PERSBERICHT
Een overgrote meerderheid van zzp’ers weet niet waar ze zich aan moet houden om daadwerkelijk aangemerkt te worden als zelfstandige. Dit is een van de belangrijkste conclusies uit het onderzoek dat CHOICE Insights & Strategy (hierna: CHOICE), in opdracht van inhuurspecialist Brainnet in samenwerking met ZiPconomy uitvoerde onder ruim 1000 zzp’ers en werknemers.
De regels voor het inhuren van 1,1 miljoen Nederlandse zelfstandigen staan beschreven in het beleid van de Belastingdienst. In de praktijk wordt dit ook wel de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (DBA) genoemd. Uit het onderzoek blijkt dat zzp’ers niet erg bekend zijn met de wet DBA, terwijl dit uiteindelijk wel bepaalt in welke mate zij onder gezag werken. Bovendien volgen zij de huidige ontwikkelingen nauwelijks.
De vraag of er sprake is van een gezagsverhouding speelt zzp’ers parten. Zij krijgen minder opdrachten en kunnen beboet worden. De Belastingdienst stelt schijnzelfstandigheid (de dienstbetrekking) vast met behulp van 43 aanwijzingen. De meerderheid van de respondenten weet echter niet op basis waarvan de Belastingdienst de regels handhaaft of wil gaan handhaven.
Om tot een (begin van een) eenduidige weging van bestaande regels te komen, vroeg CHOICE aan werknemers (die werken onder gezag) en zzp’ers hoe zwaar zij denken dat de indicaties van de Belastingdienst volgens de huidige wetgeving wegen, op een schaal van 1 tot 10. Daarnaast is gevraagd hoe zwaar zij persoonlijk vinden dat de indicaties in toekomstige wetgeving zouden moeten wegen.
De voorgelegde vragen zijn gelijk aan de genoemde aanwijzingen in het handboek loonheffingen van de Belastingdienst.
De uitslag van het onderzoek laat zien dat respondenten weinig verschil zien tussen de criteria waarmee gezag wordt beoordeeld. Juridisch zwaarwegende criteria lijken bijna even zwaar te wegen als criteria die in de rechtspraak doorgaans weinig gewicht in de weegschaal leggen.
Zzp’ers begrijpen dat de regels soms streng moeten zijn en accepteren dit ook als het om ‘harde’ elementen gaat, zoals ‘concurrentie- en relatiebeding’, ‘aansprakelijkheidsrisico’s’, ‘beloning’ en ‘leiding & toezicht’. Aan de andere kant ervaren zij de regels soms als té streng, met name ten aanzien van de ‘zachtere’ kant van hun werkzaamheden of elementen die meer buiten hun macht liggen. De elementen vragen om meer duidelijkheid.
/PERSBERICHT