Een nieuw begrip doet de ronde: dat van de culturele capitulatie. Dit begrip werd onlangs gebruikt door Derk Jan Eppink, die de Europese verkiezingscampagne van Forum voor Democratie zal spearheaden.
Door Nederland waart het spook van de ‘culturele capitulatie’. Regerende elites cijferen de eigen cultuur weg.
‘Marrakesh’ vergroot immigratiestromen, niet-naleving Boerkaverbod sluit vrouwen op, Zwarte Piet krijgt de zwarte piet, Vlees is het ‘nieuwe roken’.
Waarom?— Derk Jan Eppink (@djeppink) 26 november 2018
Allereerst is Eppink duidelijk vertrouwd met het begrip cultuurmarxisme. Niet alleen is hij mede-auteur van het recente boek Cultuurmarxisme – zie voor zijn mening hierover bijvoorbeeld deze video (36:00 tot het einde). Reeds in 2001 publiceerde hij erover in The Wall Street Journal.
Dit maakt het belangrijk om het begrip cultuurmarxisme af te bakenen van het begrip ‘culturele capitulatie’: zo voorkomen we verwarring. Waarom immers een nieuw begrip introduceren binnen de cultuurstrijd, nu het begrip cultuurmarxisme intussen stevig is gegrondvest? Hier meerdere voorbeelden: zie bron 1 | 2 | 3 | 4). In ieder geval versterkt het woord ‘capitulatie’ de stemming dat we in een oorlogstoestand verkeren. Verderop verklaar ik hoe deze cultuur-oorlog in feite een geopolitiek verhaal is, met consequenties die veel verder strekken dan velen nu overzien.
De twee begrippen zijn beslist niet identiek. Cultuurmarxisme is een ideologisch gedreven grondprogramma (initiërend), terwijl culturele capitulatie een accommoderende houding aanduidt (voortvloeiend). Een beetje zoals de collaborateurs in de Tweede Wereldoorlog. Zij hadden niets met de nazi-ideologie, maar werkten toch met de nazi’s mee waar dit hen uitkwam.
Een voorbeeld van culturele capitulatie kan bijvoorbeeld zijn: je woont in een moslimwijk dus ga je ook maar een hoofddoek dragen. Je klanten zijn moslims, dus je spreekt niet meer van ‘Kerst’ maar van ‘winterfeest’. Om dezelfde reden verkoop je geen varkensvlees meer: je denkt dat je zo betere zaken zult doen. Dit is meer een houding van accommodatie dan dat dit berust op een ideologie.
Niettemin heeft dit opportunistische handelen zeker politieke gevolgen: namelijk het versterken van een islamitisch straatbeeld, wat weer aanleiding is om ook in politieke zin verder te islamiseren. Vandaar de slogan van mijn boek Levenslust en Doodsdrift: cultuur is altijd politiek, en politiek is altijd ook cultuur.
Cultuurmarxisme vertrekt zoals ik vorige week heb toegelicht vanuit een grondplan: “Het Westen = Herrschaft. Vanaf de Oude Grieken tot de Verlichting en de Industriële Revolutie – altijd is Westers denken rationeel beheersingsdenken geweest: dit leidde tot zowel het kolonialisme als de Holocaust. Daarom moet de Herrschaft worden ondermijnd door niet-Westerse culturen te verwelkomen en te omhelzen.” Hier komt het woord ‘Postmodern’ om de hoek. Dit wil zeggen dat het modernisme een tijdvak was van beheersingsdenken, dat nu is afgesloten en verruild voor een tijdvak van diversiteit en relativisme.
Als iemand die acht jaar gemeenteraadslid was, snap ik dat politici hun boodschap zo nu en dan moeten versimpelen. Uiteraard moeten de filosofische ankerpunten wel helder blijven, om begripsvervlakking te voorkomen. Daarom meldt Eppink dat cultuurmarxisme de basis legt van de ideologie en culturele capitulatie van de toegevende houding. Het tweede vloeit voort uit het eerste. Simpel gezegd is cultuurmarxisme een grondplan met ideologische, filosofische en psychologische componenten, terwijl culturele capitulatie wortelt in opportunistische accommodatie.
Let wel: die accommodatie hoeft niet per se van islamitische signatuur te zijn. Dat allerlei politici tegenwoordig meevaren in de gay-pride of een statement maken door hand in hand voor het Binnenhof te paraderen (nadrukkelijk niet in de Sharia-driehoek verderop): ook dát is culturele capitulatie. Vroeger kon het ze niets schelen en nu willen ze meedeugen met de linksliberale mainstream beeldvorming. Het staat zelfs al in de schoolboeken.
De capitulatie is overal om ons heen. Steven Pinker matigde bijvoorbeeld zijn islamkritiek op aandringen van zijn uitgever. Hij bekende het aan Maarten Boudry. In het gesprek wordt mijn eigen oeuvre opgesomd als “Europa pleegt zelfmoord en onze dochters zullen hoofddoeken dragen”. Het illustreert hoe mainstream media stelselmatig de verfijnde aspecten van analyses weglaten, bang als ze zijn dat ‘Jan met de pet’ op nader onderzoek uitgaat… Er zijn vast columnisten die menen dat deze concepten voor de lezers te hoog gegrepen zijn – ik ga echter uit van leergierige lezers en dit wordt ook steeds bevestigd door het enthousiasme dat ik aantref.
Als het op culturele capitulatie aankomt dan horen de islam, de migratie en de demografische ontwikkeling inderdaad bij de analyse. Maar ook technologische kwesties – zoals de komst van AI, zelfrijdende auto’s en 3D-printers – zullen de betekenis van de middenklasse drastisch verkleinen. En dit terwijl het Westers democratisch model van oudsher een brede middenklasse veronderstelt. Dit speelt tegen de achtergrond van een Europees geopolitiek relevantieverlies.
Meer nog dan een zelfmoord constateer ik een moord: de heersende klasse ontwricht de Europese landen bewust met de massamigratie en identity politics. Gooi een boel belangen- en migrantengroepen door elkaar zodat er wegens culturele gevoeligheden steeds minder kan worden gezegd: kritiek moet inmiddels omwonden worden verwoord. Het beleid van de heersende klasse heeft tot gevolg dat er geen cultureel verenigde middenklasse is die haar eigen relevantieverlies kan agenderen.
In deze wankele situatie ontbreekt de culturele aanhechtingskracht die de middenklasse in staat zou stellen om een verenigd tegengeluid te organiseren. Daarom gold het nationalisme vroeger als een progressieve kracht die het volk verenigde tegen een feodale elite die baat had bij versnippering. Maar zoals gezegd kan zelfs de analyse niet meer worden uitgesproken, want delen ervan zouden ‘kwetsend’ of ‘polariserend’ zijn. Dit is exact waarom Pinkers uitgever wil dat hij zijn kritiek op het moslimfundamentalisme matigt.
Een ander perfect voorbeeld is een Egyptenaar die studeert in Amsterdam en te gast was in een café waar vroeger de VOC was gevestigd. De avond zelf had hij de grootste lol – de volgende dag kwam hij plots met een ‘aankondiging’. Hij was gekrenkt en gekwetst doordat de bijeenkomst plaatshad in een gebouw met een koloniaal verleden. Hij vond dat de organisatie “zich meer bewust moest zijn” van zulke gevoelige thema‘s.
Zo’n Egyptenaar komt naar Nederland, maakt kennis met de social justice warriors (in wezen seculiere protestanten) en leert dat hij morele deugpunten kan scoren door in te teren op het heersende schuldgevoel. Ook dat is accommodatie. Dat het bestuur dit verhaal vervolgens serieus neemt, is een kwestie van culturele capitulatie. Het cultuurmarxisme is de onderliggende ideologie die de grondtonen van deze situatie bepaalt.
Als deze wisselwerking tussen cultuurmarxisme en culturele capitulatie zich doorzet, dan doemt voor West-Europa de volgende geopolitieke toekomst op.
De trek naar de grote steden houdt aan – die steden vallen echter uiteen in enclaves, waaronder Westerse en niet-Westerse. Het sociale contract ontbindt zich in parallelle gemeenschappen; tegen een achtergrond van de economische globalisering en culturele vervreemding verliest ook de democratie haar bezielende aanhechting. Waar verdragen zoals het migratiepact van Marrakesh de demografische chaos verder aanwakkeren, zullen Europeanen uiteindelijk China smeken om onze puinhopen op te ruimen.
Democratie was wereldwijd een inspirerend verhaal, omdat het Westen ook het wereldwijde tempo bepaalde. Dat is intussen anders. Het model raakt sleets want Westerse democratieën kunnen het tempo van de mondiaal vervlochten data-economie nauwelijks bijhouden. Met de sociale chaos die zich opdringt gaan we reikhalzend uitzien naar het Chinese model, dat alles uit de technologie perst om mensenmassa‘s te monitoren en te kanaliseren. Dit is de simultaanontwikkeling van de Europese culturele verwatering en de groeiende Chinese economische macht.
Waar het bezielend verband van de cultuur versplintert en de democratie machteloos blijkt om de nationale soevereiniteit present te stellen, zullen we spoedig nieuwe modellen zoeken om met de situatie om te gaan. Waar een tastbare Leitkultur ontbreekt zullen onze leiders – die toch al tot technocratie geneigd zijn – een ijkmodel vinden in China’s techniek. Overigens heeft Derk Jan Eppink dit reeds aangestipt tijdens de presentatie van Levenslust en Doodsdrift (zie deze video vanaf 1:06.00 tot 1:09:50).
Op 8 december is er weer een boekpresentatie! Van mijn nieuwste werk Kerkgangers en Zuilenbouwers. Jenny Douwes komt spreken. Wellicht zijn de tickets intussen uitverkocht, maar proberen kan altijd.