Tunahan Kuzu discrimineert en Sylvana Simons ook

28-02-2019 15:55

Sylvana Simons. Foto: Maarten Brante.

Wij moeten ‘het stuk van de taart’ krijgen waar we recht op hebben, dat zei Tunahan Kuzu op 14 februari in de Tweede Kamer, tijdens een debat over de deelname aan de politiek door mensen met een migratie achtergrond. Daarom heeft hij naar eigen zeggen DENK opgericht. Tunahan Kuzu is van Turkse afkomst, maar hij is in de Tweede Kamer zeker niet de enige, alleen al de SP heeft meerdere Kamerleden met dezelfde achtergrond: Mahir Alkaya, Sadet Karabulut en Cem Lacin. Voor DENK zijn deze mensen echter niet het juiste stuk van de taart, zo bleek vóór de raadsverkiezingen van vorig jaar. Politici van VVD, GroenLinks en SP met een Turkse achtergrond werden bedreigd, nadat zij in de Turkse media voor verraders waren uitgemaakt. Op de Turkse TV stookte Kuzu het vuurtje op door te zeggen dat Nederlandse politici moesten laten zien ‘aan welke kant ze staan’.

Mensen met een kleur in Amsterdam zouden bang zijn om te worden neergeschoten door de politie, zei Sylvana Simons van Bij1, tijdens een raadsdebat op 13 februari. Aanleiding was een tragische schietpartij waarbij een man door agenten werd doodgeschoten. Het onderzoek loopt nog en het slachtoffer was mogelijk suïcidaal, maar toch wilde Simons een spoeddebat over het volgens haar ‘buitensporige’ politiegeweld. De betrokkenen waren blank, maar toch speelde Bij1 de etnische kaart, door te suggereren dat mensen met een donkere huidskleur zich door dit optreden niet meer veilig zouden voelen. Een SP-raadslid dat vroeg om terughoudendheid en meer respect voor de gevoelens van de agenten, hun familie en de nabestaanden werd door een raadslid van Bij1 een ‘witte cis-vrouw’ genoemd. Zo probeerde deze partij een politicus vanwege haar huidskleur de mond te snoeren.

Je kunt discriminatie niet bestrijden door zélf te discrimineren. DENK kan niet hoog opgeven over een ‘inclusieve’ samenleving, maar tegelijk anderen veroordelen omdat die niet ‘Turks’ genoeg zouden zijn. Bij1 kan niet pleiten voor meer ‘diversiteit’, maar tegelijkertijd mensen met een blanke huidskleur uitsluiten. Het kan onkunde zijn, deze politici kunnen het slachtoffer zijn van de gedachte dat alleen oorspronkelijke Nederlanders kunnen discrimineren, maar mensen met een migratie achtergrond niet. In dat geval tonen zij zélf hun ongelijk aan. Het kan echter ook kwaadwillig zijn, pogingen om de etnische kaart te spelen in de hoop op politiek gewin. Rechtse politici die discrimineren vind ik verschrikkelijk, maar dat maakt discriminatie door politici die zich ‘links’ noemen niet minder erg. Partijen kunnen geen aanspraak maken op een stuk van de taart als ze anderen uitsluiten.

Ronald van Raak schreef eerder over DENK en het salafisme en over DENK en de PvdA.