Opinie

Prof. Paul Cliteur – Theo van Gogh, Derk Wiersum en de aanslag op de rechtsstaat

20-09-2019 12:01

De reden waarom Derk Wiersum is vermoord zou zijn dat hij te veel wist, teveel namen kende, zeggen vrienden van hem, geïnterviewd door NRC Handelsblad. Volgens een collega was Wiersum zich bewust van het gevaar dat hij liep, maar hij wilde geen beveiliging. Hij vond dat hij gewoon zijn werk moest kunnen doen. Hij ging op de fiets naar zijn werk. “We wonen toch in Nederland?”, zei hij dan.

Merkwaardig. Het zijn bijna precies de bewoordingen die ook Theo van Gogh († 2004) gebruikte toen hij werd ondervraagd over de veiligheidsrisico’s die hij liep met zijn kritiek op het islamisme. Van Gogh stelde dat hij niet wilde wonen in een land waarin hij niet meer zou kunnen zeggen wat hij wilde.

In 2004 werd Van Gogh vermoord vanwege zijn opvattingen en in 2004 werd in Nederland dus de vrijheid van expressie vermoord. Niemand ging meer doen wat Theo deed. Waarom zou je ook? Dat zou suïcidaal zijn.

Zou men de moord op Theo van Gogh een aanslag op de rechtsstaat kunnen noemen? Dat is geen slechte typering, want de rechtsstaat betekent beperking van overheidsmacht door het recht. Doordat burgers vrijheid van expressie hebben, kunnen zij de staat controleren, hun regeringen kritiseren – vrijheid van expressie en rechtsstaat zijn intiem verbonden.

Nu naar Wiersum. Was zijn moord ook een aanslag op de rechtsstaat? Velen hebben het zo gekwalificeerd, onder andere burgemeester Halsema. Ik denk wel dat je het zo kan zien. De rechtsstaat betekent, zoals gezegd, beperking van overheidsmacht door het recht. De overheidsmacht wordt onder andere beperkt doordat verdachten bepaalde rechten hebben tijdens het proces. Eén van die rechten is rechtsbijstand door een advocaat. Wanneer advocaten niet meer kunnen functioneren in deze rol, hebben we dus een aanslag op de rechtsstaat. Meer specifiek een moord op de rechtsbijstand. Van Gogh: de moord op de vrijheid van expressie. Wiersum: de moord op de rechtsbijstand. In beide gevallen: een aanslag op de rechtsstaat. In 2004 leerden we dat het jihadistisch terrorisme de rechtsstaat kan liquideren, in 2019 dat de mocromaffia dat ook kan.

De regering van Nederland heeft in de vijftien jaar dat men bezig is met het beteugelen van het jihadistisch terrorisme geen vooruitgang geboekt. Sinds 2004 weten columnisten, cartoonisten en cabaretiers wat ze hebben aan de staat als het aankomt op hun veiligheid: niets. Sinds 2019 weten advocaten dat ook: niets. Het grote publiek kijkt vooralsnog half geïnteresseerd toe met hier een daar een vleugje verontwaardiging. De meerderheid is immers geen columnist. Ook geen advocaat. Als dit zo doorgaat zal de staat de strijd tegen de mocromaffia verliezen, zoals men ook de strijd tegen het jihadistisch terrorisme heeft verloren.

Het ministerie van Justitie en Veiligheid. Een minister voor Rechtsbescherming. Justitie, Veiligheid, Rechtsbescherming. Het zijn maar woorden.