Het is te simpel om vrede te definiëren als de afwezigheid van oorlog. Om de vraag te beantwoorden hoe oorlog voorkomen kan worden is een meer operationele definitie van vrede nuttiger. Vrede is niet alleen de afwezigheid van oorlog, maar ook van de dreiging van een oorlog, van een grote kans op oorlog en van de dringende noodzaak om zich op oorlog voor te bereiden. Toen de Berlijnse Muur viel en de Koude Oorlog beëindigd werd, brak zo’n periode van vrede aan die ongeveer 25 jaar duurde, van 1989 tot 2014. Hier kwam brutaal een einde aan met de Russische inval in de Krim.
Deze gouden periode van vrede gold niet voor alle landen. In Syrië en in Centraal Afrika zijn veel doden gevallen tijdens burgeroorlogen en door militia’s, maar het ging niet om oorlogen tussen machtige legers met gebruik van massavernietigingswapens. Het waren geen oorlogen tussen landen, alhoewel Rusland en Iran zich wel degelijk bemoeien met de conflicten in het Midden-Oosten. De vrede werd hier en daar verstoord door terroristische aanslagen.
Waarom was het gedurende 25 jaar relatief gezien zo rustig? Volgens de Amerikaanse hoogleraar politicologie Michael Mandelbaum in The rise and fall of peace on earth had deze periode van vrede drie oorzaken: ten eerste waren de Verenigde Staten toen de enige grootmacht; ten tweede waren de landen die een grote rol speelden in de internationale politiek economisch van elkaar afhankelijk, mede dank zij de wederkerige investeringen; ten derde leek de democratie het ‘einde van de geschiedenis’ en daarom het doel dat alle volkeren wilden nastreven. Het is van belang hierbij op te merken dat uit deze drie oorzaken van vrede geen wet van Meden en Perzen volgt. In de internationale politiek bestaan geen harde wetten, zoals in de fysica. Er is niets dat absolute garantie kan geven op vrede. Mandelbaum werd, op basis van zijn vele publicaties waarin hij op scherpe wijze de internationale politiek doorlicht, door het tijdschrift Foreign Policy geplaatst in het rijtje van honderd invloedrijkste personen.
Democratie speelt een sleutelrol in het behoud van vrede. In onze westerse beschaving betekent democratie politieke vrijheid, religieuze vrijheid en economische vrijheid. Politieke vrijheid houdt in dat het volk een zekere controle heeft over de leiders en dat hun macht binnen de perken blijft. Het volk wint het minst bij oorlog en verliest het meest, vandaar dat in een democratie oorlog slechts een laatste optie is. Religieuze vrijheid geeft ieder burger het recht volgens zijn persoonlijk geweten al of niet te geloven en iedereen die het wil kan de religieuze voorschriften en geboden naleven. Economische vrijheid gaat voornamelijk over privé eigendom. Binnen een democratie worden politieke, religieuze en economische spanningen, tegenstellingen of conflicten op vreedzame wijze opgelost. De vrijheid van meningsuiting is hiertoe een belangrijke, faciliterende factor. Er is meer tolerantie, meer respect voor minderheden en voor de onafhankelijkheid van andere landen en er is meer bereidheid tot het sluiten van compromissen.
Democratie is een mechanisme om conflicten vreedzaam op te lossen en om om te gaan met politieke verschillen. In een democratie is het beleid transparanter, in tegenstelling tot regimes die tot een verrassingsaanval kunnen overgaan. Hierdoor is er meer vertrouwen tussen de landen. Dit is echter geen absolute garantie tegen oorlog, want er zijn pseudo-democratieën met weinig vrijheid voor de burgers.
We leven helaas opnieuw in een periode waarin het behoud van vrede niet meer zo vanzelfsprekend is. In Europa is er de dreiging van Rusland tegenover Oekraïne. In het Midden-Oosten wil Iran haar invloed uitbreiden en de mogelijkheid is aanwezig dat dit land over nucleaire wapens beschikt of zal beschikken. In Oost-Azië bouwt China militaire bases in de West Pacific. Het gaat om drie landen die dictatoriaal of in het geval van Rusland nogal absolutistisch worden geleid. Rusland en Iran staan er economisch zwak voor, waardoor de leiders moeilijk aan de verleiding kunnen weerstaan om de aandacht van hun bevolking af te leiden door een strijdlustig buitenlands beleid te voeren. Wat China betreft is er niet zoveel reden tot bezorgdheid. De economische groei is weliswaar gezakt, maar de binnenlandse vraag is in dit immense land groot genoeg om een ineenstorting van de economie te verhinderen. Bovendien heeft China in een oorlog te veel te verliezen op economisch vlak.
Tijdens de Koude Oorlog werd de relatie met de Sovjetunie redelijk stabiel gehouden, dankzij verdragen over bewapening. Deze wapenverdragen hadden ook na de val van de Berlijnse muur kunnen bijdragen aan een vreedzame relatie met het Westen, totdat Rusland voldoende economische groei zou kennen en een democratie had opgebouwd. Het Westen hield zich, onder impuls van de VS, echter niet aan die verdragen zodat Rusland met de rug tegen de muur kwam te staan. Het komt de Amerikaanse kapitalisten niet goed uit dat een Europa van de Noordzee tot de Oeral een wereldmacht zou worden.
Als we de redenering van Mandelbaum volgen zou de vrede de komende jaren bewaard kunnen blijven indien Rusland, China en Iran democratieën zouden worden. Hij zegt zelf dat dit een illusie is. Democratie kan in elk geval niet van buitenaf worden opgelegd. Het moet door het volk zelf tot stand komen. Het enige wat het Westen kan doen is tegen agressieve neigingen of handelingen van die landen zoveel mogelijk weerstand bieden, het dictatoriaal gezag verzwakken en zelf bewijzen wat de enorme voordelen zijn van een democratische staatsvorm.
Persoonlijk stel ik mij de vraag waarom Europa op het wereldtoneel nauwelijks een rol speelt. Is Europa nog in staat de vrede in de wereld te helpen behouden? Hebben we hierin geen verantwoordelijkheid meer te dragen en waarom is het zover gekomen? Mijn stelling is dat als Europa internationaal te weinig macht en invloed meer heeft dat de kans op behoud van de vrede in deze eeuw minimaal is. Europa is namelijk het continent waar de mensen zich nog redelijk houden aan de (door het christendom geïnspireerde) ethiek; een ethiek die aan de basis ligt van de mensenrechten, van de vrijheid van het individu en van de democratie. Vandaar dat het van groot belang is de oorzaken van het falen van Europa in de internationale politiek bloot te leggen en de schuldigen hiervan aan te wijzen.
Macht en invloed zijn afhankelijk van onder andere het bevolkingsaantal, de economische activiteiten, het leger en van leiderschap. Europa en Rusland samen tellen 760 miljoen inwoners. Samen zouden ze een machtig blok kunnen vormen. Economisch is Europa een grootmacht. Rusland heeft een groot leger en de andere Europese landen zouden op redelijk korte termijn hun legers kunnen versterken. Rusland heeft een sterke leider, maar de rest van Europa is als zodanig erg verdeeld.
Als Europa, met inbegrip van Rusland, een confederatie van nationale staten zou worden, waarin goede afspraken worden gemaakt voor een gemeenschappelijke defensie en economische samenwerking, dan kan de 21ste eeuw de beste eeuw ooit worden. Een gouden tijdperk dat veel langer duurt dan 25 jaar. Dan zijn we krachtig genoeg om de dictators in de wereld een halt toe te roepen, kunnen we het internationaal terrorisme ten felste bestrijden, zullen we de gevolgen van de klimaatverandering beter aankunnen en zullen we bij een economische recessie de nodige solidariteit kunnen opbrengen om daar bovenop te komen.
Het bovenstaande maakt duidelijk wat Europa belemmert een rol te spelen in het behoud van de wereldvrede. Dat is in de eerste plaats de Europese Unie die het grootste deel van Europa, dat is Rusland, de rug toekeert. Dat zijn de Verenigde Staten die toenadering tot Rusland verhinderen. Dat is het gebrek aan beleid om de massa-immigratie en de aanwezigheid van miljoenen mensen die vijandig staan tegenover onze ethiek tegen te gaan. Hierdoor wordt de sociale cohesie in onze landen kapot gemaakt. Andere oorzaken zijn de onvruchtbare strijd tussen links en rechts en de ondermijning van de democratische vrijheden onder de dictatuur van het politiek-correcte denken.
Het zijn niet zozeer de populisten die Europa krachteloos houden, maar politici met een tunnelvisie die na de Koude Oorlog de kans niet hebben gegrepen om het Europa van Victor Hugo en Dostojevski te verenigen. Vandaar het dringend advies om waar mogelijk de banden met Rusland aan te halen. De treinverbindingen zijn goed, de cruises leggen aan in St.-Petersburg, zodat elke burger aan de politici het voorbeeld kan geven en het is er nog veilig ook.