Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Ingrid van Engelshoven (D66) heeft de Amerikaans-Nederlandse historicus James Kennedy gevraagd de Canon van Nederland te herijken. Doel is om ook ‘de schaduwkanten van de Nederlandse geschiedenis’ te belichten. Een van die ‘schaduwkanten’ behelst oorlogsmisdaden in Nederlands-Indië’. Daarmee lijkt uitsluitend op Nederlandse misdaden te worden gedoeld.
In een interview in Trouw zegt Kennedy dat je alleen op een aansprekende manier over de geschiedenis van Nederland kan vertellen als je ervoor zorgt ‘dat de verhalen voldoende erkenning krijgen in de samenleving. Je moet dus rekening houden met de samenstelling van de Nederlandse bevolking.” Hopelijk rekent hij hiertoe ook de groep van de Indische Nederlanders.
Vanuit het perspectief van Indisch Nederland kan over oorlogsmisdaden in Nederlands-Indië niet worden gesproken zonder aandacht te besteden aan de Bersiap; de periode die vooraf is gegaan aan de Politionele Acties waarbinnen die oorlogsmisdaden zouden zijn gepleegd. Bersiap is Indonesisch voor Weest paraat; bereid je voor op.
Tijdens deze periode is een ongeteld aantal blanke en ‘gekleurde’ Nederlanders, Chinezen, Ambonezen en pro Nederlandse Indonesiërs; burgers allemaal, met kapmessen en bamboesperen gedood. De schattingen van het aantal Nederlandse slachtoffers variëren van enkele duizenden tot tienduizenden.
Officiële aandacht voor deze periode is er in Nederland nauwelijks geweest. Geen nationale herdenkingen, monumenten of zelfs vermeldingen in schoolboeken. Dit, gezien de omvang van de moordpartijen tot bevreemding van vooral buitenlandse historici.
De Politionele Acties, die later in veler ogen zinloos en zelfs misdadig zijn genoemd, hebben ongeveer 6200 Nederlandse militairen het leven gekost. Aan Indonesische zijde zijn bijna 100.000 slachtoffers gevallen door Nederlands militair optreden. Daarnaast heeft een onbekend aantal inheemse bewoners van Indonesië het leven gelaten door toedoen van Indonesische milities. En vooral dat laatste is iets dat men liever niet wil weten.
Want het is één ding dat Nederlanders worden vermoord. In het heersende discours staan zij als ‘kolonialen’ aan de verkeerde kant van de geschiedenis. Ook de Nederlandse militaire slachtoffers waren ‘fout’, want blanke onderdrukkers van de ‘vrijheidsstrijd’. Dat Indonesische ‘vrijheidsstrijders’ zelf op grote schaal ongewapende burgers – vrouwen, bejaarden en kinderen – in koelen bloede hebben afgemaakt, past niet in het zwart-wit denken over die tijd.
Dat die naoorlogse tijd door historici wordt herschreven is niet vreemd of uitzonderlijk. De massabombardementen van de geallieerden tijdens de Tweede Wereldoorlog op Duitse en Japanse steden worden nu ook niet langer gezien als een verdedigbare militaire strategie, maar als een oorlogsmisdaad. Datzelfde kan worden gezegd over de grootschalige verkrachtingen waaraan de Sovjets zich hebben schuldig gemaakt in het overwonnen Duitsland.
Indonesische historici zitten waarschijnlijk niet te wachten op een nauwkeurige, objectieve beschrijving van de Bersiap die het beeld kan aantasten van een gerechtvaardigde en heroïsche vrijheidsstrijd. Wij, nazaten van de vooroorlogse Nederlands-Indische generatie, zitten daar wel op te wachten. De verhalen van onze ouders zijn nooit het verhaal van die tijd geworden. Pakan Baroe, Buitenkampers, Bersiap zijn hier nog steeds onbekende woorden en begrippen.
Kennedy zegt in het interview in Trouw dat “Groepen die een aandeel hebben in het debat over de nationale geschiedenis (..) hun rol (zullen) opeisen in de onderhandelingen over wat er in de canon moet zitten en wat niet. Dat past binnen het soort samenleving dat Nederland is, dat je zoveel mogelijk in samenspraak doet.” Nu is eisen is niet zo van Indische Nederlanders, maar samenspraak graag.
Wij hopen dat professor Kennedy niet zwicht voor politiek correcte dogma’s bij het samenstellen van de nieuwe canon en ook Nederlands leed in de koloniën in zijn onderzoek meeweegt.