Stap 1: de zinvraag stellen
De eerste stap om als volwassene volwassen te worden is de zinvraag te stellen. Aangezien we die vraag nooit absoluut en definitief kunnen beantwoorden, is deze stap eerder een kwestie van de zinvraag te blijven stellen. De zinvraag gaat uiteraard over de zin van mijn leven, dat zich afspeelt tussen mijn geboorte en mijn dood. Mijn bestaan heb ik niet zelf gekozen en ik ben er niet zelf de oorzaak van, zoals ik evenmin de oorzaak ben van alles om mij heen. Met andere woorden: het leven is mij gegeven en het universum is voor mij geschapen.
De zinvraag geeft antwoord op de vraag waarom is het leven en alles om mij heen aan mij gegeven? De materie, de dieren en de planten hebben hun bestaan ook te danken aan een schepping ex nihilo, maar zij stellen nooit de zinvraag. Zij bestaan. Ook de mens kan louter bestaan, namelijk als hij de zinvraag niet stelt. God hoeft die vraag niet te stellen. Tot Abraham zei Hij: Ik ben die ben.
De mens onderscheidt zich van de materie en van dierlijk leven doordat hij aanvoelt dat hij met een opdracht in het bestaan is gekomen. Die opdracht komt tot hem zodra hij een ander mens ontmoet. Dit is te vergelijken met de moeder die voor het eerst haar baby ziet: die zuigeling is aan haar toevertrouwd. Zij is vanaf dat moment verantwoordelijk voor haar kind en dat geldt evenzeer voor de vader. Deze opdracht kunnen we generaliseren: de andere mensen zijn aan ons toevertrouwd en het universum, dit is ondermeer de natuur met haar fauna en flora, is aan ons toevertrouwd. Hieruit volgt de tweede stap.
Stap 2: zich verantwoordelijk gedragen
Let op: die verantwoordelijkheid is geen vrije keuze! De verantwoordelijkheid is aan ons opgelegd. Onze vrijheid ligt in het al of niet beantwoorden aan die opdracht. Net zoals ik niet voor mijn bestaan op aarde zelf heb gekozen, zo heb ik de opdracht om mij verantwoordelijk tegenover de medemensen en tegenover de schepping te gedragen niet zelf gekozen.
Verantwoordelijkheid wil zeggen dat we het goede doen voor onze medemensen en dat we als goede rentmeesters zorg dragen voor de planeet Aarde. Het goede doen heeft een radicale of absolute betekenis: ik kan niet een beetje goed zijn. Het is alles of niets. Zodra ik voorwaarden stel, gaat het om eigenbelang. De Ander wordt als het ware het centrum van mijn identiteit en niet mijn ego (de filosoof Emmanuel Levinas noemt dit ”substitutie” dit is zich in de plaats stellen van de Ander).
Mijn gedrag tegenover mijn medemensen mag ook niet afhangen van wat ik over hen weet, van hun kenmerken of hun afkomst. Voor alle mensen ben ik verantwoordelijk. Maar omdat de anderen ook verantwoordelijk zijn voor hun medemensen, moet er rechtspraak zijn zodat een eerlijke verdeling van de verantwoordelijkheid tot stand komt.
Geweld tegenover een medemens, in welke vorm dan ook – van diefstal tot doodstraf – is daarom volstrekt tegenstrijdig aan onze opdracht ons verantwoordelijk te gedragen.
Stap 3: Anderen door ons voorbeeld inspireren
De meeste mensen stellen de zinvraag niet en gedragen zich allesbehalve verantwoordelijk. Dat hoeven we hen niet te verwijten. We hoeven hen niet te beschuldigen. We kunnen anderen inspireren door zelf ons verantwoordelijk te gedragen. Wie volwassen is, voelt zich verantwoordelijk voor de verantwoordelijkheid van anderen. Zich verantwoordelijk gedragen houdt daarom nooit op. Ieder mens draagt als het ware een oneindige verantwoordelijkheid. Dankzij die oneindigheid leven we na onze dood verder, namelijk in de verantwoordelijke daden die we hebben gesteld.
We kunnen als opvoeders, ouder of leerkracht, de kinderen inspireren voor het goede. Een leraar moet natuurlijk kennis en vaardigheden overdragen, maar zijn belangrijkste opdracht is dat het kind een goed mens wordt.
De economie wordt, vanuit de beantwoorde zinvraag, een gezamenlijk project om de miserie en de armoede uit de wereld te helpen. Natuurlijk moet er winst gemaakt worden en moet er geïnvesteerd worden, maar het belangrijkste economische doel is het lijden van de mensen te verlichten, waar ook ter wereld.
Politiek is een gezamenlijk project om vrede, welzijn en voorspoed te realiseren. Het is geen strijd tussen tegenstanders. Natuurlijk kunnen we van mening verschillen over de te volgen weg, maar slechts via de dialoog en door gezaghebbend op te treden kunnen we de tegenstellingen beslechten. Gezag hebben verschilt van autoritair of dictatoriaal zijn doordat het niet wordt afgedwongen, maar door anderen spontaan wordt erkend. De politieke leider die zulk gezag heeft is een staatsman.
Stap 4: een stevige basis zoeken voor onze keuzes
Bij het zoeken naar een antwoord op de zinvraag en om ons te motiveren om ons verantwoordelijk te gedragen is het van belang een goede grond te hebben waarop we kunnen voortbouwen. Dat is de taak van een ideologie of een religie. Hierbij worden mensen verenigd rondom een overtuiging of geloof en ze helpen elkaar om in overeenstemming met de ideologische of religieuze normen en waarden te leven.
We kunnen hier niet uitgebreid op onze normen en waarden ingaan. Hierboven werd eenmaal het term ’God’ genoemd, maar dat was eerder bedoeld om aan te geven dat het niet aan de mens zelf is om de zin van zijn leven te bepalen. Onze normen en waarden zijn ook geen kwestie van een stemming bij democratische meerderheid.
Ik beperk mij hier tot de stelling dat onze opdracht ons verantwoordelijk te gedragen tegenover de medemensen en de natuur, elke vorm van geweld en vernietiging verbiedt. Het geweld tegen onze naasten en de vernietiging van de natuur kan echter van dien aard zijn dat alleen geweld en dwang dit kan stopzetten: dit geweld is verantwoord in zoverre het altijd wordt gecombineerd met het opnemen van onze verantwoordelijkheid ook voor diegenen die we met geweld en dwang moesten aanpakken.
Wie een ander geweld aandoet, is niet religieus. Wie in naam van God of Allah andere mensen haat of doodt, pleegt de meest ernstige vorm van godslastering. Hetzelfde geldt voor eender welke ideologie: als de politieke overtuiging ertoe leidt dat anderen worden geminacht of vervolgd, dan is die overtuiging alles behalve menselijk. Wie door zijn daden, hoe klein en dagelijks ook, schade toebrengt aan het milieu, gedraagt zich onvolwassen en onverantwoord ten aanzien van de toekomstige generaties die zullen moeten leven op de planeet die we voor hen achterlaten.
Als de aanhangers van de religies en de ideologieën in de wereld zich zouden houden aan het appel om ons verantwoordelijk te gedragen, dan kunnen ze alle een stevige basis bieden voor een wereld waarin de mensen zich op volwassen wijze gedragen.