Als een allochtoon, een illegaal of een asielzoeker een misdrijf pleegt, dan horen we op de sociale media kreten zoals ‘Opsluiten en de sleutel weggooien’, ‘Naar een werkkamp in Siberië’ of ‘Met het eerste vliegtuig deporteren’. In een democratische rechtsstaat is dit niet mogelijk. We kunnen slechts hopen dat de rechters streng optreden en dat de regering een doortastend immigratiebeleid voert.
In deze bijdrage wil ik de vraag beantwoorden hoe voorkomen kan worden dat criminelen in herhaling vallen. Als een jonge Marokkaan die een ernstig delict heeft gepleegd, na het uitzitten van de gevangenisstraf, een eerzame burger wordt die in de gevangenis een opleiding tot loodgieter heeft gevolgd en de volgende veertig jaar zijn steentje zal bijdragen aan de economie en aan het betaalbaar houden van onze pensioenen, dan kunnen we blijven stemmen op D66. De meesten zullen hier geen snars van geloven.
Het probleem is dat men vaker slechter uit de gevangenis komt dan voorheen. Gevangenissen zijn ook broedplaatsen voor jihadisten. Recidive na een gevangenisstraf is ontzettend hoog: 60 procent pleegt binnen een jaar opnieuw een misdrijf.
Er is een oplossing om recidivisme te voorkomen. Eerst moeten we weten wat de oorzaken zijn van een criminele carrière en waarom zovelen in herhaling vallen. In een Marokkaans gezin dat bij mij in behandeling was had de oudste zoon een HBO-opleiding gevolgd en op zijn werk had hij al promotie gemaakt. De twee jongste zonen waren onverbeterlijke delinquenten die de hele wijk onveilig maakten. Dat de ene wel een crimineel wordt en anderen niet heeft alles te maken met wie men in zijn leven ontmoet. Een leerkracht kan het verschil maken. Bijvoorbeeld als hij een leerling bewust maakt van zijn talenten en hem aanmoedigt. Een succesvolle opleiding en het vinden van werk zijn de belangrijkste buffers tegen crimineel gedrag. Wordt een jongere op school belachelijk gemaakt en de grond ingeboord dan vindt hij op straat rolmodellen die zonder opleiding snel en veel geld verdienen. De stap naar lidmaatschap van een bende is dan gauw gezet.
Iedere jongere maakt wel eens fouten. Wie heeft in zijn jeugdjaren nooit een (winkel)diefstal gepleegd? De manier waarop de samenleving hierop reageert kan het verschil maken tussen wie niet meer in zichzelf gelooft en wie het zelfvertrouwen terug kan vinden, tussen wie uit frustratie zich verder afreageert en wie zijn lesje heeft geleerd. Jongeren die in buurten wonen met veel criminaliteit en die door de politie en waakzame burgers, met hun smartphonecamera in de hand, extra in de gaten worden gehouden komen makkelijker terecht in de vicieuze cirkel van de ene mislukking naar een andere. Diegenen die in de fout gaan voelen zich door iedereen uitgekotst. Ook binnen hun eigen etnische groep want de meerderheid pleegt geen delicten.
Hetzelfde ontwikkelingsproces zien we bij jihadisten. Het gaat vaak om gefrustreerde jongeren die iemand ontmoeten die hen een heldenstatus voorspiegelt. Er moet een strijd gevoerd worden in naam van Allah en dan zal alles goed komen. Hierbij speelt internet een belangrijke rol. Via de sociale media wordt een ideologie verspreid die haat en verdeeldheid zaait.
De oplossing ligt in een samenleving die het contact met die jongeren niet verliest. Criminaliteit en fanatisme zijn voornamelijk een zaak van jonge mannen tussen de 18 en 24 jaar. Neem bijvoorbeeld de deradicaliseringsprogramma’s in of buiten de gevangenissen. Die zijn vrijwel altijd tot mislukken gedoemd. Dat komt omdat deze programma’s geen alternatief bieden voor een betere integratie in de samenleving. Na de detentie komen ze terug in een omgeving die hen eerder heeft verworpen. Niemand zit op hen te wachten. Daardoor worden ze gedwongen terug contact te zoeken met diegenen die een strijd voeren tegen het Westen.
Hetzelfde geldt voor de mislukte integratie van jongeren met een niet-westerse achtergrond. Zij voelen zich niet thuis in onze maatschappij. Ze krijgen veel signalen dat ze niet gewenst zijn. Integratie wordt gedefinieerd als aanpassing aan onze normen en waarden, tot aan de kledingvoorschriften toe. Vanuit een Europees gezichtspunt is dit begrijpelijk. In de Verenigde Staten zien ze dit totaal anders. De tijd zal uitwijzen welk beleid leidt tot de hel en welk tot een hoger beschavingsniveau. Persoonlijk pleit ik voor een Europa dat zijn identiteit behoudt en waar geen plaats is voor wie onze joods-christelijke ethiek niet omarmt. Die ethiek is namelijk de beste die de mensheid ooit heeft gekend en ligt aan de basis van de Universele Rechten van de Mens. Dat is de reden waarom Europa nog steeds een baken van hoop is voor de gehele wereld. Dat moet zo blijven, in het belang van de wereldvrede.
Waar het voorlopig om gaat is hoe te voorkomen dat een minderheid de samenleving met haar terreur ondermijnt. Bovenstaande analyse leert dat een oplossing afhankelijk is van personen en instituties die het contact met deze jongeren niet verliezen. Recidive wordt voorkomen als ouders, leerkrachten, werkgevers en andere gezaghebbende of invloedrijke personen deze jongeren nooit laten vallen. Als zij bereid zijn telkens nieuwe kansen te bieden en de mogelijkheden creëren om te slagen.
In de eerste plaats moeten de ouders waakzaam zijn. Ze moeten weten met wie hun kinderen contact hebben en onder welke invloeden ze komen te staan. Het is hun taak als opvoeders om dit met hun kinderen te bespreken en zelf een voorbeeld te zijn van verdraagzaamheid en naastenliefde.
Daarnaast hebben de scholen een belangrijke taak, omdat alle jongeren daar komen. Een concreet voorstel is dat er een vak ‘Verstandig omgaan met sociale media’ op het curriculum wordt gezet. In dit vak leert men alle boodschappen in de media, ook die van de MSM, kritisch te bekijken. Het doel van dit vak is dat duidelijk wordt dat zowel extreem-links als extreem-rechts op onverantwoorde wijze polariseren. In een open discussie met de leerlingen wordt onderzocht wat racistisch of fundamentalistisch is en welke houding het meest aan onze ethische criteria voldoet. Op die manier staat de meerderheid sterker tegenover een minderheid die het samenleven verpest.
Als je naar Marokko gaat dan ontmoet je in dit prachtige land voornamelijk vriendelijke en gastvrije mensen (dit geldt trouwens ook voor Turkije dat niet voor niets een van de meest populaire vakantiebestemmingen is). In eigen land heb ik de beste ervaringen met de Marokkanen en Turken die ik persoonlijk heb leren kennen. Bij hen voel ik me soms beter thuis dan bij een stijve Hollander die zo akelig recht voor z’n raap is. Er is geen twijfel mogelijk: er zijn meer, meer, meer goede Marokkanen.