Achtergrond

Chris Aalberts – Brusselse stemtips (1): Laat je niet misleiden door slappe verhalen

01-05-2019 12:09

Als er één ondoorgrondelijke bestuurslaag bestaat, is het de Europese Unie. Het was in de zomer van 2015 een goede reden om een project te plannen over de EU. Ik ging een heel politiek jaar wekelijks twee dagen naar Brussel. Je leert daar al snel het basisprincipe: heel veel politiek vindt hier achter gesloten deuren plaats en dus krijg je er maar moeilijk zicht op. Het enige sprankje hoop in deze intransparante wereld is het Europees Parlement. Hier gebeurt in ieder geval een deel van het werk in de openbaarheid en je bent er als journalist nog van harte welkom ook.

Over drie weken zijn er verkiezingen voor dat Europees Parlement. Er zijn nauwelijks verkiezingen die zo weinig interesse oproepen als deze. Dat is niet zo gek: we horen weinig van Brussel, het is niet duidelijk wie de kandidaten zijn en ook niet wat die kandidaten voor je kunnen betekenen als ze eenmaal gekozen zijn. Elke Europese verkiezing wordt er door het Europees Parlement veel geld in een opkomstcampagne gepompt, maar dat is vrij zinloos want de onbekendheid met deze instelling los je niet zo gemakkelijk op.

Hoe hopeloos de situatie is, wordt duidelijk als ik terugdenk aan mijn jaar in Brussel. Sommige Europarlementariërs spreek je vaak, anderen zie je nooit. Je komt Sophie in ’t Veld (D66) telkens op de gang tegen en bij Anja Hazekamp (PvdD) kun je binnenlopen. Maar anderen zie je simpelweg niet. Dat valt vooral op als je iemand wél van naam kent, maar nooit ergens ziet lopen en al helemaal nooit spreekt: Agnes Jongerius. Vroeger FNV-voorzitter en sinds vijf jaar Europarlementariër voor de PvdA. Ze bleef voor mij een jaar lang een onbekende.

Jongerius kwam niet in mijn verhalen op TPO voor. Dat had wel gekund: er werd regelmatig over haar gepraat. Die verhalen waren veelzeggend: Jongerius was geen goede keus geweest van de PvdA, ze was onzichtbaar en eigenlijk wist niemand wat ze nou precies deed. Ze was vice-voorzitter van een of andere commissie, maar in die rol kun je alleen de agenda bepalen als de echte voorzitter afwezig is. Nee, zo werd me verschillende keren door voorlichters en medewerkers van concurrerende partijen op het hart gedrukt: die Jongerius had beter thuis kunnen blijven.

Al met al werd ik telkens verleid om iets onaardigs over Jongerius te schrijven. Ik heb het nooit gedaan: al snel was er zoveel te schrijven dat het niet meer in me opkwam te schrijven over iemand die ik nooit sprak. En belangrijker: ik had geen idee of het verhaal waar was. Het bleef altijd malen: waarom zag je die Jongerius toch zo weinig? Wat deed ze hier? Lette ik misschien niet goed op? Dit is meteen ook de vraag van de gemiddelde kiezer over elke Europarlementariër: wat doén die lui daar in Brussel toch? Heeft stemmen bij de aanstaande verkiezingen zin?

De afgelopen maanden werkte ik met Mendeltje van Keulen aan een boek over de vraag wat Nederlandse Europarlementariërs de afgelopen jaren hebben gedaan. Wat deden ze, wat leverde dat op en waar zijn ze trots op? Zo kwam ik voor het eerst in het kantoor van Agnes Jongerius. In geuren en kleuren vertelde ze het verhaal over de detacheringsrichtlijn en oneerlijke concurrentie op de arbeidsmarkt, en vooral over hoeveel werk en moeite het kost om vanuit het Europees Parlement dit soort Europese regels te veranderen en zo de situatie van werkenden te verbeteren.

Niet gek dat ik Jongerius al die jaren niet heb gezien of gehoord. Ze zat continu in overleggen om anderen van haar standpunt over die richtlijn te overtuigen en zo te proberen tot een gezamenlijke lijn te komen. Dát is wat Europarlementariërs echt doen: ze bijten zich vast in wetgeving. Dit bureaucratische werk is eerder ambtelijk dan mediageniek en dus zal dit nooit voorpaginanieuws zijn. Het is erg makkelijk om in het Europees Parlement hard te werken en daarmee totaal onzichtbaar te zijn. Een Europarlementariër die je nooit ziet is niet per se vakantie aan het vieren.

Maar wie weet dat? Als je zegt dat Europarlementariërs de hele dag champagne zitten te drinken en ondertussen ten onrechte allerlei vergoedingen opstrijken, gelooft iedereen je. Net zoals velen in het verhaal zullen trappen dat Jongerius niets doet omdat ze nooit meer op televisie is. Maar al die verhalen zijn ongeïnformeerd en vooral lui: ze zijn nooit gebaseerd op echte observaties wat individuele Europarlementariërs doen. Is dat niet een beetje mager voor een instelling die ontzettend bepalend is geworden voor heel veel Nederlandse wetgeving?

Chris Aalberts schreef met Mendeltje van Keulen ‘Wat doen ze daar eigenlijk’ over het werk van de Nederlandse Europarlementariërs tussen 2014 en 2019. In deze korte serie geeft hij tips waar je bij deze verkiezingen wel en niet op moet letten.