Achtergrond

Maurice de Hond – Analyse van de opkomst en het Frans Timmermans-effect

25-05-2019 15:22

Frans Timmermans HERBERT NEUBAUER / APA / AFP

Dat er maar twee maanden zaten tussen EP2019 en PS2019 en via Peil.nl we bij beide verkiezingen meer dan 10.000 respondenten hebben ondervraagd, maakt het goed mogelijk te zien wat er precies electoraal gebeurd is bij EP2019.

Er zijn drie belangrijke componenten, die zorgen voor het verschil tussen de twee verkiezingsresultaten. Op basis van onderzoek via Peil.nl en de uitslagen zelf, zijn die invloeden vrij nauwkeurig te kwantificeren.

Deze drie componenten zijn:

1. De lagere opkomst bij EP2019 (een kwart minder dan bij PS2019), die per partij aanzienlijk verschilt: ‘het opkomst-effect’.
2. De extra kiezers, die naar de PvdA over gingen, omdat Frans Timmermans de lijsttrekker was: ‘het Timmermans-effect’.
3. De overige kiezers, die bij EP2019 een andere partij stemden dan bij PS2019. Deze drie componenten worden in dit rapport apart behandeld, plus dat wordt berekend, wat de uitslag van EP2019 geweest zou zijn, als het opkomst-effect en het Timmermans-effect niet zou zijn opgetreden.

Het opkomst-effect

De opkomst bij EP2019 is ongeveer een kwart minder geweest dan bij PS2019. Maar per partij verschilde het enorm. Dit is het overzicht:

Terwijl de opkomst bij EP2019 dus 75% is van die van PS2019 zien we dat de SGP-kiezers van PS2019 voor 84% zijn opgekomen bij EP2019 en aan het andere uiterste, dat de PVV-kiezers maar voor 46% zijn opgekomen.

Deels hangt dit patroon samen met het normale verschil in het electoraat bij lagere opkomst (SGP en CDA kennen altijd een relatief hoge opkomst), deels hangt dit samen met het feit dat deze verkiezingen voor het Europese Parlement waren. Partijen die kritisch zijn over de EU, zoals PVV, SP en FVD kennen een 2 duidelijk lagere opkomst dan partijen die positief zijn over de EU, zoals GL en D66. Dat is een patroon dat we ook bij vorige verkiezingen voor het Europees Parlement hebben gezien.

Hoe dit verschil in opkomst bij de diverse partijen doorwerkt op de verkiezingsuitslag laat de volgende tabel zien. We zijn er dan van uitgegaan dat bij elke partij de opkomst 75% was van die van PS2019 en het patroon van overgangen tussen de verschillende partijen wel hetzelfde was gebleven.

Het grootste verschil zien we bij FVD, die 2,6% hoger zou gescoord hebben en PvdA 1,6% lager zonder de gedifferentieerde opkomsten per partij.

Het Timmermans-effect

Dat Frans Timmermans lijsttrekker van de PvdA was leverde die partij een behoorlijk aantal extra stemmen op.

Via mijn wekelijkse verslagen, heb ik daar diverse keren al op gewezen. Hieronder de tabel, die ik publiceerde bij onze weekpeiling van oktober 2018, kort nadat bekend was geworden dat Timmermans 3 lijsttrekker zou worden. Uit die tabel is al goed op te maken wat Frans Timmersmans de PvdA extra bij de verkiezingen voor het Europese Parlement kunnen opleveren.

Op 5 mei jl. bepaalden we de potentie van de PvdA voor de EP2019-verkiezingen. Die score was 21%. Ook daarbij was te zien dat lijsttrekker Frans Timmermans een extra aantrekkingskracht voor de PvdA opleverde. En ook op 19 mei hebben we in ons weekrapport het Timmermans effect aangegeven. De inschatting was dat dit effect de PvdA circa 3% meer zou opleveren.

Aan de mensen die op 23 mei jl. bij de verkiezingen op de PvdA hebben gestemd, hebben we gevraagd of ze dit ook hadden gedaan als Frans Timmermans geen lijsttrekker was geweest? Hieronder het overzicht van de kiezers die dan “nee” hebben geantwoord. Dus de 17%, die achter GroenLinks wordt aangetroffen betekent dat 17% van de kiezers van GroenLinks van PS2019 dit keer PvdA heeft gestemd, maar zonder Frans Timmermans dat niet gedaan zouden hebben!

Op basis van deze cijfers kunnen we hierdoor ook een verkiezingsresultaat berekenen als aangenomen wordt dat deze groep kiezers dus dan geen PvdA hebben gestemd zouden hebben, maar de partij die ze ook bij PS2019 hebben gestemd. Dat houdt bij voorbeeld dus in dat de PvdA niet alleen die 17% van GroenLinks niet krijgt, maar dat ook GroenLinks die 17% “terug” krijgt.

Dit is als het ware het effect van de ‘zespuntenwedstrijd’ in de voetbalcompetitie. Bij een overwinning krijgt het ene team 3 punten. Bij een nederlaag krijgt het andere team 3 punten. Per saldo wordt het verschil tussen die twee teams 6 punten groter als we de twee mogelijke uitslagen met elkaar vergelijken.

De volgende  tabel laat goed zien hoe dat ‘zespunten-effect’ op de uitslag heeft doorgewerkt, want de PvdA heeft niet alleen meer kiezers gekregen door het Timmermans-effect, maar de andere partijen hebben hierdoor minder kiezers gekregen. En dus neemt het verschil toe.

GroenLinks scoorde bij PS2019 ruim 10%. 17% van die kiezers hebben bij EP2019 PvdA gestemd door Frans Timmermans en zouden het niet gedaan hebben als hij niet de lijsttrekker was geweest. Daardoor ging de PvdA 1,8% vooruit en GroenLinks 1,8% achteruit.

Hieruit blijkt dat het Timmermans effect per saldo de PvdA een 7,5% hoger resultaat heeft opgeleverd. Dat komt dus doordat de PvdA meer kiezers heeft gekregen en de andere partijen minder. Zonder het Timmermans effect zouden PvdD, 50PLUS, PVV en SP minder dicht bij de kiesdeler hebben gestaan.

De overgangen tussen partijen

Ten slotte geven we een overzicht van de overgangen die er zijn geweest tussen de partijen als de stemkeuze bij EP2019 wordt afgezet tegen de keuzes bij EP2019. Dit betreft dan de kiezers die bij beide verkiezingen zijn opgekomen.

Deze tabel is gebaseerd op bijna 10.000 respondenten die op 23 mei jl. zijn ondervraagd via Peil.nl.

Dit betreft dus louter de verschuivingen tussen PS2019 en EP2019. De omvang van die verschuivingen in slechts 2 maanden, wordt aan de ene kant veroorzaakt doordat het verkiezingen zijn voor verschillende vertegenwoordigende lichamen. Maar het geeft ook weer hoe beweeglijk het electoraat is.

Tenslotte: Besef wel dat bij Tweede Kamerverkiezingen de opkomst rond de 80% zal zijn. Dus bijna 2 keer zo groot dan bij de verkiezingen voor de Europese Parlementsverkiezingen. Bij een zo hoge opkomst is het cijfermatige effect van de verschillen van de opkomst per partij beduidend kleiner.

Plus dat bij die verkiezingen de strijd om wie de grootste wordt, vaak wel een (fors) electoraal effect heeft. Mede omdat de grootste partij doorgaans de premier levert.

Omdat EK2019 zo kort na PS2019 was en er dit keer wel een duidelijk effect is van de aantrekkingskracht van een lijsttrekker, levert deze analyse van de uitslag van EK2019 een leerzaam inzicht in hoe electorale processen lopen en wat daarvan de invloed is op de verkiezingsuitslag.