BNNVARA-serie ‘Oogappels’ is niet veel meer dan een bewegende probleemrubriek

22-02-2019 11:37

Scène uit Oogappels (Screenshot NPO)

Dit is een gratis en voor iedereen leesbaar artikel, maar als u een abonnement op TPO+ neemt kunt u nóg meer briljante artikelen van Hans van Willigenburg lezen, en nog heel veel meer moois. Dus neem nu een abonnement op TPO+!

In welk ‘narratief’ herkennen we ons het meest? Moeten we God op onze blote knieën danken dat we in het goed georganiseerde Nederland wonen? Of zijn we met z’n allen de klos nu we, wellicht door ons eigen toedoen, in een bureaucratische, zuurstofarme kooi zijn terechtgekomen, waar alles berekening, strategie en gewenst gedrag is wat de klok slaat? De gevestigde partijen neigen naar de eerste ‘narratief’; de flankpartijen naar de tweede. Wie de nieuwe dramaserie Oogappels van BNNVARA bekijkt, moet ook haast, op zijn minst tijdelijk, naar narratief twee neigen. Hoe hard het SCP (Sociaal Cultureel Planbureau) en in haar kielzog leeghoofdige kranten als het AD, verwijzend naar enquêteformulieren, ook van de daken schreeuwen dat we zo gelukkig zijn, gevolgd door een collectief rapportcijfer (meestal zwevend rond de 8) dat als wetenschappelijk wordt gepresenteerd. Een cijfer waarmee we steevast vlak achter Scandinavische geluksparadijzen als Zweden en IJsland aan hobbelen, maar hé, wel in de ‘wereldtop’.

Als de gebeurtenissen in Oogappels de werkelijkheid ook maar enigszins benaderen, zal de GGZ uitgroeien tot de grootste groeisector in ons land. Nu weet ik best dat dramaseries niet over vissende tevredenen kan gaan, die aan de oever van een sloot, rivier of kanaal rustig op een bijtend visje zitten te wachten. Maar afgaand op Oogappels zijn we een vermoeiende kluwen welvarende mensen, die elkaar op de zenuwen werkt. En die zelden op een plek zit of in een situatie, waar een authenticiteitscoach of therapeut van zal zeggen dat er geen eer aan te behalen valt (integendeel, elk personage loopt rond als een levende sollicitatie naar een vorm van geestelijke of spirituele bijstand). De Overwerkte Moeder, De Obese Huisvrouw, De Gefnuikte Huisman, De Beeldschermverslaafde Puber, De Ontluikende Intersekse, De Onzekere Vlogger, De Zielsongelukige ZZP-er, De Niet-Empathische Leidinggevende: voor hen allen is – bij gebrek aan een originele visie en dito ideeën – ruimhartig een plekje vrijgehouden in Oogappels.

Te vrezen valt dat het beroep van scenarioschrijver hier te lande stilletjes aan het evolueren is tot het bedenken van personages met een zo zwaar mogelijke rugzak. Elke minuut moet immers ‘nuttig’ zijn, ‘zin’ hebben? Elke handeling moet immers van ‘betekenis’ zijn in het verder in de soep draaien of het uit die soep weer wegkomen van de personages? Te vrezen valt eveneens dat de scenarioschrijvers van Oogappels gretige consumenten van krantenbijlagen en lifestyle magazines zijn: ego’s, frustraties, neuroses, ambities en onverwerkte verledens strijden om voorrang. Voor de fluitende boer of gelukzalige Vinex-bewoner geen plek. Al komt de Surinaamse fietsenhandelaar verdacht dicht in de buurt van wat je ‘een gewoon mens’ zou kunnen noemen.

Oogappels is welbeschouwd een iets verder uiteen getrokken soap. Een tussentijds project in de loopbaan van acteurs, schrijvers en technici die ook wel eens een jaartje voor een zeker gesteld CAO-loon een beetje rust aan hun gat willen. De serie als geheel, het zal u niet verbazen, is er volkomen zielloos door geworden.

Dat Nederlanders na een drukke werkdag naar een aflevering Oogappels kijken en dan opgelucht vaststellen dat het allemaal nog veel erger kan, is wellicht de reden dat ze hangend boven een enquêteformulier van het SCP hun cijfer dusdanig naar boven bijstellen, dat ze in Den Haag weer rustig kunnen ademhalen: ‘we zijn gelukkig’.

Gelukkig omdat de notie van Echt Geluk, iets met een ziel, aan het vervagen is?