Appingedam wil het dorpshart levendig houden. Om leegloop te voorkomen wil de Groningse krimpgemeente winkels liever concentreren in het centrum. De gemeente is dan ook tegen de komst van een schoenen-discounter net buiten dat centrum. Maar daar heeft het Europees Hof van Justitie nu een stokje voor gestoken. Appingedam wordt mogelijk gedwongen om de discounter tóch toe te laten. Reden is de ‘EU-Dienstenrichtlijn’, die ooit werd ingevoerd op initiatief van VVD-coryfee Frits Bolkestein toen die nog Europees Commissaris was. De verkoop van schoenen valt immers onder de Europese interne markt, net als bijna de helft van alle economische activiteiten. De Brusselse politiek lijkt soms ver weg, maar is heel dichtbij, bijvoorbeeld als een gemeente zijn eigen centrum wil inrichten. Dit zal nog veel erger worden als straks de gemeenten al hun economisch beleid eerst moeten voorleggen aan de Europese Commissie.
Brussel wil een nieuwe ‘notificatieplicht’ die gemeenten verplicht om hun plannen eerst voor te leggen aan Europese ambtenaren, die drie maanden de tijd krijgen om al die voorstellen te beoordelen. Nog vóórdat de gemeenteraad daar over heeft gesproken. Grote bedrijven als Ahold hebben flink gelobbyd voor deze richtlijn, om te voorkomen dat overheden lokale bedrijven kunnen beschermen. Overal in Europa zijn gemeenten geschrokken en in opstand gekomen en ook in ons land klinkt steeds meer protest. Zoals in Amsterdam, waar de gemeenteraad een SP-motie heeft aangenomen waarin staat dat dit Europese voorstel ‘de autonomie van lokale overheden ernstig aantast’ en ‘Amsterdammers zelf over hun stad moeten kunnen beslissen’. Zelfs de meest eurofiele partijen in de gemeenteraad, zoals GroenLinks, PvdA en D66, hebben zich uitgesproken tegen deze bemoeienis. Dat geldt ook voor de VVD van Frits Bolkestein.
Na de Tweede Wereldoorlog wilden landen in Europa meer gaan samenwerken, om de welvaart te vergroten en de democratie te beschermen. Dat ging geleidelijk en dat ging goed, tot aan het Verdrag van Maastricht in 1992. Onder leiding van toenmalig minister-president Ruud Lubbers (CDA) en minister van Financiën Wim Kok (PvdA) werd de pragmatische politiek van Europa omgezet in een ideologisch project, waarin landen gedwongen werden tot één economie, met één munt en één interne markt. Met een Europees apparaat dat onophoudelijk zou gaan werken aan de vorming van één Europese staat. Niet de mening van mensen, maar de wensen van grote bedrijven werden de motor van de Europese samenwerking, ten koste van de democratie. Het Verdrag van Maastricht werd goedgekeurd zonder dat de mensen iets werd gevraagd. In 2005 zei Nederland ‘nee’ tegen de Europese Grondwet, maar ook dat werd genegeerd.
Appingedam wil leegstand in het dorpshart voorkomen door winkels zoveel mogelijk in het centrum te houden. Waarom moet de Europese Commissie daar over oordelen, waarom moeten Brusselse ambtenaren hier een stokje voor steken? Het bestuur en de bewoners van Appingedam kunnen dat toch zélf wel bepalen? We hebben 355 gemeenten die voortaan al hun beleid, van de winkels tot het toerisme en van kinderopvang tot het onderhoud van begraafplaatsen, naar Brussel moeten sturen. De 12 provincies en de 21 waterschappen trouwens ook. Drie maanden wachten op een stempeltje uit Brussel. Ik vraag me af wat dit te maken heeft met het Europese ideaal om de welvaart te vergroten en de democratie te beschermen, dat waar Europa ooit voor was bedoeld. De inwoners van Appingedam en alle andere gemeenten moeten bij de Europese verkiezingen op 23 mei zeker gaan stemmen. Om deze bemoeienis te stoppen.
Ronald van Raak schreef eerder over de ijdelheid van Frans Timmermans en de overbodigheid van Jean-Claude Juncker.