Nederland direct steun verleend aan Ahrar al-Sham?
146 Klopt het dat steun is gegeven aan groepen die samenwerkten met jihadisten, waaronder Al Qaida?
147 Kunt u bevestigen dat de Sultan Murad Brigade deel uitmaakte van Ansar al-Sharia, een koepelorganisatie die in juli 2015 werd opgericht door onder andere Al-Qaida?
148 Klopt het dat Divisie 13 en Suqour al-Jabl van Nederland steun kregen en onderdeel uitmaakten van de Fatah Halab-koepel, waar ook Ahrar al-Sham en de aan de Moslimbroederschap gelieerde Faylaq al-Sham toe behoorden?
149 Kan uitgesloten worden dat het jihadistische Ahrar al-Sham (indirect) heeft geprofiteerd van Nederlandse steun?
150 Klopt het dat het Vrije Idlib Leger steun van Nederland kreeg en in ieder geval een deel van deze organisatie samenwerkte met Al Qaida?
151 Is het juist dat de groepen die de Riyadh-verklaring hebben ondertekend als gematigd werden beschouwd?
152 Is tijdens het verlenen van NLA-steun door Nederland geconstateerd dat groepen die deze steun ontvingen dit (ook) voor militaire doeleinden inzetten?
153 Hebben ook nog andere, niet door Nieuwsuur en Trouw genoemde jihadistische / terroristische / radicale groepen steun van Nederland ontvangen?
154 Kunt u toelichten op welke wijze er onvoldoende toezicht is geweest op het NLA-programma?
155 Wanneer is de steun aan de gematigde gewapende Syrische oppositie precies stopgezet? Welke dag werd daartoe besloten?
156 Met welke landen stemde Nederland het verstrekken van NLA-steun af?
157 Acht u NLA aan gewapende groepen in een in burgeroorlog verwikkeld land in lijn met het internationaal recht? Zo ja, hoe?
158 Onder welke omstandigheden acht u het wenselijk of acceptabel om gewapende groepen die deelnemen aan een burgeroorlog van materieel te voorzien dat ingezet kan worden in de gewapende strijd?
159 Heeft Nederlandse steun aan gewapende groepen bijgedragen aan voortzetting van de oorlog in Syrië? Zo nee, waarom niet?
160 Wat klopt naar uw opvatting niet van alle claims die Nieuwsuur en Trouw op basis van hun onderzoekswerk doen over door Nederland gesteunde gewapende groepen in Syrië waaruit blijkt dat op allerlei manieren niet is voldaan aan gestelde criteria?
161 Welke schendingen van het internationaal recht zijn, onder andere door de VN en mensenrechtenorganisaties als Amnesty International en Human Rights Watch, gerapporteerd over de groepen die Nederland van NLA-steun voorzag?
162 Door wie is de regering gevraagd om een bijdrage aan het NLA-programma te leveren?
163 Heeft Nederland rebellengroeperingen gesteund die de sharia willen invoeren in Syrië? Zo ja, waarom?
164 Wat waren de redenen voor de regering om mee te doen met het NLA-programma?
165 Welke internationale partners waren doorslaggevend in het besluit van de regering om mee te doen met het NLA-programma?
166 Waarom heeft de regering de volkenrechtelijk adviseur niet om advies gevraagd over deelname aan het NLA-programma?
167 Heeft Nederland rebellengroeperingen gesteund die een kalifaat in Syrië willen vestigen? Zo ja, waarom? (Brief Steun Syrische oppositie)
168 Hoe is bepaald welke groepen steun kregen van het NLA-programma en wie waren de besluitvormers?
169 Was het voor de regering mogelijk om binnen het NLA-programma zelfstandig een groep te kiezen waaraan ze non-letale steun wilde verlenen, heeft de regering zo’n zelfstandige keuze ook gemaakt en om welke groepen ging het daarbij?
170 Kunt u een compleet overzicht geven van de financiële huishouding van het NLA programma?
171 Welke groepen hebben op welk moment welke steun gekregen in het NLA-programma?
172 Welk type goederen zijn nog dit voorjaar door Nederland aan de gewapende Syrische strijdgroepen geleverd?
173 Heeft Nederland salafistische en/of islamistische rebellengroeperingen gesteund? Zo ja, waarom?
174 Kunt u een lijst geven van goederen die tijdens het kabinet Rutte III aan gewapende Syrische strijdgroepen zijn geleverd, de waarde die deze goederen vertegenwoordigen en daarbij tevens vermelden aan welke strijdgroepen deze goederen zijn geleverd?
175 Op welke gronden is het advies van volkenrechtelijk adviseur NollKaemper van 17 juni 2013 waarin hij stelt dat het non-interventiebeginsel niet alleen wapenleveranties, maar ook andere vormen van steun verbiedt, niet opgevolgd?
176 Kunt u nader uiteenzetten welke selectiecriteria zijn toepast en hoe deze exact tot stand zijn gekomen?
177 Klopt het dat Nederland steun heeft geleverd aan Jabhat al-Shamiya, een groep die al vanaf 2014 gevangenen publiekelijk executeerde en sharia-rechtbanken runt? Ja of Nee?
178 Kunt u uitleggen waarom strijdgroepen die de sharia toepassen, sharia rechtbanken runnen of gedogen, door de “strenge” selectiecriteria zijn gekomen?
179 Heeft Nederland de steun ingetrokken aan enkele Syrische strijdgroepen op basis van waarnemingen/feiten die een conflict opleverden met de selectiecriteria die Nederland hanteerde, of werd de steun ingetrokken wegens de afnemende invloed van de strijdgroepen op het strijdtoneel?
180 Aan welke gewapende Syrische strijdgroepen heeft Nederland gedurende het NLA-programma de steun ingetrokken?
181 Hoeveel Syriëgangers uit Nederland zijn bekend bij de regering, het OM en de inlichtingendiensten die actief waren of zijn in Syrische rebellengroeperingen die door Nederland gesteund zijn?
182 Heeft u voorbeelden van positieve resultaten die er naar uw eigen zeggen als gevolg van de Nederlandse steun aan de gewapende oppositiegroepen “ontegenzeggelijk” waren?
183 Wat verstaat u onder een “gematigd bestuur” in Syrië? Valt het toepassen en uitvoeren van shariarecht onder een dergelijk bestuur?
184 Zijn de ministeries van Defensie, J&V en in het bijzonder de inlichtingendiensten op enigerlei wijze betrokken geweest bij de proces waarin bepaald werd welke rebellengroeperingen gesteund zouden gaan worden door Nederland? Zo nee, waarom niet?
185 Heeft Nederland naast materiële steun op enig moment ook financiële steun verleend aan gewapende oppositiegroepen in Syrië?
186 Behoort Turkije tot de groep gelijkgezinde donoren?
187 Op welke wijze zijn de Turkse autoriteiten betrokken geweest bij de vetting-procedure van de door Nederland gesteunde gewapende Syrische strijdgroepen?
188 Zijn de ministeries van Defensie, J&V en in het bijzonder de inlichtingendiensten op enigerlei wijze betrokken geweest bij de monitoring van de door Nederland gesteunde rebellengroeperingen? Zo nee, waarom niet?
189 Kunt u in aanvulling op schriftelijke vragen van de leden De Roon en Wilders over het bericht dat Nederland nepverkiezingen in Syrisch rebellengebied financierde, exact aangeven welke Syrische gewapende strijdgroepen de controle hadden over het rebellengebied in Oost-Ghouta waar Nederland lokale verkiezingen financierde?
190 Welke exacte criteria hanteerde de regering voor groepen die geld kregen middels het NLA-programma?
191 Herinnert u zich het standpunt van het kabinet in 2013 dat ‘het sturen van meer wapens naar de regio een politieke oplossing niet dichterbij brengt’ (Kamerbrief 4 juni 2013, Kamerstukken II, TK 2012-2013, 21501-02, 1263)? Waarom zou het sturen van uniformen, voertuigen, communicatiemiddelen en dergelijke naar Syrische rebellen nadien wél een politieke oplossing dichterbij brengen? Vindt u achteraf dat dit doel bereikt is met het NLA-programma?
192 Waarom heeft de regering altijd geweigerd steun te geven aan de Syrian Democratic Forces, nota bene een partner in de strijd tegen ISIS, vanwege vermeende mensenrechtenschendingen, maar wel steun gegeven heeft aan rebellengroeperingen die zich schuldig hebben gemaakt aan ernstige mensenrechtenschendingen of zelfs door het OM als terroristisch beschouwd worden?
193 Wat waren de criteria voor “gematigde groep”? Heeft u een lijst van de criteria? Heeft u een lijst van de gematigde groepen?
194 Wat waren de criteria voor “inclusiviteit”? En betekende “inclusiviteit” ook inclusief de regering van Assad?
195 Wat heeft de regering gedaan om te toetsen of de groeperingen die steun ontvingen van het NLA-programma voldeden aan de criteria (zoals: humanitair oorlogsrecht naleven en niet samenwerken met extremisten)?
196 Zijn er signalen bij de regering binnengekomen dat de groepen die steun ontvingen van het NLA-programma mogelijk niet zouden voldoen aan de criteria, wanneer zijn die signalen binnengekomen en wat is er toen met de signalen gebeurd?
197 Waarom steunde Nederland de Sultan Murat Brigade?
198 Kende de regering de rapporten van mensenrechtenorganisaties over de situatie in Syrië?
199 Klopt het dat de Sultan Murat Brigade banden met Al-Qaeda heeft?
200 Klopt het dat de Sultan Murat Brigade kindsoldaten heeft ingezet in de strijd?
201 Had de regering al voor het onderzoek van Nieuwsuur vermoedens dat de Sultan Murat Brigade banden met terroristische groeperingen had?
202 Hoe kan het dat de regering in het kader van het NLA-programma steun verleende aan Jabhat al-Shamiya, terwijl het OM iemand vervolgt die heeft deelgenomen aan Jabhat al-Shamiya waarbij het OM zegt dat de groep “niet anders te kwalificeren valt dan een criminele organisatie met terroristisch oogmerk” en is de Minister van Buitenlandse Zaken dan niet medeplichtig aan het plegen van strafbare feiten?
203 Hoe verhoudt de ‘niet letale steun’ aan Syrische rebellen zich met het EU Gemeenschappelijk standpunt inzake wapenleveranties? Heeft een dergelijke strikte toets aan de hand van de acht criteria plaatsgevonden door Buitenlandse Zaken? Zo ja, wat was de uitkomst? Zo nee, waarom niet? Kunt u daarbij ook ingaan op het ‘dual use’ karakter van veel van de geleverde spullen, die civiel waren, maar tevens geschikt voor militair gebruik en daadwerkelijk militair gebruikt zijn?
204 Gaat het OM nu de Minister van Buitenlandse Zaken vervolgen omdat hij steun heeft gegeven aan Jabhat al-Shamiya, dat volgens het OM “niet anders te kwalificeren valt dan als een criminele organisatie met terroristisch oogmerk”? Zo nee, waarom niet?
205 Wat zijn de (politieke en/of juridische) consequenties voor Nederland als blijkt dat Nederland steun heeft gegeven aan een terroristische groepering?
206 Heeft de steun van Nederland aan Jabhat al-Shamiya juridische gevolgen voor de mensen die door het OM worden/zijn vervolgd in verband met hun betrokkenheid bij aan Jabhat al-Shamiya? Zullen hun zaken herzien worden? Kan de regering de Tweede Kamer op de hoogte houden hierover?
207 Op basis waarvan is het OM tot de conclusie gekomen dat Jabhat al-Shamiya “niet anders te kwalificeren valt dan een criminele organisatie met terroristisch oogmerk”?
208 Deelt u de mening dat het OM ook zou moeten vallen onder de ‘eenheid van Kabinetbeleid’, en dat Nederlandse steun aan een groepering die het OM als terroristisch beoordeelt, in strijd met de eenheid van Kabinetsbeleid is?
209 Op welke manier kan de regering de steun aan organisaties die achteraf gezien niet aan de criteria voldeden, (financieel) terugvragen?
210 Heeft de regering naar aanleiding van het onderzoek van Nieuwsuur nog eens alle groeperingen aan wie middels het NLA-programma steun is verleend aan een screening onderworpen en is daaruit gebleken dat ook andere groeperingen dan de in de media genoemde banden met terroristen hadden of op andere wijzen niet aan de criteria voor steun voldeden, en zo ja om welke organisaties gaat het dan?
211 Welke definitie hanteert de regering voor ‘gematigde groeperingen in Syrië’?
212 Welke specifieke apparatuur is er geleverd aan de gematigde rebellen en welk materieel is ook in de daadwerkelijke strijd gebruikt?
213 Is het materieel dat Nederland aan de gematigde rebellen leverde, gebruikt tijdens het plegen van oorlogsmisdaden?
214 Wat is de rol van Nederlandse diplomaten geweest bij de steun aan groepen via het NLA-programma en welke contacten hebben ze exact met de groeperingen gehad?
215 Wat is de rol van Defensie geweest bij de steun aan groepen via het NLA-programma en welke contacten hebben ze exact met de groeperingen gehad?
216 Is voor de dual use goederen, zoals voertuigen, uniformen en communicatiemiddelen, die Nederland geleverd heeft aan de Syrische rebellen en daadwerkelijk militair gebruikt zijn, een wapenexportvergunning aangevraagd? Zo nee, waarom niet en had dit wel moeten gebeuren?
217 Bent u bereid bij het grondige onderzoek naar de berichtgeving in Nieuwsuur en Trouw ook de (inter)departementale samenwerking te betrekken, alsmede de rol van de premier? Zo nee, waarom niet? (Brief Steun Syrische oppositie)
218 Wat is de rol van de veiligheidsdiensten geweest bij de steun aan groepen via het NLA-programma en welke contacten hebben ze exact met de groeperingen gehad?
219 Is de premier en/of de ministerraad betrokken geweest bij de besluitvorming over de niet letale steun aan Syrische rebellengroeperingen (Kamerstuk 27925, nr. 534)? Zo nee, waarom niet?
Is de premier en/of de ministerraad betrokken geweest bij de besluitvorming om de niet letale steun aan Syrische rebellengroeperingen te intensiveren, zoals beschreven in het verslag aan van de Raad Buitenlandse Zaken van 16 november 2015 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 1555)? Zo nee, waarom niet?
220 Deelt Nederland verantwoordelijkheid, ook als Nederland zelf niet actief vecht, maar wel een ander in staat stelt om actief te vechten? Wat voor juridische verantwoordelijkheid is dat dan precies?
221 Is het niet merkwaardig dat Nederlandse diplomaten in de reportage van Nieuwsuur informeel met Syrische oppositiegroepen aan het ‘wheelen en dealen’ zijn?
222 Wanneer heeft de regering exact besloten om met de steun aan de Syrische oppositiegroepen te stoppen en waarom heeft ze dat toen besloten?
223 Was het onderzoek van Nieuwsuur en Trouw dat ter wederhoor aan de regering is voorgelegd, aanleiding om met de steun aan Syrische oppositiegroepen te stoppen of was die beslissing al eerder genomen?
224 Waarom is ook besloten om de steun aan de Witte Helmen te stoppen?
225 Was het onderzoek van Nieuwsuur en Trouw dat ter wederhoor aan de regering is voorgelegd, aanleiding om versneld een Kamerbrief te sturen waarin werd gemeld dat de steun aan Syrische oppositiegroepen wordt beëindigd?
226 Wordt behalve in Syrië ook in andere landen door Nederland (non-letale) steun gegeven aan groeperingen die geweld gebruiken, zo ja welke landen zijn dat en hoe ziet de steun eruit?
227 Hoe is de relatie van de regering met de Syrisch-Koerdische YPG?
228 Staat YPG op één of meerdere van de (internationale) terrorismelijsten, zo ja op welke en zo nee waarom niet?
229 Is er door de regering (non-letale) steun geleverd aan de YPG?
230 In hoeverre hebben door Nederland gesteunde Syrische rebellengroeperingen daadwerkelijk gevochten tegen ISIS?
231 Staat de PKK op één of meerdere van de (internationale) terrorismelijsten, zo ja op welke en zo nee waarom niet?
232 Is er door de regering (non-letale) steun geleverd aan de PKK?
233 Erkent de regering dat de YPG gelieerd is met de PKK, dat door Nederland zowel politiek als militair als een terroristische beweging wordt gezien?
234 In welke landen heeft  Nederland na het jaar 2000 (non-letale) steun gegeven aan groeperingen die geweld gebruiken?
235 Waarom heeft de regering de groepen die via het NLA-programma steun krijgen nooit bij naam willen noemen, en is – met de kennis van nu – het voor de democratische en media controle niet raadzaam om de groepen voortaan juist wel bij naam te noemen?
236 In hoeverre hebben door Nederland gesteunde Syrische rebellengroeperingen daadwerkelijk gevochten tegen Jabhat al Nusra / HTS?
237 Wat is het beleid van Nederland op het gebied van ‘regime change’: is het legitiem om een leider van een ander land (soevereine staat) proberen af te zetten en in welke landen heeft Nederland sinds het jaar 2000 (non-letaal) meegeholpen om het regime weg te krijgen?
238 Schuilt achter eufemismen als ‘stabilisatieprogramma’s’, ‘non-letale steun’ en ‘gematigde groeperingen’ niet een huiveringwekkende wereld van geweld, en is het eigenlijk wel te rechtvaardigen om in dit soort verkapte termen over oorlogsgeweld te praten?
239 Wanneer is iets staatsgeheim, wie bepaalt dat en is er een onafhankelijke instantie die kan controleren of iets terecht of onterecht als staatsgeheim wordt gekwalificeerd?
240 Deelt de regering de meningen van oud-Syriëgezant Nikolaos van Dam, dat je “beter niets kan doen, dan het verkeerde” en dat je “beter iets kan doen dan niets”?
241 Deelt de regering de mening van oud-Syriëgezant Nikolaos van Dam dat er veel doden in Syrië voorkomen hadden kunnen worden (hij had het over 30.000 doden in plaats van 500.000 doden) en wat zijn daar dan de politieke en/of juridische consequenties van voor Nederland?
242 Waarom heeft de heer Nikolaos van Dam gezegd dat er niet 500.000 maar 30.000 doden waren gevallen als de rebellen niet waren gesteund?
243 Spreekt en handelt Syriëgezant Nikolaos van Dam namens het Ministerie van Buitenlandse Zaken? Of spreekt Nikolaos van Dam namens zichzelf? Op welke momenten is wat het geval?
244 Hoe kan het dat Nikolaos van Dam steeds pleit voor een oplossing mét Assad maar tegelijkertijd wel groeperingen steunt die Assad willen uitschakelen? Op welk moment vertegenwoordigt hij hierin het Kabinet?
245 Hoe gaat de regering voortaan verantwoording aan het parlement afleggen over speciale en geheime missies/operaties en hoe gaat ze daarbij het in maart 2018 door de Minister van Defensie uitgesproken voornemen gestand doen om “meer verantwoording af te leggen aan het parlement over speciale en geheime operaties”?
246 In de hoorzitting van de vaste commissie voor Defensie (13 september 2018) over Speciale Missies bracht de heer Bijkerk het fundamentele punt naar voren: “Waar eindigt de politieke sturing en waar begint de militaire expertise?” Kan de regering ingaan op hoe dit fundamentele punt speelt in de onderhavige situatie van de steun aan de gematigde krachten in Syrië?
247 Klopt het dat de VS transparanter zijn dan Nederland over welke rebellengroeperingen zijn gesteund hebben? Waarom bent u niet bereid tot meer transparantie?
248 Loopt de politieke besluitvorming niet per definitie achter bij oorlogssituaties of conflictsituaties die razendsnel kunnen veranderen en hoe kan dit in de toekomst beter gedaan worden?
249 Hoe verhoudt de informatieplicht aan het parlement zich tot de geheimhouding bij geheime militaire missies en operaties?
250 Wanneer en hoe wordt bepaald of iets wel of niet een geheime operatie is?
251 Waarom doet Nederland überhaupt mee aan speciale operaties? Zit daar een soort bewijsdrang achter (meespelen in de Champions League van het geweld)?
252 Verlies je als politiek niet volledig de greep als je in zee gaat met lokale mensen, lokale milities, lokale bondgenoten en hun grotendeels jouw oorlog laat voeren?
253 Hoe verhoudt de Nederlandse bijdrage aan de oorlogen in Afghanistan, Irak en nu Syrië zich tot ons imago als land van vrede en veiligheid?
254 Is het woord  “eigenstandig” een Nederlands woord dat in het woordenboek terug te vinden is?
255 Waarom kan de voormalig Speciaal Gezant voor Syrië Van Dam wel enige openheid betrachten en uitleg geven in de media, ook over steun aan specifieke steun aan rebellengroeperingen, maar blijft de regering dit weigeren met een beroep op staatsgeheimen? Heeft de heer Van Dam staatsgeheimen onthuld?
256 Is de Nederlandse steun aan Syrische oppositiegroepen afgestemd met bondgenoten als de VS en het VK?
257 Kan Nederland aansprakelijk worden gesteld voor mensenrechtenschendingen door Syrische rebellengroeperingen die door Nederland gesteund werden? In hoeverre is Nederland volkenrechtelijk medeverantwoordelijk?
258 Klopt het dat een door Nederland gesteunde strijdgroep in de rapporten van de VN-onderzoekscommissie naar oorlogsmisdaden in Syrië is omschreven als een van de mensenrechtenschenders? Is het waar dat de Nederlandse VN-ambassadeur ‘precies’ op de hoogte is geweest van deze rapporten, hierover twitterde, terwijl diezelfde strijdgroep op dat moment steun kreeg van Nederland? Zo ja, hoe beoordeelt u dit? (‘Nederland wist waar die goederen voor werden gebruikt’, Trouw, 13 september 2018).
259 In hoeverre was er afstemming en informatieuitwisseling tussen de Nederlandse vertegenwoordiging bij de VN, het departement en het Syrië-team in Istanbul dat verantwoordelijk was voor de steunverlening aan de Syrische rebellen? Werden VN-rapporten waarin mensenrechtenschendingen door ‘gematigde’ Syrische rebellen gemeld werden, gedeeld? Werden hier op enig moment conclusies aan verbonden, zoals verscherpte monitoring, opschorting of stopzetting van steun? Zo nee, waarom niet?
260 Is er op enigerlei moment afstemming of informatie-uitwisseling geweest tussen Buitenlandse Zaken en andere departementen, alsmede inlichtingendiensten en het Openbaar Ministerie over de door de Nederland gesteunde rebellengroepering Jabhat al-Shamiya?
261 Heeft Buitenlandse Zaken eerder dan de onthullingen van Nieuwsuur en Trouw berichten  gekregen over mensenrechtenschendingen door de door Nederland gesteunde rebellengroepering Jabhat al-Shamiya? Zo ja, wat is hiermee gebeurd? Zo nee, waarom niet?
262 Hoe beoordeelt u de uitspraak van voormalig Special Gezant voor Syrië Koos van Dam dat hij contact had met de rebellengroepering Sultan Murad, terwijl de regering steun aan deze groepering als staatsgeheim beschouwd (https://www.bnr.nl/podcast/de-wereld/10354192/hoe-kregen-rebellengroepen-in-syrie-hulp-van-nederland)? Bent u bereid hierover alsnog openheid van zaken te geven?
263 Is er contact geweest tussen het Ministerie van Buitenlandse Zaken en het Openbaar Ministerie en/of de NCTV over het NLA-programma en de mogelijke gevolgen voor de vervolging van verdachten van en de bestrijding van terrorisme? Zo nee, waarom niet?
264 Hoe beoordeelt de regering de opvatting van het Openbaar Ministerie dat de Syrische rebellengroepering Jabhat al-Shamiya ‘salafistisch en jihadistisch’ is, ‘streeft naar de oprichting van een kalifaat’ en ‘niet anders te kwalificeren’ valt dan als een ‘criminele organisatie met terroristisch oogmerk’ (https://nos.nl/nieuwsuur/artikel/2249806-nederland-steunde-terreurbeweging-in-syrie.html)? Klopt het dat het bovendien een strafzaak betreft tegen een Syriëganger betreffende de periode 2015? In hoeverre kan deze groepering als ‘gematigd’ worden beschouwd, ook in de jaren daarna?
265 Klopt het dat de toenmalige minister van Buitenlandse Zaken op 29 januari 2016 stelde dat de rebellengroepering Ahrar al-Sham ‘geen radicale organisatie is, maar slechts een groepering met een sterk religieus karakter’ (‘Hoe Nederland een terreurbeweging faciliteerde’, Trouw, 11 september 2018)? Zo ja, waar was dit standpunt op gebaseerd en hoe verhoudt zich dit tot:
•              Het feit dat de beweging mede is opgericht door een prominent Al Qaeda lid
•              De beweging zelfmoordaanslagen pleegde
•              De jihadistische Taliban als voorbeeld beschouwt
•              Mensenrechten schond volgens mensenrechtenorganisaties
•              Het standpunt van het OM dat de Ahrar al-Sham een terreurorganisatie is
•              De vervolging van Nederlandse Syriëgangers wegens deelname aan deze organisatie?
266 Op welk moment is de lijst van 22 te ondersteunen groepen tot stand gekomen? Zijn er groepen in de loopbaan de tijd toegevoegd of afgevallen? Wanneer is dit gebeurd?
267 Wanneer was uw ministerie bekend met het Rapport van Amnesty International “Torture was my punishment” (Uitgegeven op 7 maart 2016)? Wat heeft uw ministerie met dit rapport gedaan? Is er in het ministerie overwogen om naar aanleiding van dit rappor steun aan rebellen te stoppen? Waarom niet?
268 Is uw ministerie bekend met het Rapport van Amnesty International “Syria: Armed oppsition groups committing warcrimes in Aleppo” (Uitgegeven op 13 mei 2016)?  Wat heeft u ministerie met dit rapport gedaan? Is er in het ministerie overwogen om naar aanleiding van dit rappor steun aan rebellen te stoppen? Waarom niet?
269 Nederland heeft zich ingezet in de VN Mensenrechtenraad. Wat is de doelstelling van de VN Mensenrechtenraad?
270 Staat het ministerie nog steeds achter de uitspraak van de toenmalige minister van Buitenlandse Zaken van 26 oktober 2014 over het toetreden tot de Mensenrechtenraad: “Dit onderstreept het belang dat Nederland hecht aan mensenrechten, overal ter wereld.”?
271 Hield Nederland zich bezig met Mensenrechtenschendingen in Syrie als lid van de Mensenrechtenraad?
272 Ligt het in de rede dat het ministerie als lid van de VN Mensenrechtenraad ook kennis had van de VN Rapporten over mensenrechtenschendingen in Syrië?
273 Hebben alle mensen die de externe evaluatie uitgevoerd hebben een geheimhoudingsverklaring getekend voordat zij inzage kregen in staatsgeheimen?
274 Zijn bij de grondige en voortdurende ‘vetting’ en monitoring procedures nooit signalen van mensenrechtenschendingen door de door Nederland gesteunde groeperingen naar voren gekomen?
275 Was het rapport van de independent International Commission of Inquieries on the Syrian Arab Republic (IICIS) van 11 augustus 2016 (A/HRC/33/5) bekend bij het ministerie? In hoeverre is dit rapport van invloed geweest op de afweging van de toenmalige minister van Buitenlandse Zakenminster om de rebellen te steunen? Zijn naar aanleiding van dit rapport groepen op de lijst van 22 gezet of er vanaf gehaald? Om welke groepen gaat het in dat geval?
276 Was het rapport van de IICIS gedistribueerd op 2 februari 2017 (A/HRC/34/64)bekend bij het ministerie? In hoeverre is dit rapport van invloed geweest op de afweging van de toenmalige minister van Buitenlandse Zaken om de rebellen te steunen? Zijn naar aanleiding van dit rapport groepen op de lijst van 22 gezet of er vanaf gehaald? Om welke groepen gaat het in dat geval?
277 Was het rapport van IICIS 12 februari 2014 (A/HRC/25/65) bekend bij het ministerie? In hoeverre is dit rapport van invloed geweest op de afweging van de toenmalige minister van Buitenlandse Zaken om de rebellen te steunen? Zijn naar aanleiding van dit rapport groepen op de lijst van 22 gezet of er vanaf gehaald? Om welke groepen gaat het in dat geval?
278 Klopt het dat Amnesty heeft gerapporteerd dat de Sultan Murad Brigade en andere rebellen groepen bij aanvallen 83 burgers onder wie 30 kinderen hebben gedood? Was dit bekend bij het ministerie? Welke gevolgen zijn daar aan gegeven?
279 Kunt u het verslag van de fact finding-missie uit december 2014 aan de Kamer doen toekomen en aangeven welke de wenselijkheid, mogelijkheid en randvoorwaarden waren die ik kaart gebracht zijn?
280 Kwalificeert u een strijdgroep die de bewegingsvrijheid van burgers beperkt, gebruik maakt van menselijke schilden, civiele gebouwen gebruikt voor militaire doeleinden, en burgers constante angst voor vergelding aanjaagt als een strijdgroep die menserechten schendt, danwel het humanitair oorlogsrecht overtreedt?
281 Klopt het dat ook de VN-Mensenrechtenraad verontrustend rapporteert over de Sultan Murad Brigade? Op welke manier heeft deze informatie een weg gevonden in het ‘vetting’ en monitoring proces?
282 Wat verstaat het kabinet onder het naleven van het humanitair oorlogsrecht? Valt het inzetten van kindsoldaten in conflictgebieden onder het schenden van het humanitair oorlogsrecht, danwel het schenden van mensenrechten? Valt het standrechtelijk excecuteren van gevangen zonder proces onder het schenden van het hunmaintair oorlogsrecht, danwel het schenden van mensenrechten? Valt ongericht bestoken van woonwijken met mortieren onder het schenden van het hunmaintair oorlogsrecht, danwel het schenden van mensenrechten?
283 Herinnert u zich de uitspraak van de toenmalig minister van Buitenlandse Zaken op 7 juli 2016: “Terecht dat Amnesty daar nu aandacht voor vraagt, want je kunt altijd wel zeggen dat het nu even niet handig uitkomt. Mensenrechtenschendingen zijn mensenrechtenschendingen.” Staat u nog achter die uitspraak? Hoe kunt u de uitspraak van toenmalig minister van Buitenlandse Zaken op 7 juli 2016 rijmen met zijn steun aan de gewapende rebellen? Hoe rijmt u dit met een minister die zitting had in de Mensenrechtenraad, waar de rapporten behandeld werden, waarin stond dat de rebellen (ook een aantal van de 22) mensenrechtenschendingen pleegden?
284 Typeert u Ahrar Al Sham als een gematigde groepering. Is het een extremistische groepering?
285 Kunt u (al dan niet geanonimiseerd) op basis van het voortdurende monitoring proces aangeven per groepering hoe de geleverde steun is ingezet door de betreffende groepering?
286 Kunt u een lijst geven van alle gematigde rebellengroepen in Syrië?
287 Zijn er voertuigen geleverd door Nederland of andere ‘non-lethal assistance’ door Nederland gebruikt bij de aanval op Afrin?
288 Wat is de definitie van een ‘gematigde gewapende strijdgroep”? Geldt een strijdgroep die shariarechtbanken runt, en waar de doodstraf staat op afvalligheid, als gematigd?
289 Kent u de Sultan Murad-brigade? Is dit een gematigde groep? Wanneer vond uw ministerie deze groep gematigd en wanneer niet?
290 Kunt u zeggen welke groepen onder de militaire koepel Fatah Halab vallen?
291 Kunt u zeggen welke groepen onder Ansar Al Sharia vallen? Kunt u via uw monitoringssysteem aangeven op welke moment welke groepen onder deze koepel vielen?
292 Is er overleg en/of contact geweest met het Openbaar Ministerie over welke groepen het Nederlandse OM als terroristisch beschouwt?
293 Hoe vaak is er contact geweest tussen President Obama en Premier Rutte over Nederlandse steun aan Syrische rebellen?
294 Indien het Nederlandse OM een groep als terroristisch beschouwt, is dat dan voldoende aanleiding om hulp aan die groep stop te zetten?
295 Heeft de minister zich bij de voortdurende beoordeling van de gesteunde groeperingen alleen op de eigen Nederlandse monitoring gebaseerd of ook op informatie van bijvoorbeeld Amnesty en de VN-Mensenrechtenraad?
296 Hoe vaak is er contact geweest tussen het Amerikaanse Witte Huis en het Nederlandse ministerie van Algemene Zaken over Nederlandse steun aan rebellen in Syrië?
297 Is er, nadat een groep op de lijst kwam, ook continu gemonitored op basis van publiek beschikbare informatie (zoals rapporten van Amnesty, HRW en anderen) of groepen geen oorlogsmisdaden begingen?
298 Wanneer vernam Premier Rutte voor het eerst van de wens tot Nederlandse steun aan Syrische rebellen?
299 Is de steun aan Syrische rebellen een ambitie vanuit Algemene Zaken geweest die is uitgezet via Buitenlandse Zaken?
300 Op welk momenten zijn er overleggen geweest met de Minister President over het NLA programma?
301 Is de steun aan Syrische rebellen een ambitie geweest van Buitenlandse Zaken? Wanneer heeft BuZa deze ambitie gedeeld met Algemene Zaken?
302 Is het kabinet geinformeerd over het advies van de volkenrechtelijk adviseur uit 2013, toen het besloot om in te stemmen met het NLA-programma?
303 Op welke momenten is de Nederlandse steun aan Syrische rebellen in het kabinet besproken?
304 Op welke datum heeft de laatste leverantie onder het NLA-programma plaatsgevonden?
305 Was de door Nieuwsuur en Trouw gemelde samenwerking tussen door Nederland gesteunde groeperingen en extremistische groepen niet bekend bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken?
306 Heeft Nederland Syrische rebellengroeperingen gesteund die gelieerd zijn aan Turkije? Zo ja, waarom?
307 Tot welk moment is er NLA steun verleend in de provincie Idlib?
308 Welke anderen landen hebben volgens uw informatie of openbare bronnen soortgelijke programma’s ontplooid? Kunt u daarbij differentiëren in schaal en aard (lethaal/non-lethaal)?
309 Welke plaats nam stabiliteitshulp in de geïntegreerde 3D benadering? In hoeverre hielp de NLA de relatieve veiligheid van burgers, de toegang tot humanitaire hulp, en het in standhouden van  een pril politiek proces; kunt u op elk van deze punten uitweiden en waar mogelijk resultaten benoemen?
310 Hadden deze resultaten ooit geboekt kunnen worden zonder ( politieke) risico’s? Kunt u dit nader aangeven in het licht van de huidige discussie over eventueel weglekken van deze steun?
311 Waarom was het kabinet tegen een humanitaire interventie zoals ook is voorgesteld door Tweede Kamerlid Buma? Welke risico’s waren daar dan aan verbonden? Met welke groepen had dan op de grond moeten worden samengewerkt?
312 Wat waren de risico’s van lethale hulp aan de YPG zoals die in de Tweede Kamer door sommige leden werd voorgesteld? Waarom is in het kader van NLA gekozen voor non-lethale hulp?
313 Hoe past het NLA in een samenhangend pakket van maatregelen in het kader van het kabinetsbeleid ten aanzien van Syrië? Op welke wijze is dit ook tot uiting gekomen in art.100 brieven van het kabinet?
314 Hoe waardeert u de respectievelijke kansen en risico’s van de diverse sporen van het Syrië beleid met betrekking tot weglekken of collateral damage (F16 acties, humanitaire hulp, stabiliteitshulp)? Wat zijn de risico’s van actie respectievelijk non actie?
315 Kunt u zo volledig mogelijk een overzicht geven van uitlatingen en beleidsuitvoering van bondgenoten van Nederland met betrekking tot de noodzaak de relatief gematigde oppositie politiek en materieel te steunen en hoe belangrijk dit was? Is er in die landen controverse over deze steun? Waarom (niet)?
316 Kunt u nader en uitgebreid ingaan op de gezamenlijke samenwerking van de bondgenoten in het NLA proces en de noodzaak en het belang gezamenlijk tot inschattingen en kansen/ risico’s te komen?
317 Hoe dramatisch was de situatie humanitair voor de bevolking en de vluchtelingen in de door de relatief gematigde oppositie beheerste gebieden en welke risico’s werden er precies gelopen door de aanvallen van het Assad Regime en de ISIS en Nusra extremisten?
318 Kon de NLA althans tijdelijk helpen de situatie te verbeteren en te voorkomen dat deze gebieden werden overlopen door extremistischer groepen? Wat waren de risico’s als dit niet was gebeurd?
319 Hoe beoordeelde de Speciale Vertegenwoordiger van de Secretaris Generaal van de VN  het engagement van Nederland en andere landen met de gematigde oppositie en welke rol kon NLA spelen omdat proces kracht te geven?
320 Hoe werd in dat kader ook internationaal aangekeken tegen het de expertise van de Nederlandse Speciale Gezanten in het algemeen en mede gezien het NLA programma?
321 Welke rol speelde de International Syria Support Group ( ISSG) daarbij? Wanneer is Nederland lid geworden ?En wat betekende dit in eerste instantie voor de Nederlandse mogelijkheden ter beïnvloeding van de humanitaire toegang en het prille politieke proces?
322 Is het juist dat het Assad Regime, Iran en Rusland vooral de gematigde oppositie (heeft) bestookt en dat dit actie van landen vereiste om zowel humanitaire redenen als redenen van vluchtelingenpolitiek en politiek proces? Kunt U dit adstrueren?
323 “Dit pakket vormde het antwoord op een formeel verzoek van Frankrijk en de VS naar aanleiding van de aanslagen in Parijs in november 2015.” Welk formeel verzoek deden de VS en Frankrijk aan Nederland? En wanneer deden zij dit verzoek?
324 “Dit pakket vormde het antwoord op een formeel verzoek van Frankrijk en de VS naar aanleiding van de aanslagen in Parijs in november 2015.”” Wanneer is de Kamer op de hoogte gesteld van dit verzoek?
325 “Dit pakket vormde het antwoord op een formeel verzoek van Frankrijk en de VS naar aanleiding van de aanslagen in Parijs in november 2015.” Waarmee is het programma naar aanleiding van dit verzoek uitgebreid en hoe is de Kamer daarover geinformeerd?
326 Wanneer is er een intern volkenrechtelijk advies opgesteld over het NLA programma? Is dat meerdere keren gebeurd, bijvoorbeeld ook nav de uitbreiding? Hoe luidden de dicta van elk van deze adviezen?
327 Hoeveel andere NAVO-bondgenoten gaven steun aan de gewapende oppositie?
328 In hoeverre was het NLA-programma verbonden aan onze bijdrage aan de strijd tegen ISIS?
329 Op welke wijze deden de Franse en Amerikaanse regering een verzoek aan de Nederlandse regering? Wie ontving dat verzoek?
330 Wat waren de risico’s van een militaire interventie met grondtroepen in Syrië zoals door Tweede Kamerleden is voorgesteld?
331 Wanneer is Nederland begonnen met het leveren van voertuigen aan de gewapende Syrische oppositiegroepen?
332 Welke andere landen zijn ook benaderd door Frankrijk en de VS om steun uit te breiden? Welke landen hebben hier vervolgens gehoor aan gegeven?
333 Welke programma’s in Syrië hebben financiële steun ontvangen?
334 Hoe kan het dat Nieuwsuur & Trouw informatie boven water kregen die de minister kennelijk niet had?
335 Wanneer is het grondige onderzoek naar de berichtgeving in Nieuwsuur en Trouw afgerond en de Kamer de uitkomsten ervan tegemoet zien?
336 Kunt u op een rij zetten welke eisen – zoals het onderschrijven van democratische waarden – aan de gesteunde groepen werden gesteld? Hoe werd dit gemonitord en beoordeeld? In hoeverre heeft u een risico ingecalculeerd dat er op enig moment door enige groep hier niet aan voldaan zou worden?
337 Vochten de gesteunde groepen in kwestie allen tegen Assad? En zijn ze daar op geselecteerd?
338 Wat was de rol van respectievelijk de NCTV, de MIVD en mogelijkerwijs de AIVD in de uitvoering van de NLA, waren zij zowel betrokken in den Haag als in Istanbul en hoe functioneerden zij daar op basis van de diverse Ministeriele verantwoordelijkheden? Kunt u dit zo specifiek en uitgebreid mogelijk aangeven?
339 Kunt u nogmaals, in een tijdlijn, schetsen op welke momenten de Tweede Kamer is geïnformeerd over steun aan de Syrische gematigde oppositie? Kunt u daarbij ook aangeven op welke wijze er aandacht is geschonken aan de mogelijke risico’s die vastzaten aan de steun aan de gematigde Syrische oppositie?
340 Beschikte de MIVD over voldoende capaciteit om de groepen in kwestie te “vetten”?
341 Hoe verhouden de bevindingen van de IOB over de programma’s in Syrië zich tot andere IOB-evaluaties in vergelijkbare landensituaties?
342 Wat waren het mandaat en de doelomschrijving van het NLA-programma?
343 Zijn door Nederland ook gewapende Syrische oppositiegroepen gesteund die niet door alle geraadpleegde partners als voldoende betrouwbaar werden beoordeeld?
344 Met welke bondgenoten en organisaties die een zo goed mogelijk beeld hadden van de situatie in het veld is samengewerkt?
345 Hoe zag deze vetting-procedure eruit voor Syrie?
346 Op welke omstandigheden waarin het NLA-programma werden uitgevoerd doelt de minister precies?
347 Waarom zijn de volkenrechtelijke adviezen over het NLA-programma niet openbaar gemaakt?
348 Op welke wijze zijn deze adviezen meegewogen in de politieke besluitvorming? Kunnen deze adviezen alsnog naar uw Kamer worden toegezonden?
349 Wat houdt de ‘vetting procedure’ van Syrische oppositiegroepen die voor steun in aanmerking zouden komen exact in?
350 Hebben Frankrijk en de VS formeel of informeel Nederland verzocht om uitbreiding van de steun van het NLA-programma, naar aanleiding van de aanslagen in Parijs in november 2015? Of was het een eigenstandige Nederlandse beslissing, waar geen verzoek van andere landen of organisaties aan ten grondslag lag?
351 Wat is het mandaat van de extern volkenrechtelijk adviseur?
352 Had de extern volkenrechtelijk adviseur volgens een bestaande regel moeten worden geconsulteerd voorafgaand aan de besluitvorming over het NLA-programma? Zo ja, kunt u toelichten op basis van welke wet of welke interne regel dat had moeten gebeuren?
353 Welke verplichtingen of normen zijn er rondom het consulteren van het Openbaar Ministerie bij handelingen als deze (en eventueel andersom)?
354 Is het juist dat de Extern Volkenrechtelijk Adviseur (EVA) altijd op eigen initiatief, dus ongevraagd, advies kan uitbrengen? Kunt u bevestigen dat dit ook het geval is bij het advies van 17 juni 2013 over de volkenrechtelijke visie op de steun aan de Syrische oppositie? Kunt u bevestigen dat alle adviezen van de EVA worden doorgeleid naar de Tweede Kamer?
355 Kunt u bevestigen dat de Tweede Kamer indien gewenst ook de Extern Volkenrechtelijk Adviseur om advies kan vragen over volkenrechtelijke aspecten?
356 Had de extern volkenrechtelijk adviseur, na ontvangst van de voortgangsrapportage over de strijd tegen ISIS van 7 april 2015 (waarin het besluit inzake het NLA-programma werd aangekondigd), ook ongevraagd advies kunnen geven aan de toenmalige minister van Buitenlandse Zaken, zoals hij dat ook heeft gedaan in 2013?
357 Welke bronnen heeft het Openbaar Ministerie gebruikt om te bepalen dat Jabhat Al-Shamiya een groepering met een “terroristisch oogmerk” is?
358 Is het juist dat Nederland steun gaf aan Jabhat al Shamiya in een periode ver na de onderzoeksperiode van het OM (2014-2015)?
359 Kwam het OM tot zijn oordeel over Jabhat al Shamiya op basis van algemene criteria, of op basis van een individuele zaak in een in tijd afgebakende periode?
360 Hoe beoordeelt u de kwalificatie “terroristisch” die het OM aan Jabhat al Shamiya heeft gegeven?
361 Kunnen de strenge selectiecriteria en externe monitoring waaraan het NLA-programma is onderworpen worden verhelderd?
362 Welke positieve resultaten zijn merkbaar van het NLA-programma?
363 Door welke groep donoren werden de projecten van het NLA-programma gesteund?
364 Op welke manier heeft non lethal steun het gematigde bestuur en het uitvoeren van reguliere stabilisatieprogramma’s in Syrië beïnvloed?
365 Acht het kabinet het logisch dat Buitenlandse Zaken en het OM zo verschillend beoordelen of een organisatie wel of niet als terroristisch moet worden aangemerkt?
366 Waarom vermeldt u niet dat de volkenrechtelijk adviseur in 2013 oordeelde dat wapenleveranties, maar ook andere vormen van steun aan Syrische rebellen, strikt genomen in strijd zijn met het non-interventiebeginsel en dus in strijd met het internationale recht? Op welke wijze is met dit advies omgegaan bij de besluitvorming over de latere ‘non lethal aid’ aan Syrische rebellen? Op basis van welke rechtsgrond heeft het kabinet deze steun gegeven? Kunt u daarbij gemotiveerd aangeven in welk opzicht het kabinet van mening verschilde met de volkenrechtelijk adviseur?
367 Waarom heeft u de broodnodige hulp aan de White Helmets gestopt voor het aanstaande offensief in Idlib? Zijn monitoringsrisico’s  belangrijker dan het redden  van mensen?
368 Kunt u aangeven welke andere landen steun hebben gegeven aan de gematigde Syrische oppositie? En waar de steun van deze landen uit bestond?
369 Is het, gezien de risico’s van de uitvoering van steunprojecten aan Syrische rebellen, waarbij monitoring vaak sterk stoelt op de rapportages en de mate van medewerking uit het veld, niet juist van groot belang om eigenstandig te monitoren en informatie in te winnen over de door Nederland gesteunde strijdgroepen en hiervoor voldoende capaciteit voor beschikbaar te stellen? In hoeverre is dit internationaal, binnen het departement van Buitenlandse Zaken, met de VN-vertegenwoordiging en interdepartementaal voldoende gebeurd? Bent u bereid hierop te reflecteren?
370 In hoeverre heeft het NLA-programma bijgedragen aan de positie van de gematigde oppositie bij de Geneefse vredesonderhandelingen?
371 Hoe gaat de minister opvolging geven aan de aanbeveling van het IOB zoveel mogelijk openheid en het delen van informatie tussen uitvoerende partijen en donoren te stimuleren?
372 Wat zijn de gevolgen voor het voortbestaan van het White Helmets-project als de subsidie in 2019 afloopt?
373 Wat is de inzet van de politieke oplossing die Nederland voor ogen heeft voor Syrië?
374 Kunt u per de door Nederland eerder gesteunde programma’s aangeven waarom de steun is gestopt?
375 Hoe beoordeelt u de bevinding dat er een negatieve prikkel was voor rebellengroeperingen om mensenrechtenschendingen te melden, aangezien dit de aan hen geboden steun in gevaar kon  brengen? Heeft u dit op voorhand voorzien en/of maatregelen genomen? Was het daarom niet te meer van belang om andere bronnen te raadplegen, zoals VN mensenrechtenrapportages en rapporten van mensenrechtenorganisaties over de door Nederland gesteunde rebellengroeperingen? (IOB-rapport)
376 Klopt het dat er, behalve met de VS, geen donorcoördinatie was binnen het NLA-Noord programma, aangaande het type en hoeveelheid steun die gegeven werd, en dat er geen enkele informatie-uitwisseling plaatsvond? Zo ja, hoe beoordeelt u dit? (IOB-rapport)
377 Kunt u uitleggen waarom er in zijn geheel geen onafhankelijke monitoring was? (TPM is not employed by the MFA or by the implementing organisation)
378 “The project’s risks are higher than in the North because the equipment provided can be used as auxiliary material in military operations”
Welk materiaal is geleverd dat gebruikt kan worden voor militaire operaties?
379 There is no central place in the MFA where all project documents are available and archived. In addition, it is not clear who is responsible for archiving project documentation. As a result, several key project documents took much time to locate, or could not be located at all.
This severely impacts the ability of the MFA to respond to new developments and crisis situations in a timely and efficient mannerIs het archief nu wel op orde gebracht? Welke stukken ontbreken er nog in het archief?
380 Is het waar dat sommige belangrijke projectdocumenten geheel onvindbaar zijn? Zo ja, hoe beoordeelt u dit? (IOB-rapport)
381 Hoe beoordeelt u de kritiek van het IOB dat:
•              Er geen centrale plaats is binnen het ministerie van Buitenlandse Zaken waar alle projectdocumenten beschikbaar zijn en gearchiveerd worden, dat er niet duidelijk is wie er verantwoordelijk is voor de archivering van projectdocumentatie
•              Sommige belangrijke projectdocumenten geheel onvindbaar zijn
•              Dit het vermogen van het ministerie van Buitenlandse Zaken ernstig belemmert om tijdig en op efficiënte wijze op nieuwe ontwikkelingen en crisissituaties te reageren? Welke maatregelen gaat u nemen? (IOB-rapport)
382 Hoe beoordeelt u de informatiepositie van het ministerie van Buitenlandse Zaken, als het gaat om het implementeren van risicovolle programma’s zoals de steun aan rebellen in Syrië? (IOB-rapport)