Tegenlicht zet zinvolle vraagtekens bij duurzaamheidsreligie #Tegenlicht

17-12-2018 17:34

Voormalig milieuactivist Paul Kingsnorth (Screenshot Tegenlicht)

Hans van Willigenburg schreef deze zomer de recensies over Zomergasten. Dat smaakt naar meer, vindt ons van TPO. Daarom vanaf nu geregeld TV-recensies van zijn hand. Maar daar hebben we wel uw hulp bij nodig want hij doet het niet gratis. Daarom een vriendelijk verzoek: Doneer aan Hans van Willigenburg! 

Ruim twintig jaar geleden schreef ik voor de Volkskrant een portret van een bebaarde man, die, in de omgeving van Utrecht, zijn volstrekt eigen weg volgde. En vanuit zijn primitieve hut gebruikmaking van licht en elektriciteit afwees. In feite begon het ‘valse bewustzijn’ van de moderne mens, zijns inzien dan, bij kunstmatig licht: licht dat in feite niet bestond, maar waar we ons, verziekte wezens, door lieten verwennen alsof het zuurstof was dat je probleemloos kon inademen. Geen wonder, redeneerde de natuurgelovige, dat we tegenwoordig kaarten en elektronische gadgets nodig hadden om onze richting te bepalen en uit te komen waar we wilden. We waren collectief gedesoriënteerd geraakt door Philips en Osram. Terwijl hijzelf aan de stand van de zon genoeg had om zijn lapje grond plus hut te bestieren en gelukkig te zijn. Hij zwaaide me toen ongetwijfeld uit met het idee een volstrekt hopeloos dwaallicht te hebben ontmoet, die voor het afbetalen van zijn woning, inclusief het perfide kunstlicht, stukjes schreef voor een landelijk ochtendblad. En ik weet nog dat hoe wereldvreemd ik hem ook vond (en welke dubieuze geur hij ook in mijn kledij had geplant), ik in een wolk van twijfel bij hem vandaan reed, terug naar de bewoonde wereld, alsof ik inderdaad een holle meeloper was in een duister complot.

Gisteren, bij Tegenlicht, kwam ik zoveel jaar later een light-versie van mijn bebaarde gloeilamphater tegen: Paul Kingsnorth, schrijver en van zijn geloof gevallen milieuactivist. Of nou… Van zijn geloof gevallen? Eerder wellicht tot Definitief Inzicht geëvolueerde wereldburger, die zijn voormalige strijdmakkers min of meer de les las omdat ze zich samen met de vijand van weleer, de industrie, hadden laten meezuigen in het verwerpelijke idee dat de aarde een ‘te ontginnen’ plek was. Kingsnorth liep, bij wijze van individuele protestmars, door een windpark in het Ierse Galway (waar hij woonde met vrouw en twee kinderen). En in plaats van een lofzang te houden op de windmolens en hun schone wijze van energie opwekken, sprak hij over het windpark als een door de industriële samenleving bijeen gebrachte hoop metaal, dat niet alleen verantwoordelijk was voor de onthoofding van vele lokale vogelsoorten, maar ook als potsierlijke monument van het geloof dat windmolens ooit de groeiende vraag naar energie zouden kunnen bijbenen. Kingsnorth, met andere woorden, had het geloof ‘in vooruitgang’, in wat hij noemde ‘de technologische droom’, met een groots gebaar op de schroothoop gegooid. En vond de seculiere mensheid, die in niets meer iets ‘groters’ zag dan de eigen soort en haar wensen, een monster, waar hij vanuit zijn huisje in het westen van Ierland op gepaste afstand van bleef.

Nu zijn fanatici lang niet altijd gezellige mensen, die je voor het slapen gaan wil horen leeglopen over hun strenge opvattingen en overtuigingen. Maar Paul Kingsnorth (trui, baard, bril, laarzen) was daarop een prettige uitzondering, zo had de redactie van Tegenlicht volkomen juist ingeschat. Het was smullen! Vooral de manier waarop Kingsnorth, gezeten in de Ierse natuur, de hele duurzaamheidstrend plat brandde als een door het bedrijfsleven gepropageerde levensstijl voor de gegoede klasse, kortom, een ordinair ‘verdienmodel’, deed mij hinniken op de bank. Evenals zijn these dat het moderne toilet in feite de ultieme ontsporing verbeeldde van de moderne maatschappij, de nekslag betekende voor de mogelijkheid oorzaak en gevolg daadwerkelijk te doorgronden: ‘Je drukt op een knop en wég is je stront. Je ziet het nooit meer terug. Tót je in je eigen stront staat…’ Wat het extra grappig maakte is dat de snoeiharde cultuurkritiek dit keer, gelukkig, niet uit de mond van een of andere cabaretier kwam, die meestal bezig is een eigen ‘verdienmodel’ in stand te houden, maar van een man die de uiterste consequentie van zijn eigen kritiek had aanvaard, middenin de natuur was gaan wonen, met zijn vrouw hun kinderen onderwees en in heldere, Britse bewoordingen (waaraan een zekere droogheid niet vreemd was) onze wereld in zijn hemdje zette. Zelfs de slotscène aan het strand bij de Ierse zee, waar Paul betoogde dat je waffel houden en luisteren naar de natuur verkieslijker was dan menige stompzinnigheid waar we ons dagelijks mee bezighouden, dreef niet weg in kitsch, maar trof me als een zinnige verklaring. Kortom, top-tv.

O ja. Via een voice-over liet Paul Kingsnorth zich excuseren voor het gebruik van een auto, elektriciteit en internet. Excuus aanvaard, Paul…