Geachte rector,
De reden waarom ik u schrijf, is dat ik enige zorgen heb over de kwaliteit van het onderwijzend personeel aan uw filosofiefaculteit, over de academische attitude van uw decaan en over de diversiteit aan opvattingen (of liever gezegd het gebrek daaraan) waarmee aankomende filosofiestudenten geconfronteerd worden.
Laat mij uitleggen wat ik bedoel.
Onlangs is van mij gepubliceerd Theoterrorism v. Freedom of Speech (Amsterdam University Press 2019). In Groningen is op 5 april een Nacht van de Filosofie georganiseerd door het Groningse Studium Generale in samenwerking met de Groningse Faculteit Filosofie. Ik ben uitgenodigd om te komen spreken over mijn boek. Op het programma staat het aangekondigd als volgt:
“Rechtsgeleerde en filosoof Paul Cliteur zal tijdens de nacht een korte inleiding geven en zal daarna worden geïnterviewd. Paul Cliteur spreekt over Theoterrorisme, een onderwerp dat hem na aan het hart ligt. In zijn meest recente boek Theoterrorism v. Freedom of Speech doet hij uit de doeken hoe met name het Islamitische Theoterrorisme zich richt tegen de Westerse secularisatie en vrijheid van meningsuiting. Cliteur is als hoogleraar Encyclopedie van de Rechtswetenschap verbonden aan de Universiteit Leiden. Van 1995 tot 2002 was hij als bijzonder hoogleraar filosofie werkzaam aan de Universiteit van Delft en in 2017 visiting professor of law aan UC Hastings College of the Law.”
Met de uitnodigende instantie Studium Generale heb ik vanaf het begin prima contacten gehad, maar nu lees ik in het Groningse universiteitsblad dat uw faculteit filosofie een hele andere insteek kiest: “Groningse filosofen boos over komst Paul Cliteur”.
Werkelijk? Wie dan? Hoeveel? Waarom?
Het bericht gaat verder met:
“Lodi Nauta, decaan wijsbegeerte, stuurde afgelopen vrijdag de hele faculteit een mail om de zorgen te bespreken. In de mail belooft hij om controversiële uitnodigingen in de toekomst transparanter en beter bespreekbaar te maken.”
Die mededeling verontrust mij: dus de decaan van de faculteit filosofie gaat in het kader van de “transparantie” voorkomen dat in de toekomst Groningse filosofen in contact kunnen komen met iemand wiens gedachten hij “controversieel” acht? Of lees ik het nu niet goed? Rector, hebt u al eens een gesprekje gehad met decaan Nauta over academische vrijheid?
Het bericht in de U-krant gaat verder met: “Martin Lenz, hoofd van de vakgroep geschiedenis van de filosofie, zegt dat hij het gesprek niet uit de weg wil gaan, maar juist gaande wil krijgen. Zondag schreef hij in meer dan duizend woorden zijn beklag over de uitnodiging aan Cliteur.”
Dus prof. Lenz wil graag een gesprek “gaande krijgen” door te proberen een spreker waarmee hij het niet eens is van het programma te krijgen. Wonderlijk. Maar ook weer begrijpelijk. De paradox van de “de-platformer” is altijd (1) dat hij wil voorkomen dat anderen kennis nemen van het door hem verfoeide gedachtegoed, maar ook (2) dat hij, om zijn poging tot uitsluiting te onderbouwen, echt kennis moet gaan nemen van dat gedachtegoed.
Op een filosofieblog kunnen we prof. Lenz zien worstelen met deze paradox. Hij krijgt namelijk de oren gewassen door studenten die wel mijn boeken hebben gelezen en prof. Lenz blijkt niet eens te weten dat die boeken bestaan. Hij weet helemaal niet van het bestaan af van mijn Theoterrorisme v. Freedom of Speech, hoewel dat toch echt digitaal fulltext te raadplegen is in zijn eigen universiteitsbibliotheek en op grond waarvan ik een uitnodiging van Studium Generale heb mogen ontvangen. Tip voor decaan Nauta en prof. Lenz: probeer dat boek eerst uit de universiteitsbibliotheek te krijgen want een heel boek van mij in uw bibliotheek is véél gevaarlijker voor uw studenten dan een half uurtje naar mij luisteren tijdens de Nacht van de Filosofie met vier parallelsessies (zodat wie mij niet wil aanhoren voor iets anders kan kiezen).
In de Groningse universiteitsbibliotheek is ook aanwezig: Dirk Verhofstadt in gesprek met Paul Cliteur (2012), The Secular Outlook (2010), Het monotheïstisch dilemma (2010), Moreel Esperanto (2007) Tegen de decadentie (2004), Moderne papoea’s (2002), Geschiedenis van het humanisme (1991) – het houdt niet op! Zoals Socrates op het marktplein van Athene de jeugd van Athene kon corrumperen zo doet de Amsterdammer Cliteur dat via de universiteitsbibliotheek van Groningen. Het is kennelijk allemaal aan de aandacht van de decaan wijsbegeerte ontsnapt en ook kennelijk aan Martin Lenz die zich voor zijn gedegen uiteenzetting met mijn werk baseert op dingetjes die hij op internet heeft gevonden. Zij staren zich nu blind op een half uurtje luisteren naar Cliteur terwijl het gif van Cliteurs publicaties zich al via de universitaire bibliotheek heeft verspreid en gelezen kan worden in de comfortabele anonimiteit van lezing in de eigen studeerkamer.
Lichtpuntje in deze kwestie: rector, ik wil u graag complimenteren met de hoge kwaliteit van de bijdragen van studenten aan het filosofieblog in discussie met prof. Lenz. Prof. Lenz heeft niets gelezen en baseert zich op vermoedens en verdachtmakingen, de Groningse studenten baseren hun argumenten op passages uit mijn boeken Het monotheistisch dilemma, In Naam van God en Theoterrorism v. Freedom of Speech.
Nog een vraag: Geachte rector, uw decaan Lodi Nauta heeft voor 2,5 miljoen een Spinoza-premie gekregen. Mijn felicitaties. Maar, Spinoza, dat was toch de filosoof van de libertas philosophandi: de vrijheid om te filosoferen? Wat vindt u ervan dat deze decaan het kennelijk bespreekbaar acht 1 filosoof, mij, van de meer dan 25 sprekers op die Nacht van de Filosofie te weren vanwege “controversiële opvattingen”? Wat zegt ons dat over het optreden van deze hoogleraren in NWO-commissies, waar zij, gehuld in anonimiteit, moeten oordelen over onderzoeksvoorstellen van anderen? Dat baart mij zorgen. Zouden zij zich daar wel laten zien van hun meest liberale kant?
Geachte rector, wat zegt u deze gang van zaken verder over de situatie van de academische vrijheid aan uw filosofiefaculteit? Is die wel gewaarborgd?
En wat zegt het u, geachte rector, over de opstelling van prof. Lenz die als deskundige op het terrein van de middeleeuwse wijsbegeerte (en gespecialiseerd in engelen, heb ik mij laten vertellen) een discussie aangaat met iemand die drie boeken heeft geschreven over theoterrorisme en verschillende artikelen in peer reviewed tijdschriften over dat onderwerp, terwijl de filosoof Lenz helemaal niets gelezen heeft (laat staan gepubliceerd over dat onderwerp)?
Ook voor uw studenten, geachte rector, geeft dat toch een merkwaardig beeld? Waar is de veel geroemde “diversiteit” aan uw universiteit met deze bestuurders en profielbepalende hoogleraren? Wordt uw faculteit filosofie wel geleid door bestuurders met de juiste instelling? Want, eerlijk gezegd, geachte rector, ik geloof helemaal niet dat Groningse filosofen allemaal te hoop lopen tegen mij. Die Nacht van de Filosofie is uitverkocht. Ik heb verschillende keren aan uw mooie universiteit mogen optreden en kom graag in de prachtige stad Groningen.