Deze voordracht werd door Sid Lukkassen uitgesproken tijdens de boekpresentatie van Kerkgangers en Zuilenbouwers op 12 februari in Gent.
U heeft nog vierentwintig uur de tijd om bij te dragen aan Sids crowdfundingcampagne: een onderzoek naar identiteitspolitiek. De spreektest van Sander Loones is hier te lezen.
Vandaag zijn wij in nabijheid van grote namen en getalenteerde sprekers zoals professor Matthias Storme en Sander Loones, onder bezielende leiding van de jonge moderator Filip Brusselmans. Wij vieren het verschijnen van dit boek, Kerkgangers en Zuilenbouwers, waar een crowdfunding aan voorafging. Maar liefst 9.000 euro werd ervoor opgehaald! Momenteel ben ik weer aan het crowdfunden, ditmaal 7.000 euro voor een onderzoek naar identiteitspolitiek.
Het klinkt allemaal heel heugelijk en episch, dat is het zeker ook, maar het is geen verhaal zonder kwetsbaarheid – integendeel. Het zijn projecten geboren uit inspiratie én bittere noodzaak. Gramsciaanse cultuurmarxisten lijken overal de scepter te zwaaien – op de universiteiten, de grote bedrijven, de overheid en bij de media. Hoe kom je daar als onafhankelijke geest nog tussen?
Laat mij allereerst openheid geven over de hoedanigheid van mijn positie hier als spreker. Als Nederlander toch te gast op het Vlaamse grondgebied. In die hoedanigheid behoud ik het mij voor om over alle interne gevoeligheden en akkefietjes heen te stappen die de Vlaamse beweging van binnenuit teisteren en versnipperen. Ik herken in de Vlaamse beweging de restanten van een Zuil: een fundament van weerbaarheid tegen de culturele en economische globalisering. Dat fundament wil ik heropladen met een herijkte ideologische inhoud die is afgestemd op de situatie van een nieuwe generatie. Want zoals de jonge conservatief-liberaal Lex Cornelissen al concludeerde na het lezen van mijn nieuwste boek: de structuur van een Zuil is de enige kracht die de persverse invloed van een grenzeloze globalisering kan weerstaan.
Zonder de vaste structuur van een Zuil zijn wij als los zand dat snel verstuift. De Zuil zijn wij met elkaar, die de economisch-sociale onderbouw vormen van het realisme. Wij vormen een netwerk dat beschermt tegen broodroof en het vrije denken waarborgt.
De geschiedenis van het strafkamp Lokeren, van de IJzerbedevaart en wie aan die herdenkingen wel of niet mag meedoen en wie dan fout is en wie goed, dat laat ik achter me. Ik kijk vooruit, ik bespreek de uitdagingen van vandaag. Laten we ons richten op de universele thema’s, op de zaken die de jongeren bezighouden, de onderwerpen die bijvoorbeeld Jordan Peterson behandelt. Wat betekent het om man te zijn in de eenentwintigde eeuw? Waar ontleent een mens identiteit aan, nu de cultuur globaliseert en de automatisering steeds meer beroepsidentiteiten uitwist? Wat betekenen liefde en hechting in de tijd van Tinder? Laten we het hebben over de universele thema’s waarmee elke generatie opnieuw omgang moet vinden. Zoals intimiteit en soevereiniteit. Soevereiniteit dan in de collectieve zin, als zelfbestuur, en in de individuele zin, als privacy.
Om dit alles te kunnen doen, zonder steeds te worden gedwarsboomd door deugers, daarvoor heeft De Nieuwe Zuil nu een stichting opgericht, evenals een Whatsapp-groep. Zo komt er elke dag wel een schrijnend bericht voorbij van iemand die onder druk wordt gezet wegens zijn of haar realistische levensovertuiging. Iemand maakt een opmerking over hoofddoeken en boerka’s en krijgt dat te horen in een evaluatiegesprek. Al die casussen zou ik hier moeten opnoemen, het zijn er te veel: ik kan ze niet allemaal behandelen zonder ze recht te doen – de moed zou me in de schoenen zinken.
Zo kom ik er dus toe om op dit moment, wat feitelijk een feestelijk moment is – een moment van overwinning – te vertellen over mijn kwetsbaarheid. Collectieve solidariteit is een vereiste om individuele authenticiteit te kunnen waarborgen. Dat is de kern van mijn betoog. Wat beweegt al deze mensen om aan mijn projecten te doneren, wat is hun drijfveer? Als schrijver van cultuurkritieken, van diepte analyses over media en politiek-filosofische beschouwingen, oefen ik een ambacht uit dat waarschijnlijk niet lang meer zal bestaan.
Dat heeft ten eerste te maken met de sociale media, de algoritmes, en de greep die de EU wil uitoefenen op ons publiek debat. Het heeft ook te maken met de krimpende aandachtsspanne in het algemeen en ten slotte met de opkomst van nieuwe cyber-technologieën.
Om maar even stil te staan bij het verhaal van de EU en de sociale media. Facebook zet in Ierland en Singapore regionale centra op, die een “extra verdedigingslaag tegen nepnieuws en haat” moeten worden voor de “integriteit van verkiezingen”. Facebook verwijdert berichten die tegen de regels ingaan, maar er zijn ook berichten die volgens de regels wel mogen, maar die toch “de authenticiteit van het platform ondermijnen”, zoals “sensationele verhalen”. Die komen lager in de tijdlijn van gebruikers te staan.
Vroeger had je ruzie in een kroeg bij een te hoog oplopende politieke discussie: dan zocht je elders in het dorp een nieuwe stamkroeg. Maar vandaag hebben wij geen politieke discussiecultuur meer die via kroegen of cafés verloopt. Er zijn een paar brandpunten van politiek-maatschappelijke communicatie, waaronder media als Facebook. Daar kun je je verhaal doen, en vervolgens bepalen moderators en ondoorzichtige algoritmes, welke berichten stijgen en welke dalen. Zij besluiten welke berichten ‘haatdragend’ of ‘polariserend’ zijn en daarom minder aandacht krijgen of zo goed als onzichtbaar worden. Er ontstaat een containment zone waarin een paar PVV’er en Vlaams Belangers nog op elkaar inpraten, maar de mainstream bereik je niet meer.
Er is natuurlijk een mensenrecht, een Charter of Human Rights dat het recht op vrijheid van meningsuiting vastlegt. Maar dat zegt weinig over het bereik van meningen of over de zichtbaarheid die meningen mogen genieten. Ondertussen zijn privaatbedrijven de poortwachters van onze Öffentlichkeit – van ons publieke debat en onze politieke discussiecultuur. Zij bepalen hoe ruim de kaders zijn waarbinnen ons debat zich mag bewegen: dit doen zij met algoritmes die zijn afgeschermd omdat ze vallen onder het bedrijfsgeheim. Vrijheid van meningsuiting is daarom een leeg begrip zolang men niet hard vastlegt dat ‘progressieve’ en ‘conservatieve’ meningen evenveel recht hebben op zichtbaarheid. Deze zichtbaarheid dan vertaald in een min of meer gelijk netto aantal views.
Een misdaad gepleegd door een asielzoeker, om een praktijkvoorbeeld te nemen, is op zich een feit. Het is pas tegen de achtergrond van vluchtelingenbeleid, migratiestromen en politieke keuzes dat dit feit een nieuwswaarde krijgt. Daarmee is de aard van het concept ‘nepnieuws’ intrinsiek polemisch – het concept en het gebruik ervan kan zich niet boven de politieke achtergrond verheffen waarin het onderwerp ligt ingebed. Wat al dan niet ‘nieuws’ heet blijkt altijd verweven met een politieke context. Wanneer is iets een incident en wanneer wordt een serie incidenten een patroon en dus een nieuwsfeit?
Daarom zou de EU ofwel moeten afzien van het maken van beleid op nepnieuws, ofwel zou het fact-checken van nepnieuws naar alle kanten moeten geschieden. Wie kan echter garanderen dat de betreffende institutie het fact-checken werkelijk neutraal houdt – who guards the guardians?
Samen met de tech-giganten zet de EU nu in op een netwerk van onafhankelijke fact-checkers. Maar de casus Koerhuis – een debat over statushouders en de beschikbaarheid van (sociale) huurwoningen – bewijst dat ‘fact-checken’ een ideologisch gestuurd verhaal is. De NRC haalde er randzaken bij om de uitspraak van Kamerlid Koerhuis (VVD) in een ander daglicht te stellen en zo te ondermijnen, zónder dat ze de cijfers konden weerleggen die hij citeerde.
Op dit dossier hanteert de EU concepten als ‘disinformation’, die zeer open zijn voor interpretatie. Men heeft het over ‘buitenlandse inmenging in onze democratie’, en verbindt dit tegelijk met een discours over xenofobie, haatdragend taalgebruik en polariserende berichtgeving. De Google-technocraat en de Facebook-moderator moeten hieruit meepakken: ‘voorkom een tweede Brexit, voorkom een Europese Trump’.
Even terug naar mijzelf, naar hoe een vrijgevestigd publicist door dit alles wordt beïnvloed. Ik schrijf longreads waarvan het me opvalt hoe vaak dat ze worden gelezen en gedeeld – zeker in deze tijd van een vervagend vermogen tot langdurige concentratie. Een tijd waarin alles en iedereen zich moet conformeren aan het hapsnap formaat van de mainstream media. Hoe lang duurt het voordat mensen een chip hebben ingebouwd waarmee zij, zoals in The Matrix (1999) brokken kennis instant kunnen downloaden?
Mijn ambacht als schrijver zweeft tussen twee tijdsgewrichten. Dat van mijn jeugd – waarin je op school nog feiten moest memoriseren; je ging nog oldschool naar de bibliotheek om boeken te lezen. En het tijdgewricht van mijn volwassenheid – waar men een smartphone heeft. Je slaat informatie op in appgroepen en emails; je zoekt op steekwoorden wanneer je het nodig hebt en kopieert hyperlinks als bronverwijzingen. In de oude situatie was kennis verinnerlijkt; in de nieuwe situatie is kennis extern.
Ik combineer in mijn werk het beste van beide werelden en om deze reden noem ik mijzelf laatste der humanisten. De zwaarte van deze uitspraak zal op een dag worden gevoeld. Na mij komt het transhumanisme en het tijdperk van de Kunstmatige Intelligentie, waarover ik ook schrijf in mijn boek.
De wereld staat voor een serie indringende veranderingen waarvan de diepte vandaag nog niet wordt verstaan. Het studieleven maar ook het seksleven zullen ingrijpend worden getransformeerd. De seksrobots komen, mensen communiceren meer via tekstberichten dan dat ze bellen. De behoefte aan een vaste sekspartner is één van de weinige zaken die de totale atomisering nog tegenhoudt. Maar intussen maakt de technologie, voortgestuwd door ontwikkelingen in Japan, het mogelijk om vrijwel elke fetisj uit te leven.
Met een paar generaties breekt wellicht een totaal geatomiseerde tijd aan waarin lijfelijke seks tussen twee mensen wordt gezien als iets dat hopeloos is achterhaald. Als vermoeiend, veel gedoe, onhygiënisch en te intiem. Seks zoals wij die kennen zal dan heel stiekem gaan – als iets van een subcultuur, een daad van verzet die wordt genoten in het heimelijke.
Nu volgt het voorbeeld van mijn goede vriend Maurits, die op café in een intiem gesprek verwikkeld raakte met een dame van Afrikaanse afkomst. De avond was veelbelovend, totdat ze over de open grenzen begon. Het was maar goed dat Italië door de migratie werd ontregeld – dat zou die arrogante Salvini mores leren. Europa had Afrika geweld aangedaan en nu was er eindelijk gerechtigheid.
Maurits vroeg haar hoe het dan zat met het beroep op verdraagzaamheid en tolerantie. Dat waren toch altijd de grote woorden geweest waarmee links de nieuwe bevolkingsgroepen had binnengeloodst? Daaronder bleek iets heel anders schuil te gaan – namelijk wraakzucht en destructie. De vrouw had er geen antwoord op: ze zweeg en vertrok.
Dit moet me toch van het hart – de wereld wordt gek, en het gaat nog veel sneller dan ik ooit had durven vermoeden. Deze week speelde ik de Resident Evil 2 Remake weer eens uit, en ik dacht terug aan de tijd dat ik gemeenteraadslid was en op de universiteit werkte, en ergens hoop had dat het nog goed zou komen. En ik voelde me een beetje lui. Vervolgens ontving ik verschillende berichten van mensen. Een avond als deze is niet compleet zonder verhalen uit de samenleving – nu volgt de opbrengst van één dag.
1.) Iemand op een universiteit in Amsterdam moet stof lezen van de omstreden islamgeleerde Tariq Ramadan.
2.) Iemand begon bij Capgemini en kreeg twee uur lang verhalen over zich heen over diversity, inclusion, climate change en dat alle verschillen tussen mannen en vrouwen sociale constructies zijn. En oh ja, dat de Noordpool smelt en dat we er daardoor over vijftig jaar allemaal aan zijn. Als deel van een ‘training’ door de human resources afdeling.
3.) In een artikel dat bijna te absurd klinkt om waar te zijn, verdedigde een activist voor transseksualisme de Goelag-kampen van de Sovjet-Unie. Dit debat vloeit weer voort uit een ruzie over een nog absurder fringe-debat van extreemlinks, dat inmiddels mainstreamlinks is. Over of omgebouwde mannen nu wel of geen vrouwenfaciliteiten zouden mogen gebruiken. Hoe kun je in godsnaam doceren als je ‘studenten’ dit soort onzin denken over de kampen van de Sovjets? Dit is puur, onvervalst, onversneden cultuurmarxisme!
4.) Mijn vriendin kwam met een verhaal uit het werk. Ze was met haar baas en een bevriende consultant gaan lunchen. Die consultant hield een pleidooi voor techno-utopisme. Blockchain zou de hele wereld gaan verbeteren, en vrouwen in Afghanistan zouden geld gaan verdienen dankzij blockchain en zo een emancipatieslag maken. Toen ze opmerkte dat vrouwen aldaar nergens geld kunnen uitgeven en geen rekening kunnen beheren zonder de toestemming van een mannelijk familielid, weigerde de consultant dit serieus te nemen en ratelde door.
5.) Iemand doet mee als vrijwilliger leraar Nederlands voor vluchtelingen. De betrokken instantie wilde deze leraar koppelen aan een Syriër die getrouwd is met een meisje van 13 (op het paspoort was er 19 van gemaakt – minder gedoe). Men vond het maar raar dat hij niet wilde meewerken aan de praktijk van het geïmporteerde pedo-huwelijk. Zo conservatief!
Nadat ik onder ogen zag dat deze debiele stand van zaken de alledaagse realiteit is, was ik maar wat blij dat ik de middag had doorgebracht met de Resident Evil 2 Remake.
Al deze voorbeelden haal ik aan omdat ik wil wijzen op het belang van authenticiteit, en op hoe kostbaar dit is. De hiervoor genoemde factoren doen allen afbreuk aan authenticiteit. Zonder Zuil hebben we te maken met een sociale orde die enerzijds tot atomen is versnipperd en die anderzijds overmatig is gesocialiseerd, om maar niemand met een gevoelige uitspraak ‘op de tenen te stappen’. In de huidige economische constellatie gaat er meer geld uit naar branding en promotie dan aan de kosten van productie: dit PR-klimaat maakt bedrijven gevoelig voor de wensen van deugdrammers en cultuurmarxisten, aangevuld met Gramsciaanse HR–afdelingen. Ook daarvan veel voorbeelden in mijn boek.
De huidige maatschappelijke orde is overmatig gesocialiseerd op professioneel niveau, en tegelijk tot losse atomen versnipperd op het privé-niveau. Dit leidt tot overal vormen van gedrag waarin je helemaal niet jezelf kunt zijn. En die je dwingen tot gedrag waarin je jezelf niet herkent. Mensen conformeren zich aan narcistische deugpronkers uit angst om sociaal niet meer aanvaard te worden en hun inkomen te verliezen. Willen wij West-Europa redden, dan moeten wij dit begrijpen en bestrijden met een eigen Zuil. De authenticiteit, het zelfstandige denken, heldere vernuft, de liefde tot rationaliteit en innovatie, zullen wij terugwinnen.
Afsluitend nu een hoopgevend woord van Jan School, één van de dialoogpartners in het boek:
“Lukkassen beschrijft in zijn werk ook de faustische vitaliteit en veerkracht van de Europese cultuur en identiteit. Tegenover de deconstructie van het concept waarheid plaatst hij een hartstochtelijk pleidooi voor het herontdekken van de universele waarden in de kunst, de schoonheid van het vrouwelijk lichaam en causaliteit en ratio als basis voor de wetenschap.”