Ronald van Raak – Waarom Sister Nancy zo geliefd is onder beroemde rappers

14-06-2019 11:51

Ophlin Russell, ooit bekend als ‘Sister Nancy’. (Screenshot uit 'Bam' van Jay Z.

Zouden ze het hebben geweten bij die Amerikaanse bank, over het vroegere leven van hun accountant Ophlin Russell, die ooit ‘Sister Nancy’ was? En als ze het geweten hadden, zouden ze dan ook hebben beseft hoe bijzonder deze vrouw is? Sister Nancy is een Jamaicaanse zangeres die bekend werd met ‘Bam Bam’ (1982), een nummer dat enkele jaren terug ook werd gebruikt in een commercial van Reebok met topmodel Miranda Kerr. Belangrijker is dat ‘Bam Bam’ zo’n honderd keer is gesampled door grote hiphop-artiesten. Nancy werd geboren als één van vijftien kinderen in een conservatief christelijk gezin in Kingston. Toch slaagde zij er als tienermeisje in om een MC (‘rapper’) te worden in de macho ‘Dancehall’-muziek op Jamaica, één van de voorlopers van de Amerikaanse hip-hop. In ‘Bam Bam’ zingt Nancy over haar eigen ambities. Zonder het zélf te beseffen bevocht zij het podium voor vrouwelijke rappers.

“Dis woman neva trouble no one.
I’m a lady, I’m not a man.
MC is my ambishan.
I come fi nice up Jamaican.” 

Haar vader wilde dat Ophlin zou zingen in de kerk, maar zij wilde liever als ‘Nancy’ optreden met haar broer, de in Kingston beruchte MC ‘Brigadier Jerry’. ‘Dancehall’ is een sobere versie van reggae, met grote nadruk op de teksten, waarbij vaak werd geïmproviseerd op een bestaand ritme. Onder de hoede van haar grote broer eiste Nancy als vijftienjarig meisje de microfoon op en ging zij de strijd aan met de oudere mannelijke rappers. Dat leidde tot gedoe thuis, maar ook tot succes op het podium – en op de plaat. ‘Bam Bam’ is een heerlijk nummer, met een aanstekelijke beat, een aandoenlijke stem, in een muzikale taal. Nancy zingt in de taal van Jamaica, dat een geheel eigen kleur geeft aan het Engels. Dit lied is gebaseerd op een beat van de Jamaicaanse band Toots and The Maytals, één van de grondleggers van de reggae muziek. De tekst van Nancy is naar haar zeggen ontstaan door ‘live’ improvisatie.

“A some a dem a seh me a go mash up dem plan.
A true dem nuh know me a one buisness ‘oman.”

In ‘Bam Bam’ droomt Sister Nancy van een toekomst als vrouwelijke ondernemer, maar van de verkoop van het plaatje heeft ze geen cent gezien. Dat geld ging naar haar ‘manager’ – die later door een schietpartij om het leven kwam. Het internationale succes van het liedje leidde wel tot enkele optredens in het buitenland, maar het grote succes bleef uit. Rond haar 35e jaar ging Nancy naar Amerika waar ze accountant werd (bij een bank in New Jersey). Pas daar ontdekte ze hoe haar lied ‘Bam Bam’ een geheel nieuw leven was gaan leiden in de hiphop, waar zo’n honderd artiesten het liedje hebben gebruikt, waaronder Jay Z (in ‘Bam’, met Damian Marley, 2017). Sister Nancy bleef lang een onbekende voor het grote publiek, maar werd een begrip onder grote rappers. In de clip van Jay Z komt Sister Nancy ook zélf aan het woord, over de manier waarop ‘Bam Bam’ tot stand kwam: ‘It wasn’t written. It was just freestyle.’

“A some a dem a ax a Sister Nancy mek you bad so.
Bung dung didle-a Sister Nancy mek you bad so.”

Mensen vroegen Nancy waarom ze zich zo ’slecht’ gedroeg, door zich als jong meisje in te laten met de machocultuur van de Jamaicaanse MC’s. De reden was dat ze het leuk vond en er goed in was. Sister Nancy was al in de vijftig toen ze besefte hoe groot haar invloed was, toen ze de reclame van Reebok zag. Ook toen pas had ze meer besef van haar financiële rechten en eiste ze voor het eerst geld voor het gebruik van het lied. Kort daarna ging de accountant met pensioen. Veel vrouwelijke rappers zeggen dat Sister Nancy voor hen een voorbeeld was, waaronder Lizzo, die ‘Bam Bam’ gebruikt in ‘Truth Hurts’ (2017). Sister Nancy heeft ook Jamaicaanse zangeressen de microfoon in de hand gedrukt, zoals Lady Saw, de eerste vrouwelijke rapper die een Grammy Award won. Liedjes worden ‘klassiek’ als ze door de jaren heen gebruikt blijven worden. Ook ik wil ‘Bam Bam’ in herinnering houden, als is het maar in een column.

Ronald van Raak schreef eerder over de duivelse muziek van Robert Johnson, de ongewassen stem van Blind Willie Johnson, de mateloze muziek van Charles Mingus, het Bonaire van Harry Belafonte en de boodschap van Grandmaster Flash.