Opinie

Prof. Paul Cliteur – De dagen van de populisme-bashers zijn geteld

07-10-2019 12:53

U bent van plan op een partij te stemmen waarvan u denkt dat deze realistische voorstellen doet. Maar uw buurman, die hiervan lucht heeft gekregen, zegt: “Wat, die club? Maar dat is toch een populistische partij!” En u wordt ineens onzeker. Moeilijk woord, populisme. Zou het iets ergs zijn? Uw buurman kijkt u zelfverzekerd aan. Alleen door het woord ‘populisme’ toe te blaffen denkt hij zijn punt te hebben gemaakt. Maar is dat wel zo? Hierbij een paar tips voor intellectuele zelfverdediging.

De Oxford Advanced Learner’s Dictionary geeft de volgende omschrijving: a type of politics that claims to represent the opinions and wishes of ordinary people”. De Oxford Advanced Learner’s Dictionary blijft nog een beetje op de vlakte. Men stelt alleen dat populisme beweert (“claims”) de meningen van het gewone volk te vertegenwoordigen. Maar men lijkt te suggereren dat het hierbij om een valse claim gaat. De populistische politicus misleidt dus het volk.

Cambridge Dictionary is ook nog een beetje op de hand van uw buurman, want het omschrijft “populisme” als: “political ideas and activities that are intended to get the support of ordinary people by giving them what they want”. Het publiek krijgt wat het wil van de populistische politicus die daarmee de verdenking op zich laadt dat hij een opportunist is die zonder eigen overtuigingen voorlegt wat het publiek wil horen.

‘Valt niet op goede gronden te verdedigen dat gewone mensen sommige dingen veel scherper zien dan de “professionals”?’

En hier Collins English Dictionary waarmee het alleen maar erger wordt voor u (en beter voor uw buurman). Immers populisme is “a political strategy based on a calculated appeal to the interests or prejudices of ordinary people”. De populist hanteert een bewuste “strategie”. Hij is “berekenend” (“calculated”). En hij vertegenwoordigt niet alleen de belangen (“interests”) van het gewone volk, maar maakt ook gebruik van hun vooroordelen (“prejudices”). De populist is hier een soort democratisch roofdier.

Maar zie dan Marrian-Webster en het begint er beter voor u uit te zien. Een “populist” is “a member of a political party claiming to represent the common people”. Marrian-Webster verduidelijkt het met: “a believer in the rights, wisdom, or virtues of the common people”. Hey, zo gek is dat nog niet, populisme. Valt namelijk niet op goede gronden te verdedigen dat gewone mensen sommige dingen veel scherper zien dan de “professionals”? Waarom daar alleen maar neerbuigend over doen?

‘Heel goed, dat er soms politici naar voren komen die de democratische missie, het vertegenwoordigen van het volk, weer serieus nemen’

Met de definitie van Lexico gaat het er pas echt goed voor u uitzien. Als “populist” wordt opgevoerd: “A person, especially a politician, who strives to appeal to ordinary people who feel that their concerns are disregarded by established elite groups”. Dit is goed nieuws voor u, want stapels politicologische literatuur bewijzen dat “elite groepen” (“established elite groups”) de neiging hebben de belangen van het volk te miskennen hoewel ze beweren dat volk te vertegenwoordigen. Je moet wel heel naïef zijn (uw buurman) om te denken dat de belangen van de politieke elite en het gewone volk 1 op 1 samenvallen. Dus logisch, en heel goed, dat er soms politici naar voren komen die de democratische missie, het vertegenwoordigen van het volk, weer serieus nemen. De populist is in die zin de ware democraat.

Ik voorspel dat over een paar jaar die negatieve definities van populisme helemaal verdwenen zullen zijn. Je ziet nu al de omslag in de wetenschappelijke literatuur. National Populism: The Revolt Against Liberal Democracy (2018) van Roger Eatwell and Matthew Goodwin geeft reeds een opvallend positieve benadering van het populisme. Dat geldt in nog sterkere mate voor Populism: A Beginner’s Guide (2019) van Simon Tormey. De dagen van de populisme-bashers zijn geteld.

Mevrouw Ollongren, leest u mee?