Opinie

Politici komen onvoldoende toe aan feiten, omdat ze al struikelen over waarden

15-11-2018 22:25

”Wat als – 50 jaar na vandaag – een historicus terugkijkt naar het begin van de 21ste eeuw? Mogelijkerwijs zou hij of zij verbijsterd zijn door de besluitenloosheid van de huidige westerse samenlevingen.”

Dit zegt Philipp Blom in de introductie van zijn lezing in Maastricht op maandag 12 november. Blom komt uit Oostenrijk. In Nederland is hij “Klimaatverandering en kunstmatige intelligentie zullen onze samenlevingen radicaal veranderen, en vragen om actie”. Blom heeft haast. Volgens hem kunnen we de oplossing niet overlaten aan een volgende, nog op te leiden generatie. De huidige generatie politici zal zelf aan de bak moeten.

Wat betreft kunstmatige intelligentie voorziet hij een wereld waarin werk voor de kostwinning geen vanzelfsprekendheid meer is. De samenleving dient zich aan deze tendens aan te passen. Hoe precies blijft onduidelijk. Wél heeft Blom kritiek op wat hij “transformatieve consumptie” noemt. Daarmee bedoelt hij de belofte dat door het consumeren van bepaalde producten je identiteit transformeert. Bijvoorbeeld, van Marlboro roken wordt je avontuurlijk. Wellicht bedoelt Blom dat het voorzien in basisbehoeften niet zo duur hoeft te zijn, maar dat juist de behoefte aan identiteit de consumptie tot grote hoogten opzweept. Zien we af van transformatieve consumptie, dan hoeven we wellicht niet zo veel te werken om toch ons kostje te verdienen. Economische groei is dan minder noodzakelijk om iedereen aan werk te helpen.

Een aantal belendende onderwerpen laat Blom liggen. Hij heeft het niet over hoe goederen en diensten onder de mensen te verdelen, als allocatie niet meer via door werk verworven inkomen gaat. Ook heeft hij het niet over het gegeven dat je tegenwoordig veel prestige en een gewenste identiteit kunt verwerven, juist door biologisch en duurzaam te consumeren. Wie biologisch en duurzaam consumeert heeft daar een bovengemiddeld inkomen voor nodig. Veel duurzame uitgaven stimuleren dus de vraag en daarmee de economie. Blijkbaar gaan duurzaamheid en economische groei juist heel goed samen.

Met betrekking tot klimaatverandering wijst Blom op de hockeystick-grafiek die Al Gore indertijd ook al presenteerde: in korte tijd lopen bepaalde milieuparameters ongekend uit de hand. Juist hier is volgens hem haast geboden. Toch komt de nodige verandering maar niet van de grond. Volgens Blom is het probleem dat we niks willen veranderen, dat we willen houden wat we hebben. We lijden dus aan conservatisme, waar progressiviteit gevraagd is.

Hoewel Blom zich niet uitlaat over zijn politieke voorkeur, krijg ik de indruk dat het hem allemaal niet links, en niet groen genoeg is. Mijn analyse is een andere. Ik meen dat politici geen stappen kunnen zetten, omdat ze uitgaan van waarden zoals die ooit in inmiddels achterhaalde verdragen zijn geformuleerd. Ze voelen zich een goed mens omdat ze bepaalde waarden voorstaan, maar ze nemen geen verantwoordelijkheid voor de consequenties die het vasthouden aan deze waarden heeft. Ze doen alsof hun waarden onomstotelijke natuurwetten zijn. Ik vraag aan Blom in mijn beste Engels:

”Isn’t the problem that we find no solution to existing problems because different politicians stick too much to their own values.”

Bij mijn vraag voegde ik twee voorbeelden van wat ik bedoel. Ten eerste haalde ik de recente discussie over kernenergie aan die Arjen Lubach in Zondag met Lubach van 4 november ontketende. Lubach wijst erop dat een recent IPCC-rapport enkel scenario’s beschrijft met beduidend meer kernenergie. Wie dus bang is voor klimaatverandering, dient investeringen in kernenergie te omarmen. GroenLinks die vóór een forse aanpak van de klimaatverandering pleit, is echter faliekant tegen inzetten op kernenergie. Blijkbaar behoort kernenergie niet tot de waarden van GroenLinks. Bij kernenergie stokt bij GroenLinks daarom de discussie over de aanpak van klimaatverandering. Dan maar liever klimaatverandering?

Ten tweede wees ik er bij mijn vraag op dat niet alleen bepaalde milieu-indicatoren maar ook de grafiek van de wereldbevolking een hockeystickcurve kent. In mijn leven tot nog toe is de wereldbevolking maar liefst gestegen van 3 naar 7,6 miljard mensen, en die kan gemakkelijk doorstijgen tot 9 miljard voordat ik de pijp aan Maarten geef. Een verdrievoudiging dus in één mensenleven. Daarbij is het overduidelijk dat er een verband bestaat tussen de grootte van de wereldbevolking en de milieubelasting van de aarde. De toestand van het milieu is ongetwijfeld gerelateerd aan de grootte van de wereldbevolking. Over dit verband heeft men het bij GroenLinks echter liever niet. Sowieso werd het in de progressieve media en politiek afgelopen decennia niet bon ton geacht om over overbevolking als een probleem te schrijven.

Politici komen dus onvoldoende toe aan de feiten, omdat ze al struikelen over de waarden. Hoewel hij geen politicus is, geldt dat waarschijnlijk ook voor Blom. Ik hoorde in zijn reactie op mijn vraag geen beantwoording van mijn vraag terug. Hij had het over een circulaire economie die tot verbroedering zou leiden. Ongetwijfeld een mooie toekomstdroom. Hij had het echter niet over de hem onwelgevallige aspecten die aan het probleem kleven, dat juist hij met voorrang wil oplossen.