Opinie

‘Heimelijk filmen’ bij boeren is geen extremisme

07-03-2019 12:18

De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) richt zich in het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland (DTN) op radicalisering, extremisme en terrorisme. Het is opmerkelijk dat in het recentste DTN heimelijk filmen bij ‘boerenbedrijven’ als extremisme wordt geclassificeerd, zonder dat het rapport een definitie van extremisme bevat.

Het beeld rondom dierenrechtenextremisme bestendigt. Dat wil zeggen dat er voornamelijk sprake is van activisme (demonstraties, beïnvloeding consumenten en sociale media-uitingen) naast enkele extremistische acties zoals het heimelijk filmen van (vermeende) misstanden bij boerenbedrijven en het uiten van bedreigingen.

De in Nederland gangbare definitie van extremisme is die van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD):

Het actief nastreven en/of ondersteunen van diepingrijpende veranderingen in de samenleving die een gevaar kunnen opleveren voor (het voortbestaan van) de democratische rechtsorde, eventueel met het hanteren van ondemocratische methodes die afbreuk kunnen doen aan het functioneren van de democratische rechtsorde.

Mensen die heimelijk opnames maken in ‘boerenbedrijven’ streven inderdaad “diepingrijpende veranderingen in de samenleving” na. Zij willen dat de bio- en zuivelindustrie stopt, omdat ze zoveel mogelijk dierenleed willen voorkomen. Andere voorbeelden van ‘diepingrijpende veranderingen’ zijn het klimaatakkoord of een eventuele terugtrek uit de Europese Unie. Soms zijn diepingrijpende veranderingen nodig en soms zijn ze schadelijk. De vraag is daarom wanneer dergelijke veranderingen “een gevaar kunnen opleveren voor (het voortbestaan van) de democratische rechtsorde.” Denk bijvoorbeeld aan islamisten die onze seculiere staat willen vervangen voor een shariastaat. Dan komen zowel ons staatssysteem als de veiligheid van burgers in gevaar. Bij heimelijk filmen in boerenbedrijven is dat niet het geval. Zelfs als daarbij incidenteel kleinere delicten worden begaan.

Bij heimelijk filmen zou soms sprake kunnen zijn van het hanteren van onwettige methodes. Denk aan het vernielen van een slot (artikel 350 Wetboek van Strafrecht) of het zich bevinden op andermans grond (artikel 461 Wetboek van Strafrecht). Wat de AIVD onder ‘ondemocratische methodes’ verstaat is niet duidelijk. Wie de wet – die door het volk is opgemaakt en vastgesteld – overtreedt lijkt ondemocratisch te handelen. Maar de AIVD lijkt niet alle strafbare feiten als ondemocratisch te classificeren. Zij schaart namelijk enkele specifieke gedragingen, die een verband houden met het gevaar voor het voortbestaan van de democratische rechtsorde, onder ‘ondemocratische methodes’:

De gebruikte ondemocratische methodes kunnen zowel gewelddadig als niet-gewelddadig zijn. Voorbeelden van niet-gewelddadige ondemocratische middelen zijn systematisch haatzaaien, verspreiden van angst, verspreiden van desinformatie, demoniseren en intimideren. Voorbeelden van gewelddadige methodes zijn geweldplegingen, mishandelingen of ernstiger vormen van geweld.

De twee onwettige gedragingen die eventueel gepaard gaan met het heimelijk filmen in boerenbedrijven vallen niet binnen de zwaarte van de voorbeelden die de AIVD geeft.

Aangezien het heimelijk filmen bij boerenbedrijven niet binnen deze definitie van extremisme valt onderzocht ik of de NCTV wellicht een andere definitie van extremisme hanteert dan de AIVD. Dat blijkt het geval:

Extremisme is de benaming voor het fenomeen waarbij personen of groepen bij het streven naar hun idealen bewust over de grenzen van de wet gaan. Activisten komen soms luidruchtig maar geweldloos voor hun mening uit en houden zich aan de grenzen van de wet. Activisme wordt extremisme als er sprake is van het bewust plegen van strafbare feiten, zoals bedreigingen en vernieling.

Het plegen van vernieling of het zich onbevoegd op andermans terrein bevinden om heimelijk te filmen, in combinatie met het streven naar een diervriendelijke samenleving, is extremisme binnen deze definitie. Maar meestal wordt er ‘undercover’ gefilmd zonder overtreding van de wet. Iemand treedt dan in dienst bij een bedrijf of krijgt een rondleiding en draagt een verborgen camera. Dat is dus geen extremisme, maar de NCTV maakt in het DTN geen onderscheid tussen deze vormen van heimelijk filmen. Daardoor krijgen niet-extremisten een extremistisch label opgeplakt.

Het is opmerkelijk dat twee overheidsinstanties, die zich primair bezighouden met de nationale veiligheid en die terrorisme – voor zover mogelijk – moeten voorkomen, verschillende definities van extremisme hanteren. De definitie van de NCTV is beduidend ruimer dan die van de AIVD. Dat werkt willekeur door de overheid in de hand, nota bene binnen een domein dat de meeste impact heeft op de betrokken individuen. Het door de overheden labelen van iemand als ‘extremist’ kan grote gevolgen hebben voor diens privacy of bewegingsvrijheid.

De definitie van de NCTV is te ruim. Wie op De Dam in zijn eentje met een bord met daarop ‘Free Palestine’ een demonstratie houdt, zonder dat van tevoren aan te kondigen bij de gemeente, overtreedt de Wet Openbare Manifestaties en is daarmee een extremist. Wie toch muziekalbums blijft downloaden omdat hij vindt dat dit niet strafbaar mag zijn in de moderne tijd, is een extremist. Geert Wilders die volgens het Openbaar Ministerie een strafbaar feit beging door vanuit zijn idealen te vragen of mensen meer of minder Marokkanen wilden, is een extremist. Degene die met graffiti ‘Stop discriminatie!’ op een brug spuit is een extremist. Aldus de toepassing van de definitie van de NCTV.

Waarom let de NCTV niet op deze ‘plegers’, maar wel op heimelijke filmers in boerenbedrijven? Immers, zo schrijft de NCTV in het meest recente DTN: “Rond het dierenrechtenextremisme wordt al jaren weinig buitenwettelijke activiteit gesignaleerd.” Overigens is dat een contradictio in terminis. Immers, als het plegen van buitenwettelijke activiteiten een voorwaarde is voor het label ‘extremisme’, dan bestaat dierenrechtenextremisme niet voor zover er geen strafbare feiten worden gepleegd. De NCTV verwart activisme met extremisme en stigmatiseert daarmee een ieder die opkomt voor dierenwelzijn. Hoewel de NCTV – in tegenstelling tot de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) – niet als doel heeft om de bio- en zuivelindustrie te beschermen ondanks de kennis van een vernietigend systeem, is dat wel wat zij hiermee doet. Doordat de buitenwettelijke activiteiten al jarenlang minimaal zijn, is er zelfs binnen de te ruime definitie van de NCTV bijna geen dierenrechtenextremisme in Nederland.

Het is ook problematisch dat de NCTV haar te ruime definitie van extremisme als vorm van terrorisme bestempelt. Op haar website staat dat er twee soorten terrorisme zijn: extremisme en jihadisme. Daarmee zijn alle voorbeelden in de vorige alinea terroristische gedragingen volgens de NCTV. Van een organisatie als de NCTV wordt zorgvuldigheid verwacht. De classificatie van extremisme – of in het verlengde daarvan: terrorisme – kan grote gevolgen hebben voor de privacy of bewegingsvrijheid van de gelabelde personen en organisaties. Er moeten drie acties ondernomen worden. Ten eerste dient de NCTV uit te leggen wat er onder ‘heimelijk filmen’ wordt verstaan. Sommige vormen van heimelijk filmen vereisen immers geen overtreding van de wet.

Ten tweede dient de NCTV de definitie van extremisme over te nemen van de AIVD. Het is onwenselijk dat de AIVD en de NCTV verschillende definities voor dezelfde term hanteren. De definitie van de NCTV is te ruim, terwijl die van de AIVD zich richt op waar het bij extremisme om gaat: een potentieel gevaar voor de democratische rechtsorde.

Ten derde dient de NCTV kritisch te beoordelen in hoeverre dierenrechtenactivisten binnen de definitie van extremisme van de AIVD vallen. Dat lijkt op basis van de uitspraken van de NCTV niet zo te zijn. Indien dat niet het geval is dient dierenrechtenextremisme geen plaats meer te hebben in het Dreigingsbeeld Terrorisme, omdat het daar te weinig verwantschap mee heeft.

Incidentele strafbare feiten zijn criminaliteit, maar vormen geen gevaar voor het voortbestaan van de democratische rechtsorde. Zo geldt dat ook voor het openbreken van een slot om heimelijk te filmen. Criminaliteit wordt verward met extremisme (en eventueel terrorisme). Aangezien een extremist een tegenstander van het staatsbestel is, is onterechte labeling problematisch. Immers, als de burger niet kan rekenen op de zorgvuldigheid en integriteit van de overheid komt de rechtsorde wél in gevaar. De overheid verliest dan namelijk haar legitimiteit. Deze stigmatisering van dierenrechtenactivisten werkt mogelijk ook polarisatie in de hand. Als de overheid ondoordacht de boeren steunt, voelen zij zich gesterkt in hun strijd. Boeren verdedigen zich dan immers niet meer tegen activisten, maar tegen extremisten. Daarom kan dit handelen van de NCTV de strijd tussen de activisten en de boeren feller maken. In het recentste DTN waarschuwt zij dat polarisatie tot extremistisch geweld kan leiden. Het eigen handelen van de NCTV zou wel eens kunnen gaan leiden tot wat ze wil voorkomen.