Het was niet te merken aan de organisatie, de zaal en het tijdstip, maar deze week besprak men in het centrum van Amsterdam een zeer belangwekkend thema. Donderdagmiddag vond in Perdu, een podium voor poëzie en literatuur, een bijeenkomst plaats van de Hans van Mierlo Stichting, het wetenschappelijk bureau van D66. De vraag was: hoe om te gaan met polarisatie en toenemende extremen in de politiek? Aan de ene kant is er D66, aan de andere kant Forum voor Democratie (FvD). De politieke verschillen kunnen nauwelijks groter zijn. Wat nu?
We zien hier het probleem van de wetenschappelijke bureaus van politieke partijen: hun publicaties en bijeenkomsten trekken niet al te veel aandacht. In Perdu zijn zo’n 35 mensen bijeen om te praten over een boekpublicatie over Hendrik Pieter Marchant (1869-1956), de voorman van de Vrijzinnig Democratische Bond, een voorloper van D66. In zijn tijd was er ook een enorme polarisatie, toen door de groei van het communisme, fascisme en nationaalsocialisme. Omdat er nu polarisatie is van allerlei populistische partijen, kunnen we misschien lessen trekken uit het verleden, zo is hier de teneur.
Maar wat die lessen nou precies zijn, wordt deze middag niet duidelijk. De belangrijkste inzichten komen van UvA-hoogleraar Sarah de Lange: polarisatie is als een soort golfbeweging, legt ze uit. In gewone mensentaal zijn er eerst politieke consensus en compromisvorming, waardoor sommige burgers zich niet meer vertegenwoordigd voelen omdat iedereen het in de politiek met elkaar eens is. Een mooi voorbeeld zijn de Paarse kabinetten waarin links en rechts met elkaar samenwerkten. Er leek geen oppositie te zijn, maar ontevreden burgers bestonden wel degelijk.
Dit soort periodes met weinig polarisatie leveren vanzelf nieuwe polarisatie op, horen we. Nieuwe partijen proberen het ongenoegen een stem te geven. In Nederland is de kiesdrempel laag en dus kunnen nieuwe partijen snel voet aan de grond krijgen. In 2002 was dat de LPF, nu is dat Forum voor Democratie. Deze partijen staan garant voor polarisatie, met name ten opzichte van D66: de partij was ooit de grote tegenstander van de LPF, later electoraal gegroeid als tegenhanger van Geert Wilders en nu ook weer een belangrijke tegenstander van FvD.
Hoe moet D66 met polarisatie omgaan? De buitenstaander zou antwoorden dat D66 een partij is die leeft van polarisatie, want alleen in contrast met partijen als PVV en FvD krijgen de sociaal-liberalen een duidelijk profiel. Polarisatie is dus een kans voor D66 om visies te etaleren die tegengesteld zijn aan die van populisten en te doen alsof het land ten onder gaat als de politieke vijand aan de macht komt. Ondertussen kijkt D66 wekelijks vol enthousiasme naar Maurice de Hond of de peilingen al zijn gestegen.
Maar bij het wetenschappelijk bureau van D66 is het antwoord heel anders. Hier horen we dat polarisatie heel gewoon is, maar dat het wel een probleem wordt als het omslaat in ‘affectieve polarisatie’. De politieke tegenstander wordt dan steeds meer als een morele vijand gezien die bestreden moet worden, niet als iemand met alleen maar andere opvattingen. Het is wel een aardige beschrijving van hoe FvD en D66 elkaar tegenwoordig zien, maar dat merkt hier niemand op.
Als men elkaar eenmaal als morele vijand ziet, zo leren we, is dat niet meer gemakkelijk te veranderen. Dan wordt het tijd om met elkaar in gesprek te gaan. Maar hoe D66 dat gesprek moet voeren, daar hebben de aanwezigen verrassend weinig over te zeggen. Laat ik daarom een voorzet doen.
Laten we terugdenken aan het hoogtepunt van FvD in maart dit jaar: er werd een zeer succesvolle verkiezingscampagne gevoerd over drie thema’s: klimaat, migratie en Europa. Het zijn de thema’s waarbij D66 regelrecht tegenover FvD staat: het klimaat moet gered worden en daarom moet iedereen betalen voor windmolens en zonneweiden, migratie is een natuurverschijnsel waar Nederland van kan profiteren en Europa is een prachtige uitvinding waar Nederland alleen maar baat bij heeft en waarbij fundamentele scepsis belachelijk is. Was getekend: D66.
Alle middenpartijen zijn het in de praktijk grotendeels over deze thema’s eens, maar dat maakt deze meningen nog niet vanzelfsprekend. De rekening van het klimaat moet betaald worden door burgers die daar nooit echt voor gekozen hebben, op migratie is al heel lang forse kritiek van grote groepen Nederlanders en Brussel voelt echt ondemocratischer aan dan Den Haag. Niet zo gek dat je polarisatie krijgt als alle middenpartijen globaal hetzelfde zeggen en geen enkele bereidheid tonen ook maar iets in de richting van hun criticasters op te schuiven, of dat hooguit tergend langzaam doen.
Je vraagt je af: als D66 de polarisatie echt wil verminderen, zou de partij dan niet eerst aan inhoudelijke zelfreflectie moeten doen, voordat men FvD’ers lastigvalt met ‘een goed gesprek’ wat toch niets oplevert?