Marxisten begrijpen de geschiedenis als een opeenvolging van tegenstellingen. De sociale spanning tussen meester en slaaf in de Oudheid, tussen heer en horige in de Middeleeuwen, tussen kapitalist en arbeider in de moderniteit. Vandaag nemen Europeanen een denken in tegenstellingen over vanuit het Anglo-Amerikaanse taalgebruik. In Nederland is de term ‘mensen van kleur’ een modieuze woordkeuze voor bekende opiniemakers – dat wil zeggen: voor dezelfde kleurloze zielen in een nieuw jasje. Europa heeft echter een totaal andere achtergrond wat multiracialisme betreft dan de VS – hun discours past hier niet.
De woordkeuze ‘mensen van kleur’ is politieke codetaal die een anti-Westers blok smeedt: kennelijk behoort iedereen tot deze groep behalve blanken. Activisten dringen op dat wij het woord ‘wit’ moeten gebruiken in plaats van ‘blank’ – wie hun taalgebruik overneemt, onderschrijft impliciet hun politieke denkbeeld dat Nederland een diep racistisch land zou zijn. Het is géén neutraal woord.
De term ‘wit’ is ook beledigend voor Slavische en mediterrane Europeanen want velen van hen zijn niet wit. Echt wit zijn alleen albino’s en een handjevol Ieren met rood haar. Blank is een overkoepelende verzamelnaam voor Europese volkeren of rassen. Mag de Europeaan zelf ook meepraten over de benaming van zijn gelaatskleur? De invoer van term ‘wit’ dient om Europeanen uiteen te drijven – immers, hoe ‘wit’ is een zuid-Italiaan?
Diezelfde activisten maken onderscheid tussen ‘bruin’ en ‘zwart’ omdat zwart niet adequaat zou zijn voor sommige volkeren en halfbloeden. Volgens precies diezelfde redenering is de huidskleur van Europeanen meer een beige of amber-achtige lichaamskleur dan ‘wit’: daarom is blank een betere term, zoals gezegd een verzamelnaam. Activisten doen alsof het een biologische aanduidingskwestie is maar dat is het niet, want met het woord ‘wit’ willen zij tegelijk een sociaal-economisch statement maken. De activisten zijn niet consequent in hun eigen logica. Als ze dat wel zouden zijn, dan moesten zij de Aziaten die hier wonen voortaan ‘gelen’ noemen, alleen al omdat die intussen al generaties buiten Azië wonen. Van deze consequentie schrikken veel activisten echter terug.
Tekenend is de documentaire ‘Wit is ook een kleur’, van Sunny Bergman. Daarin overvalt ze Amsterdamse hipsters met de vraag wat hun huidskleur betekent voor hun privileges. Het concept white privilege veegt met een veel te brede bezem – als je minderheden wil verheffen, dan heeft een blank jochie uit een woonwagenkamp meer hulp nodig dan de kinderen van Will Smith.
Zelf is Smith echter niet vies van deze identiteitspolitiek – enige jaren terug klaagde hij namelijk dat er te weinig zwarte acteurs onder de Oscarwinnaars waren. Dat viel op, want andere ‘stille minderheden’ hebben hier nooit over geklaagd. Op de universiteit van Cambridge worden ondertussen blanke schrijvers vervangen door zwarte auteurs. Niet vanwege kwaliteit of inhoud, maar om aan de eisen van ‘diversiteit’ te voldoen.
Identiteitspolitiek gaat met quota aan de slag en geeft het verheffen op basis van merites op. Het concept ‘white privilege’ wekt argwaan op over de prestaties van minderheden in het verleden: kennelijk collaboreerden zij met een ‘koloniale’ en dus foute ‘witte machtsstructuur’. Ook de prestaties van minderheden in de toekomst zullen worden gewantrouwd. Op de achtergrond zal steeds worden gespeculeerd of iemand niet als ‘knuffelmarokkaan’ of ‘excuusneger’ is opgevoerd. Ook door de minderheden onderling, overigens. Tot slot is de term nog beledigend voor tolerante en goedwillende blanken, die ondanks hun diploma’s ook geen vaste contracten krijgen aangeboden. Het is verderfelijk dat ‘white privilege’ zo diep is doorgedrongen in het maatschappelijk debat. Maar dit is geen toeval – hier zit een bewuste politieke opzet achter.
Mijn grootouders hebben nooit geprofiteerd van enig kolonialisme: zij trokken de groente die ze aten met eigen hand uit de klei en wasten de modder zelf van de andijvie. Maar los daarvan kan links – zolang ze aan dat discours van morele chantage vasthouden – niet innoveren. Neem nu de vraag hoe Kunstmatige Intelligentie de arbeidsmarkt zal beïnvloeden, hoe de economische baten en lasten daarvan gelijkmatig kunnen worden verdeeld. Neen! Links wil identitaire debatten over randgroepen en over ‘white privilege’. Hun opzet draait niet om tastbare gevolgen maar om intenties en perceptie: willen deugen, aan de ‘goede kant van de geschiedenis’ staan. Daarom hameren zij op de erfzonden van het kolonialisme en negeren zij vraagstukken rond innovatie en mogelijkheden tot welvaartsvermeerdering via innovatie.
Cornel West is een Democratische Socialist met Afro-Amerikaans bloed. Ter linkerzijde mobiliseert hij activisten met raciaal geladen retoriek. Zijn artikel is hier te lezen – ‘Towards a Socialist Theory of Racism’ – daarmee vallen veel puzzelstukjes op hun plek. Hij prijst het marxisme, daar komt hij niet onderuit, maar stelt ook dat het marxisme te weinig oogt heeft voor de invloed van ras buiten de strikt economische sfeer.
Met een beroep op Antonio Gramsci stelt West dat het marxisme een update behoeft voor de hedendaagse activist. De cultuur van het alledaagse leven zou grotendeels zijn besmet met racisme en racistische vooroordelen. Volgens West zijn dit restanten van een Europese cultuur die inherent fout is, want racistisch en heerszuchtig. Deze elementen moeten worden geïdentificeerd en vervolgens hervormd. West zet zich af tegen het klassieke Oudgriekse schoonheidsideaal, de rekenkunde van Descartes en de Verlichte ideeën van Francis Bacon.
“The psychosexual racist logic arises from the phallic obsessions, Oedipal projections, and anal-sadistic orientations in European cultures which endow non-European (especially African) men and women with sexual prowess; view non-Europeans as either cruel revengeful fathers, frivolous carefree children, or passive long-suffering mothers; and identify non-Europeans (especially black people) with dirt, odious smell, and feces. In short, non-Europeans are associated with acts of bodily defecation, violation, and subordination. Within this logic, non-Europeans are walking abstractions, inanimate objects, or invisible creatures. All white supremacist logics operate simultaneously and affect the perceptions of both Europeans and non-Europeans: black, brown, yellow, and red peoples personify Otherness and embody alien Difference.”
Let wel dat de universiteiten geen steun bieden om deze bronnen te onderzoeken en de identiteitspolitiek in kaart te brengen. Hiervoor ben ik een crowdfunding gestart, met ook een leuke video van een minuut, om het met uw steun lekker tóch te doen. In ieder geval tonen de woorden van West hoe de identiteitspolitiek uit het cultuurmarxisme voortvloeit. Hij kenschetst de Europese cultuur als Herrschaft, een leerstelling van de Frankfurter Schule. Deze Europese beheersingsdrang zou racistisch van karakter zijn – dit verkondigt West tegen de specifieke slavernijgeschiedenis van de VS. Zwarte Amerikanen zijn er slachtoffer van en dat maakt hen tot nieuwe stoottroepen in de klassenstrijd.
Hier zien we politieke mobilisatie en messianisme (een eindstrijd van ‘onderdrukten’ tegen ‘onderdrukkers’ om de hegemonie van de cultuur). Het concept van de Ander en de Differentie – ‘othering’ – zijn ontleend aan Frans postmodernisme.
Maar het probleem met deze concepten is dat er tussen ‘dader’ en ‘slachtoffer’ altijd een kloof blijft. “U kunt mij niet begrijpen, want uw blik op de wereld is relatief aan uw geprivilegieerde positie als dader. Wél moet u in het bijzonder rekening houden met de gevoeligheden die gepaard gaan met mijn identiteit.” Door de raciale gevoeligheden te politiseren met de marxistische leer van klassenstrijd, ontstaat er een denken in onverenigbare en onoverbrugbare tegenstellingen – daarmee verdwijnt de medemenselijkheid en wordt alles een permanent politiek conflict. Dat stadium breekt nu aan.
De oplossing die West aandraagt is om de heersende cultuur te ont-Europeaniseren. Hierom horen wij vandaag de strijdkreet: ‘dekoloniseer de universiteit!’. Hij stelt culturen voor als maakbaar, met als onderliggend project de maakbare samenleving. Dat biedt werk voor linkse social engineers – de baantjescarrousel. Waar critici en nuchtere denkers dus niet van profiteren, en zodoende nu op crowdfunding aangewezen zijn.
West synthetiseerde een nieuwe vorm van marxisme, die meer cultureel dan economisch is van aard, oftewel cultuurmarxisme. De identiteitspolitiek is het bijbehorende wereldbeeld over een heerszuchtige Europese cultuur: die wordt in al haar fases (van antiek tot vroegmodern) geïdentificeerd als racistisch en onderdrukkend. De identiteit van de rebel is daarentegen divers, kleurrijk en pluriform. Ziehier de formule van de counter culture.