Een zogenoemd correctief referendum is nodig om de democratie te versterken. Het gaat dan om een volksraadpleging waarvan de uitslag bindend is voor de regering.
Het is ook hoog tijd voor andere aanpassingen van onze democratie en rechtsstaat, stelt een commissie die sinds begin vorig jaar het politieke systeem in Nederland onder de loep heeft genomen. Deze staatscommissie onder leiding van oud-vicepremier Johan Remkes deed dit in opdracht van de regering. Ze presenteerde donderdag haar bevindingen. Eerder dit jaar verscheen al een tussenrapport.
Volgens Remkes is het noodzakelijk het politieke systeem toekomstbestendig te maken, gezien de grote maatschappelijke en technologische veranderingen. “De democratie werkt niet voor iedereen even goed. De stem van niet álle burgers wordt voldoende gehoord. De bestaande politieke onvrede bij een deel van de bevolking kan leiden tot afhaken en afkeer van de democratie.”
De commissie ziet een correctief referendum op initiatief van de bevolking wel zitten. Het kan functioneren als “ventiel” of “veiligheidsklep”, mocht het parlement iets besluiten wat toch op grote weerstand stuit bij de bevolking. Eerder dit jaar werd het raadgevend referendum nog afgeschaft.
De commissie wil ook het kiesstelsel voor de Tweede Kamer anders. Het zou bij verkiezingen minder om partijen moeten draaien, maar meer op personen gericht kunnen worden. Op de kieslijsten moet meer aandacht zijn voor de kandidaten om de kloof met de kiezer te verkleinen.
Verder moet de bevolking voortaan de formateur kiezen, de persoon die een kabinet vormt na een verkiezing en vaak de premier wordt. Maar de Tweede Kamer maakte al duidelijk hier niet veel voor te voelen.
De commissie heeft ook suggesties om, behalve de democratie, de rechtsstaat te versterken. Het een kan niet zonder het ander, stelde Remkes al. Een zogenoemd constitutioneel hof zou kunnen gaan toetsen of wetten wel stroken met de grondwet, zoals dat in andere landen gebruikelijk is. Rechters mogen dat nu niet.
Anp