Longread

Migratiecrisis en ‘mensenrechtenfundamentalisme’ in het realistische perspectief van Theo Francken

11-11-2018 16:16

Het migratiedebat lijkt een kookpunt te bereiken. Zelfs bij de doorgaans toch links georiënteerde De Correspondent klinkt een geluid dat tot voor kort nog zou leiden tot het label ‘rechts-extremist’, namelijk het geluid dat niet alle illegale immigranten vluchteling zijn, en dat niet al deze migranten bijdragen aan een geweldige economische groei doordat zij hoog opgeleide werkers zijn. Ook bij de Volkskrant lijken er mensen wakker te worden over de mogelijke gevolgen van de hedendaagse politieke keuzes. En natuurlijk las u hier op TPO ook al één en ander.

In het licht van de huidige discussie is het interessant om eens te kijken hoe we op dit precaire punt zijn aanbeland. Wat is er gebeurd dat geleid heeft tot de huidige situatie?

Op 28 september verscheen Continent zonder grens van Theo Francken, Belgisch staatssecretaris voor Asiel, Migratie en Administratieve Vereenvoudiging, en zijn raadgever Joren Vermeersch. Het boek is een aanrader voor wie wil begrijpen waarom de Europese Unie faalt in het migratiedossier. Francken beschrijft wat er aan de recente migratieproblematiek ten grondslag ligt, wat de risico’s zijn voor de toekomst van Europa en hoe men het elders op een andere manier aanpakt. Het geeft een aardig inkijkje in de werkelijkheid achter de schermen van politiek Europa, de rol van de media en met name ook de opmerkelijke rol van de rechtelijke macht.

‘Een interessante observatie is dat de vaak voorgestelde strategie (‘werk aan de grondoorzaak, verbeter de lokale economie in probleemgebieden’) geen geldige is’

Het boek maakt een gedegen indruk. Het is niet zozeer een opiniërend betoog, als wel een zakelijke kijk op de materie die gevormd, gestaafd en gestut wordt door vele citaten, verwijzingen naar gebeurtenissen, cijfers, namen en rugnummers en circa 250 voetnoten die bijna 10% van het boek beslaan. Ik heb hieronder het boek samengevat, maar raad zonder meer aan het origineel volledig te lezen.

Francken begint met het beschrijven van de migratiecrisis die in 2015 ontstond door de oorlog in Syrië. Zijn eerste vaststelling is hoe in de berichtgeving gesproken werd over “Syrische gezinnen, veelal hoogopgeleid, die vluchtten voor de bommen van Assad en de terreur van ISIS, terwijl in de Dienst Vreemdelingenzaken toen al bleek dat amper één op vijf van alle asielaanvragen in 2015 werd ingediend door personen van Syrische nationaliteit. Deze cijfers zijn overigens hier te raadplegen:

Francken haalt dr. Rik Torfs aan, toen rector van de KU Leuven:

“Ongemakkelijke feiten, zoals de oververtegenwoordiging van Iraakse en Afghaanse alleenstaande jongemannen onder de asielzoekers, werden genegeerd om de verslaggeving zo constructief mogelijk te maken. Prioritair was niét de bevolking correct informeren, maar wel haar een stichtende waarheid vertellen.”

Als de oorlog in Syrië niet de belangrijkste drijfveer was voor deze migratiegolf, zo betoogt Francken, dan moet het dus de economie zijn die zorgde en zorgt voor de migratiedruk:

“Een poll van het opiniebureau Gallup uit 2017 leert ons dat niet minder dan 31% van de bevolking van Sub-Saharaans Afrika wil emigreren als de kans zich voordoet. Voor het Midden-Oosten en Noord-Afrika is dat 22%. Wereldwijd willen maar liefst 700 miljoen mensen andere oorden opzoeken.”

Een interessante observatie van Francken is dat een vaak voorgestelde strategie (“werk aan de grondoorzaak, verbeter de lokale economie in probleemgebieden”) geen geldige is. Ik noemde zelf deze overweging al in mijn bespreking van het Verdrag van Marrakesh, maar zal de redenering hier herhalen: de afgelopen tien jaar emigreerden bijna een miljoen Polen naar het Verenigd Koninkrijk terwijl het land van Chopin naar mondiale normen enorm welvarend en snelgroeiend is. Zelfs al zou men dus de economie in de armste gebieden tot aan het niveau van Polen brengen, dan nóg bestaat de migratiedruk omdat mensen immers altijd een plek zullen zoeken daar waar de economie het beste is. De strategie om economie in de probleemgebieden te verbeteren zou zelfs contra-productief werken. Francken:

“Uit data voor de jaren 2016 en 2017 van de Internationale Organisatie voor Migratie, blijkt dat de meerderheid onder hen afkomstig is uit de landen aan de West-Afrikaanse kust die, naar Afrikaanse normen, relatief welvarend zijn: Nigeria, Ivoorkust, Ghana en Gambia. Veel minder vaak komen ze uit de werkelijk arme landen van Afrika, zoals Burkina Faso, Mali, Tsjaad, en Niger. Daar is een simpele reden voor: illegaal migreren vanuit Afrika naar Europa kost nu eenmaal veel geld.”

De conclusie uit bovenstaande observatie is dat het bevorderen van de armste economieën juist tot meer clandestiene migratie zal leiden in plaats van minder. Francken stelt dat het bevorderen van economieën dan ook niet uit strategische overwegingen, maar eventueel slechts uit humanitaire overwegingen zou moeten gebeuren.

Natuurlijk wordt het bevorderen van die economieën al sinds jaar en dag betracht. Het is het de vraag waarom het toch zo moeilijk is dat deel van de wereld te ontwikkelen. De bevolkingsexplosie die gaande is in juist de armste delen van Afrika, waar vrouwen in sommige landen gemiddeld wel zes of zeven kinderen krijgen, is daar een verklarende factor in:

“De bevolking is er gradueel aan het verarmen, niet omdat de economie er achteruitboert, maar omdat hun bevolking nog sneller groeit dan hun economie.”

Francken stelt vast dat door conflicten er zo’n 60 miljoen mensen recht hebben op een verblijfsstatus in Europa met bijbehorende sociale voorzieningen. Daarnaast is er tegenwoordig ook een categorie ‘klimaatvluchtelingen’. De bovengenoemde bevolkingsexplosie eist zijn tol van de lokale ecologieën door irrigatie en andere landbouwgerelateerde uitputting, maar deze effecten worden vreemd genoeg geweten aan klimaatverandering. Ik merk overigens op dat Francken geen klimaatontkenner is. In het boek wordt stelling genomen dat er wel degelijk gewerkt moet worden aan het ondervangen van de gevolgen van een veranderend klimaat, maar dat een groot gedeelte van de ecologische achteruitgang die nu toegeschreven wordt aan klimaatverandering in werkelijkheid gewijd moet worden aan overbevolking.

Waarom is Europa zo gewillig met het zich openstellen voor migratie? Francken stelt vast dat migratie uit niet-westerse landen niet bijdraagt aan de economie:

“Van onze inwoners op arbeidsleeftijd, geboren in het buitenland, is amper de helft aan de slag.”

Hij komt tot een tweetal conclusies over waarom Europa dan toch illegale migratie toelaat. De eerste conclusie is:

“De christelijke filosofie, waarin de westerse cultuur gedrenkt is om de simpele reden dat ze er nu eenmaal uit is voortgesproten, verklaart dan ook voor een groot stuk waarom je in Europa wél hoort ‘dat de wereld van iedereen is’, en niet in Tokyo, Beijing, Tel Aviv, Ryad of Ankara.”

De tweede conclusie is de bewust in stand gehouden veronderstelling en boodschap dat asielmigratie economisch loont en zelfs nodig is voor het economisch overleven van Europa. Vreemd genoeg wordt ter ondersteuning van deze misvatting vaak onderzoek aangehaald over migratie in het algemeen, waaronder kennismigratie, terwijl Francken op het hakblok wordt gelegd zodra hij vraag stelt of deze positieve effecten ook standhouden als men kijkt naar niet-westerse immigratie waarvan bijvoorbeeld een deel uit analfabeten bestaat. Het lijkt er op dat wetenschappelijke bevindingen niet verder mogen reiken dan zover er een positieve boodschap uit te destilleren is.

‘De werkelijkheid die voorheen werd verkondigd door ‘extreemrechtse’ boze witte mannen’ lijkt nu eindelijk een salonfähig inzicht te worden’

Wie hier meer inzage in wil krijgen raad ik aan het hierboven genoemde door Maite Vermeulen geschreven artikel in De Correspondent te lezen. De werkelijkheid die voorheen verkondigd werd door ‘extreemrechtse’ ‘boze witte mannen’, namelijk dat achter migratie een hoogst cynische industrie van misdaad, mensenhandel en prostitutie schuil gaat, lijkt nu eindelijk een salonfähig inzicht te worden. al vertikt Vermeulen het in dit artikel om hier conclusies over het migratiebeleid aan te stellen.

Het derde deel van het boek gaat op zoek naar de reden waarom de Europese politiek, naast onwillig, ook onmachtig is om het probleem van migratie aan te pakken. In 1950 ondertekenden twaalf regeringsleiders het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Dit verdrag was bedoeld om mensen te beschermen tegen tirannie en totalitarisme, bijvoorbeeld artikel 3:

“Niemand mag worden onderworpen aan folteringen of aan onmenselijke of vernederende behandelingen of bestraffingen.”

Het verdrag had niet tot doel sociale basisrechten in het leven te roepen of grenzen van landen te openen. Pas 39 jaar later begon het verdrag aan een lange tocht naar het uitoefenen van meer en meer invloed op het migratiebeleid. In 1989 vermoordde in de VS de Duitser Jens Soering met een slagersmes zijn liefje. Hij werd gearresteerd in het Verenigd Koninkrijk. Zijn advocaten vochten het uitleveringsbevel aan. In Straatsburg werd, met verwijzing naar artikel 3 van het EVRM, beslist dat Soering niet mocht worden uitgeleverd aan de VS omdat hij daar de doodstraf kon krijgen. Het verdrag, dat was bedoeld om mensen te beschermen tegen hun eigen overheden, behelsde nu ook de verplichting van deze overheden om mensen te beschermen tegen gedrag van ándere overheden. Daarnaast hoefde er geen daadwerkelijke folteringen plaats te vinden om uitlevering te blokkeren. De mogelijkheid van een veroordeling van Soering, en dus het mogelijke toekomstige gedrag van een andere staat, bleek voldoende om het Verenigd Koninkrijk, dat Soering wilde uitleveren, te veroordelen wegens ‘foltering en mensonterende behandeling’. En daarmee werd de uitlevering geblokkeerd. Francken beschrijft hoe deze, en andere, rechterlijke uitspraken het bijna onmogelijk maken terroristen uit te leveren. Een top-terrorist als Nazir Trabelsi mocht niet door België aan de VS worden uitgeleverd omdat hij daar levenslange celstraf zonder kans op vervroegde vrijlating kon krijgen. Volgens het Europese Hof was dit een ‘onmenselijke en onterende behandeling’ en moest de Belgische staat 90.000 euro betalen aan deze terrorist.

‘Artikel 3 van het EVRM is een kapstok geworden, een joker waarmee rechters allerlei beleidswijzigingen kunnen afdwingen.’

De rechtelijke macht voerde zijn invloed op de migratieproblematiek op en werd daarmee steeds activistischer. Volgens de Dublin-procedure dienen asielzoekers asiel aan te vragen in het eerste land waar ze voet aan de grond zetten in de Schengenzone, en daar ook de procedure af te wachten. Een Afghaanse asielzoeker, die had moeten wachten in Griekenland maar was doorgereisd naar België, liet zijn advocaat met succes procederen in Straatsburg omdat zijn verblijf in Griekenland had plaatsgevonden”in een staat van extreme armoede en in de alomtegenwoordige vrees om beroofd te worden.” Zowel België als Griekenland werden veroordeeld tot het betalen van 25.900 euro aan klager en hij kon zijn aanvraag in België afwachten in plaats van, zoals wettelijk bepaald, in Griekenland.

Artikel 3 van het EVRM was daarmee een kapstok geworden, een joker waarmee rechters allerlei beleidswijzigingen konden  afdwingen, tot voorbij het punt dat een andere asielzoeker niet vanuit België naar Duitsland mag worden teruggestuurd omdat daar “een menswaardige opvang niet gegarandeerd is”. De facto werd het Dublin-verdrag terzijde geschoven en konden asielzoekers afdwingen dat ze opgenomen zouden worden in een land naar keuze. In een ander arrest verklaarde het Europees mensenrechtenhof de boten waarmee drenkelingen teruggebracht werden naar hun plaats van vertrek tot Italiaans grondgebied, waarmee het terugbrengen van die mensen tot een in Italië uitgevoerde “mensonwaardige behandeling” werd.

‘Het Europese beleid heeft geen enkele voorziening of rem, het gaat voorbij aan het feit dat mensen soms niet te goeder trouw zijn.’

Francken introduceert het woord ‘mensenrechtenfundamentalisme’. Door deze beslissing probeerden en slaagden 624.688 mensen erin zonder visum of identificatie Italië binnen te komen. 15.348 verdronken. Het lovenswaardige streven van Straatsburg om de burger steeds méér rechtsbescherming te geven was uitgemond in een verplichting om de burger een steeds waardiger leven te waarborgen. Politici hadden hierover niets meer te zeggen. Er is voor de stelling te pleiten dat de scheiding tussen wetgevende en uitvoerende machten hiermee geschonden werd en wordt. Let wel: de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens is een niet-bindend document, net als het nog te tekenen Verdrag van Marrakesh dat nu zo ter discussie staat.

Europa stelt kinderen sowieso vrij van het Dublin-verdrag. Wie zonder paspoort als volwassene Europa binnenkomt (Francken noemt zelfs gevallen van 40-plussers) en zich als minderjarige laat registeren kan vrij reizen hangende het ‘onderzoek’ en de beslissing over de asielaanvraag. Maar ook voor echte minderjarigen heeft dit een uitwerking. Kinderen worden door ouders en familieleden naar Europa gestuurd. En in plaats van dat Europa deze kinderen terugstuurt om herenigd te worden met de ouders, worden de ouders overgehaald om die hereniging te bewerkstelligen.

‘Net zoals in Hongarije wordt Poolse leerlingen aangeleerd dat naast het communisme ook de islam een erfvijand is’

Tijdens de migratiecrisis heeft dit alles geleid tot 58.190 alleen dolende minderjarigen op Europees grondgebied. Het Europese beleid heeft geen enkele voorziening of rem, het gaat voorbij aan het feit dat mensen soms niet te goeder trouw zijn en dat kinderen, die in bepaalde andere culturen als kleine volwassenen worden beschouwd, door familie bewust op pad worden gestuurd om een betere economische positie voor de familie af te dwingen.

Waar we mee te maken hebben is dat wetten en verdragen die decennia oud zijn worden toegepast op de hedendaagse situatie waar deze niet op zijn voorzien:

Om een ‘fitte’ democratie te hebben, zijn in essentie twee elementen nodig: een snel besluitvormingsproces en het vermogen bij de politieke partijen om het algemene belang te laten prevaleren boven hun eigen particulierebelangen. Het is een understatement van formaat om te zeggen dat de Europese democratieën vandaag niet over die benodigde wetgevende fitheid beschikken. En al helemaal niet de Europese Unie.”

In september 2015 ging de Europese Raad akkoord met het Commissievoorstel om 120.000 asielzoekers te verdelen over de Europese lidstaten. Hongarije stemde uit principe tegen, samen met Roemenië, Tsjechië en Slowakije. Polen stemde eerst voor, maar verkoos al snel om zich bij de andere Visegradlanden aan te sluiten. Orbán omschreef het relocatieplan als”

“Een poging om de religieuze en culturele kaart van Europa te hertekenen om zo de natiestaten te ontmantelen die het laatste obstakel vormen tegen de internationalistische beweging.”

Wat het Poolse patriottisme echt uniek maakt in Europa is dat de Polen er historisch van overtuigd zijn dat hun volk een historische missie heeft, namelijk die van beschermer en bewaker van de christelijke identiteit van Europa. Net zoals in Hongarije wordt leerlingen aangeleerd dat naast het communisme ook de islam een erfvijand is, zowel van de Poolse natie zelf als van christelijke Europa. Voor wie dit alleen maar een teken van xenofobie vindt haalt Francken de geschiedenis aan van Polen door te beschrijven hoe dat land op 11 september 1683 het Turkse beleg van Wenen doorbrak en daarmee Europa behoedde voor de dreiging van moslimoverheersing. Daarom zegt hij:

“De bureaucraten van de Europese Commissie reduceren de relocatierel tot een kwestie van Europese solidariteit en de suprematie van Europees recht boven nationaal recht. De bevolkingen en politieke leiders van de Visegradlanden daarentegen, bekijken de kwestie als een elementair gevecht voor de vrijheid, veiligheid en eigenheid van hun natie voor de toekomstige generaties.”

De vraag is natuurlijk in hoeverre het gerechtvaardigd is dat een instituut als de Europese Unie, dat in aanleg een vrijhandelszone is, bedoeld om vrij intern verkeer van mens en goed te vergemakkelijken, zich behoort te mengen in culturele en morele kwesties die niet voortvloeien uit economische overwegingen. Uit alles blijkt dat Europa zich beslissingsbevoegd heeft verklaard in dit soort kwesties en dat alle lidstaten deze bevoegdheid als een natuurlijk, of althans onweersproken, uitvloeisel van de intentie van de Unie beschouwen. Ik haal hier maar eens de speech van onze eigen Frans Timmermans aan die verklaarde dat multiculturaliteit nou eenmaal ‘de toekomst is van Europa’. Niet als bijproduct van de moderniteit, maar als bewust doel waar ook de portemonnee voor moet worden getrokken en die desnoods met wrikken en wurgen wordt geforceerd. Op een speech voor de Alpbacher Medienakademie in Wenen op 25 augustus 2016 pleitte Jean Claude Juncker voor meer solidariteit met vluchtelingen en verklaarde hij droog dat “grenzen het ergste zijn wat politici ooit hebben uitgevonden”.

Heeft u voor dit soort standpunten in het stemhokje gestaan? Kent u iemand die voor dit soort standpunten in het stemhokje heeft gestaan?

Dat brengt ons bij de Brexit. Over één ding zijn velen het eens: de Brexit ging in de eerste plaats niet over wazige ideeën van volkssoevereiniteit, noch over visserijrechten of de budgettaire bijdrage aan de EU. De Brexit ging over migratie. In eerste aanleg over migratie als gevolg van de open grenzen binnen de Unie.

“Op het moment dat de Britten naar het referendum trokken, woonde bijvoorbeeld al één op de zes Litouwers in het Verenigd ­Koninkrijk. Toen Litouwen in 1990 zijn onafhankelijkheid herwon telde het land 3,7 miljoen zielen. Vandaag schieten er daar nog 2,7 miljoen van over. Dorpen liepen er leeg, scholen en ziekenhuizen sloten. Maar ook de legale en illegale immigratie van buiten de Unie, mede gefaciliteerd door het bewust afwezige beleid van strenge grenzen, eiste zijn tol.”

Wat is dan de oplossing voor de immigratieproblematiek? Francken beschrijft de recente geschiedenis op dit vlak in Australië, waar een ‘push-back‘ oplossing al rond de eeuwwisseling werd bedacht: bootvluchtelingen werden naar een partnerland buiten Australië gesleept. Deze ‘Pacific solution’ was drastisch: in 2001 hadden nog 5.516 mensen Australië bereikt via illegale bootmigratie. Het jaar daarop was het er welgeteld één. De belangrijkste conclusie over de effectiviteit van deze maatregel is dat crises van illegale immigratie meer het gevolg zijn van nationale beleidskeuzes dan van de toestand in de landen van herkomst.

‘Francken heeft een gedegen en goed leesbaar betoog geschreven om immigratieproblematiek anders aan te gaan pakken’

In 2014, in het licht van de nieuwste migratiegolf, werd door Australië dan ook opnieuw een soortelijke terugsleepregeling opgetuigd. De nieuwe premier realiseerde zich dat de crisissituatie niet alleen duidelijkheid en kordaat beleid vereiste, maar ook een duidelijke en kordate communicatie. ‘You will not make Australia home‘:

“Het succes van Operation Sovereign Borders sloeg elke waarnemer met verstomming. In 2014 kwam nog slechts één boot toe, met 160 illegale migranten aan boord. In 2015 en 2016 geen enkele. Géén boten, géén doden.”

Er gaan geluiden op die stellen dat Australië met deze policy inhumaan handelt. Om dit in perspectief te plaatsen geeft Francken wat vergelijkende achtergrondcijfers over Australië:

“Tussen juli 2015 en juli 2016, toen in Europa de migratiecrisis volop woedde, reikte de Australische overheid aan 15.552 vluchtelingen humanitaire visa uit, waaronder 3.790 aan Syriërs in VN-vluchtelingenkampen in Jordanië, en 1.277 visa in het kader van het Women at Risk-programma, waarmee de Australiërs een nieuwe toekomst willen geven aan alleenstaande vluchtelingenvrouwen. Geen enkel land ter wereld is in dat opzicht ruimhartiger, gemeten naar zijn inwoner­aantal. Daarenboven is Australië een royale bijdrager aan de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR. In het fiscale jaar 2015 schonk het land maar liefst 51.296.866 miljoen dollar aan UNHCR, wat meer is dan Frankrijk (42 miljoen), dat drie keer zoveel inwoners telt.”

Het is te hopen dat alle ‘Fascisme!’- en ‘Racisme!’-roepers ook op de hoogte zijn van deze indrukwekkende getallen.

Een ander deel van de oplossing van de immigratieproblematiek wordt door Francken gezocht in Denemarken, namelijk het deel dat te maken heeft met gezinshereniging. Door het Edinburgh Agreement zijn de Denen niet gebonden aan de vele Europese migratierichtlijnen die de Europese Commissie over de jaren heen aan de Europese Raad en het Europees Parlement heeft voorgeschoteld en laten goedkeuren. Interessant is het hier op te merken dat de EU blijkbaar geen zwart-wit schaakbord is waar men óf op een wit óf op een zwart vakje staat. In of uit. Vaak wordt de EU zo getekend, wat bijvoorbeeld de huidige positie van Groot Brittannië als meer dramatisch afschildert dan hij hoeft te zijn. Zwitserland heeft immers ook een uitzonderingspositie. De-facto lid, maar feitelijk niet. Er zijn vele verdragen, uitzonderingsposities en tussenposities mogelijk. In Denemarken heeft men dan ook strenge regels. Voor het overhalen van bruiden uit het land van herkomst heeft men een ‘attachment requirement‘, waardoor maar liefst tien jaar legaal en ononderbroken verblijf in Denemarken is vereist voordat men recht kan maken op gezinshereniging. Die termijn kan weliswaar teruggebracht worden naar acht of zeven jaar, maar slechts indien die persoon al die jaren voltijds heeft gewerkt, omdat hij dan pas een ‘duurzame integratie in de Deense arbeidsmarkt vertoont’. Daarnaast wordt een waarborg van 54.290 Deense kronen betaald aan de gemeente om eventuele sociale uitgaven te dekken die toch nodig zouden blijken voor de overkomende man of vrouw. Dat is ongeveer 7.300 euro. Daarmee wordt het overhalen van een bruid of bruidegom een stuk minder vrijblijvend. In de Deense wet stelt men letterlijk dat ‘de praktijk van gezinscreatie met partners uit het land van herkomst de integratie van migranten tegenwerkt’. Daarenboven stellen de Denen dat het hebben van een Deens paspoort een persoon daarom nog niet ‘Deens’ maakt.

Francken heeft een gedegen en goed leesbaar betoog geschreven om immigratieproblematiek anders aan te gaan pakken. Hij rondt af met het beschrijven van wat hij het ‘nice guy‘ syndroom noemt: Europa blinkt uit in het niet voor het hoofd stoten van gesprekspartners of individuen en lijkt niet in staat waar nodig zijn machtspositie in de strijd te gooien. Tegelijkertijd opereert het in een wereld waarin anderen de handschoenen al lang hebben uitgetrokken. De EU heeft te maken met leiders als Putin en Erdogan, die zich niet geremd voelen door de noodzaak ‘aardig’ of ‘diplomatiek’ te worden gevonden.

Het is zaak voor Europa om, met behoud van waardigheid en humaniteit, voortaan met de stok op tafel te slaan, de toekomst weer in eigen hand te nemen en gewoon met duidelijke taal, en waar nodig met ferme daden, bij te dragen aan een fatsoenlijk en humaan continent, zonder daarbij zichzelf nog langer te verliezen.

Lees ook: dossier Verdrag van Marrakesh.