Opinie

Sid Lukkassen – Het Joker-bestaan oftewel over het clowneske atomisme

03-11-2019 16:53

Onlangs sloeg mijn artikel over het leven in een grote clownshow in als een bom – de auteur ontving veel gepassioneerde steun van lezers. Nu is het belangrijk om in dit vervolgstuk één en ander aan te vullen. Hiervoor moeten we even terug naar de spreekavond bij de Rode Hoed, waar ondergetekende vergezeld werd door dr. Esther van Fenema, prof. Paul Cliteur en Robert Lemm. Van Fenema gaf een bijzonder belangrijke lezing over de sneeuwvlokjesdynamiek. De samenleving is tot losse atomen uiteengeslagen en die zijn gevoelig voor wervelstormen omdat ze niet meer verankerd zijn in traditionele structuren (zoals kerk, vakbond, natiestaat, hecht familieleven en dorpsgemeenschap). Deze maatschappelijke toestand vloeit voort uit postmoderne onthechting en kent een totáál andere dynamiek dan tot dusver van kracht was in de menselijke geschiedenis.

Van kinds af aan is een zin in het geheugen gebleven van Hannibal Lecter in Silence of the Lambs (1991): “Any rational society would either have killed me, or put me to use.” Vandaag krijgen we echter met de derde optie te maken: repressieve tolerantie. In die situatie is er weinig uit te richten tegen dit geatomiseerde bestaan, buiten dan mensen bijeen te brengen met lezingen, boekpresentaties en café-avonden. Daarbuiten zijn mensen – nu de globalisering ons losweekt uit onze natuurlijke biotoop – steeds meer als losse komeetjes die doelloos zweven door een ijl heelal.

‘Deze mensen hadden een prima salaris maar werden terneergedrukt door monotone verveling’

De eerste sporen van dit absurde atomisme doorleefde ondergetekende in de herfst van 2007 bij een bezoek aan het stadskantoor van Arnhem. Een jeugdvriend liep er stage en de verhalen die daarover rondgingen waren zó bizar dat ik het met eigen ogen wilde zien. Hij waarschuwde tevoren dat het aantal zelfmoordpogingen in de beroepsgroep van ambtenaren erg hoog was…

Iemand had voor de lol een pingpongtafel naar het werk meegenomen en schuin tegen een muur gezet. Om te zien wanneer iemand het zou opmerken en er wat aan zou doen. Dat was al weer jaren geleden… de tafel stond er nog precies zo. Weer een ander verborg een koekoeksklokje in een luchtschacht, vlak voordat er werd verhuisd naar een andere afdeling. De ambtenaren verkneukelden zich bij de gedachte dat hun opvolgers niet zouden weten waar het geluid vandaan kwam. Een derde had een boterham met eiersalade achter een kantoorklok geplakt – elke dag was er een rituele discussie over de vraag of de tijd al rijp was om te kijken hoe de boterham eraan toe was.

Deze mensen hadden een prima salaris maar werden terneergedrukt door monotone verveling. Die was zó sterk dat ze elk uur gingen kijken of ergens nog lege koffiebekertjes lagen van de vorige pauze. En zo ja, dan belden ze de schoonmaakdienst om erover te klagen. Wanneer er dan eindelijk iemand was komen opruimen, dan was dat natuurlijk de perfecte gelegenheid om een bakje koffie te drinken. Een ambtenaar had een pingpongballetje gevonden en stelde voor om het op vrijdagmiddag vanaf de hoogste verdieping te laten vallen. Ze keken handenwrijvend uit naar dat moment. Eén dag van die pure leegte was genoeg voor een heel leven.

‘Onderwijs draait steeds minder rond kennisoverdracht: scholen zijn leerfabrieken’

Tekenend voor het afslijten van authenticiteit en levenslust is ook het lotgeval van mijn oude tekenleraar. In Havo 5 was één van de opdrachten het tekenen van een boom. Hij vertelde hoe hij, als hij naar zijn moeder fietste, nostalgisch altijd even zei “Dag boom!” – als kind had hij in deze boom gespeeld. Dat heeft hij geweten. Een studente vroeg: “Praat u dan met bomen?” Een jaar na mijn afstuderen sprak ik nog eens met hem af. Er liep een brugklasser voorbij. “Ah! Daar hebben we de man die met bomen praat!” Uit de groeven in zijn gezicht was duidelijk dat de tekenleraar zware tijden doormaakte. “Godverdomme, kankerkind!” riep hij gefrustreerd terug. Het verhaal was een eigen leven gaan leiden.

Om het jaar af te sluiten woonde ik, vanwege mijn bijbaan in het onderwijs, een diner bij van de sectie onderbouw kaderberoep. Nooit heb ik kinderachtigere mensen bijeen gezien. “Kijk eens achter je!”, zei er een – vervolgens liet hij een klodder mayonaise in het bier van zijn collega glijden. Op een andere stageschool sloopten leraren elkaar over ruzies rond Vitesse en NAC. Deze mensen moesten voorbeelden zijn… Onderwijs draait steeds minder rond kennisoverdracht: scholen zijn leerfabrieken. Ouders moeten per se tevreden blijven en iedereen moet koste wat kost een diploma halen. Het gaat inhoudelijk nergens meer over en zodoende blijven er clowneske en leeggezogen docenten over.

‘Occupy, dit was geen sneeuwbaleffect maar een sneeuwvlokjesdynamiek: ont-ankerde mensen die, aangezogen door de anarchie, ongeschikt bleken om een serieuze maatschappelijke omslag in gang te zetten’

Zorgen over de groeiende staatsschuld en onbeheersbare wereldwijde schuldenbubbels brachten mij in 2011 naar de demonstratie van Occupy op het beursplein in Amsterdam. Een dunne man in een legerjas sprak over een ‘sneeuwbaleffect’ dat van het protest zou uitgaan. Ik keek goed om mij heen en zag een dikke Bulgaar in een oranje veiligheidsvest. Er kwam een jonge migrant aangewandeld: die zag eruit alsof hij dagen niet had geslapen en stond stijf van de drugs. “Hé, ik hoor bij de beveiliging hier”, zei de Bulgaar tegen de migrant. “Ben je moe? Wil je even slapen? Ik zal je een tentje laten zien, kom maar mee.” De migrant volgde traag en met een afwezige blik, terwijl de Bulgaar hem met een hand op de onderrug vooruit duwde.

Er lag een uitgetelde zwerver op een aftandse sofa met een fles wodka in zijn hand geklemd. Vlokjes roerbakei hingen in zijn baard. “Om je boodschap uit te dragen heb je leiderschap nodig en dat ontbreekt hier.” sprak ik tegen de man in de legerjas. “Er zijn hier respectabele, hardwerkende mensen naar afgereisd met ernstige zorgen over het financiële systeem. Maar je kunt hen niets bieden omdat je geen precieze boodschap hebt. Wat je hebt zijn een stelletje blowende hippies die hier enkel zijn omdat ze niets beters te doen hebben.”

Dit was geen sneeuwbaleffect maar een sneeuwvlokjesdynamiek: ont-ankerde mensen die, aangezogen door de anarchie, ongeschikt bleken om een serieuze maatschappelijke omslag in gang te zetten. Het waren dromers die nóóit een alternatief konden bouwen op het finance capitalism. Ze maakten zich in het diepst van hun wezen eigenlijk geen zorgen over overheidsschulden: velen van hen wilden juist méér overheid. Een nanny-state die voor hen zou zorgen. Als ze elke dag geld kregen voor wiet en drank dan vonden ze het wel best. Ze zouden dan op een gitaar liggen tokkelen en verder geen ambities ontplooien. Vanuit het idee: als we allemaal zo leven dan is er geen oorlog meer, dus laten we het maar doen – nu moeten de banken deze leefstijl nog even financieren…

Eén van de respectabele bezoekers was een gepensioneerde biologieprofessor. Die vertelde dat hij als student voor honderd gulden als student kon wonen en rondkomen in Amsterdam – toen hij afstudeerde had hij nul schulden. Hij beschreef zijn contact met ambtenaren van de Europese Commissie. Dit zijn mensen, zei hij, die niet meer spreken met normale burgers. Aan het begin van het gesprek bakenen ze de ruimte af van de gespreksstof – als je buiten die ruimte treedt, dan behandelen ze je als iemand die zich buiten de discussie heeft gesteld.

‘Ik zeg één ding Sid – hoe oud ik ook word, de meiden blijven even jong’

Fast forward naar 2018. Ik had wat carrièrestappen gemaakt en dineerde nu met een eurocraat in een restaurant nabij het Berlaymont, het hoofdkwartier van de Europese Commissie. Deze man was hooguit enkele jaren ouder dan ondergetekende. “Als ik morgen mijn baan opzeg dan heb ik een pensioen van 1.500 euro per maand. Dat is wat een universitaire docent in Slowakije verdient. Als ik mijn reizen boek op kosten van de instituties, dan boek ik ze zó dat ik zelf een dag langer kan blijven. Dan bezoek ik een museum en daarna een normaal restaurant. Ik trek mijn duurste manchetknopen aan. Ik zeg één ding Sid – hoe oud ik ook word, de meiden blijven even jong. Ook wat de stagiaires betreft zit ik op een boot die nooit stopt: fris water elke maand, nieuwe kusten om te ontginnen…”

Hij vatte zijn loopbaan als volgt samen: “I work for the Union, so the Union works for me.” De beste man meldde zelfs dat de EU lijfwachten voor hem huurt als hij op werkreis is in dubieuze Oost-Europese regio’s. “Ik krijg dan zin om mensen op straat aan de kant te duwen – echt Sid, je word een heel ander mens.” Hij omschreef dat hij van dichtbij had gezien hoe de EU corruptie in Oekraïne gedoogt om geopolitieke redenen. “When it is mid-day and the emperor tells you it is night, go and look at the stars with him.” Hij glunderde vol trots toen ik dit alles noteerde. Ik vroeg, hoe vind je het dat op een dag duizenden mensen dit zullen lezen? Hij zei: “I would give everything away, just to have a little more.

‘Mijn collega’s dankten hun positie vooral aan hun connecties in de eurobubbel’

De tussentijd heeft duistere periodes gekend. Vlak na mijn traineeship op het Europarlement reisde ik met mijn vriendin met de Eurobus. Naast haar zat een Afrikaanse vrouw van 200 kilo waardoor ze zelf nauwelijks een halve stoel ruimte had. Een moslim naast mij draaide om vijf uur ’s ochtends – toen we eindelijk in slaap sukkelden – cassettebandjes af met gebedsmuziek. Dan waren er nog de Oost-Europese zigeuners die languit op het vloerpad lagen. Tijdens de pitstop probeerden ze veel meer spullen af te rekenen dan ze konden betalen. Dat zorgde voor onnodige vertraging en frustratie. De kassabediende, een man van mijn leeftijd, werd woedend. Mijn vriendin zei dat hij waarschijnlijk op Front National stemde.

Met die opmerking viel veel op zijn plaats. Nu had ik mezelf als gemeenteraadslid omhoog geknokt naar mijn traineeship. Mijn collega’s dankten hun positie vooral aan hun connecties in de eurobubbel. Dankzij die connecties zouden ze nóóit worden gedwongen om zo’n goedkope busreis te maken – ze zouden dus ook niet in dit deel van de samenleving belanden. Maar wél oordelen over zulke stemmers als xenofobe kleinburgers, en anderen het OneWorldism aanpraten…

Nu slaan we veel boeiende aanvaringen met het ‘clowneske atomisme’ over om ruimte te maken voor de volgende tekst: mijn bijdrage aan een filosofisch debat over vereenzaming en bezuinigingen op de Geestelijke Gezondheidszorg. Tien jaar terug geschreven is het nog beangstigend accuraat.

“Helpt het tegen vereenzaming dan, de GGZ? Dit is wat zou helpen: iemand organiseert een buurtbarbecue, mensen gaan erheen, je maakt gezellig een babbeltje en raakt met een leuke meid aan de praat. Je stelt voor om een keer samen een filmpje te gaan kijken en het lijkt haar een goed plan. Een buurman komt met het idee om met zijn allen naar het zwembad te gaan – zo ontstaan nieuwe contacten, vriendschappen en zelfs relaties. MAAR ZO GAAT HET NIET DAMES EN HEREN. Dat is niet de realiteit van vandaag! Als er al meiden zouden komen, dan zouden die door de vader zijn meegesleurd zodat hij een oogje in het zeil kan houden. Ze zouden dan geïrriteerd zitten te pingen op hun mobiele telefoon, totdat de ouders voldoende beschonken zijn om hen te laten gaan. Dan gaan ze naar de stad waar er flink wat bacardi’s ingaan totdat er bepaalde typen jongens tegenaan komen schuren. Uiteindelijk is het allemaal los zand. Áls er al een afspraak zou komen om met z’n allen naar het zwembad te gaan, dan zou de helft vlak tevoren afbellen of misschien niet eens van zich laten horen. Dit is Nederland anno nu.Voor de ware realiteit van vandaag moet je niet bij de GGZ zijn. We zijn allen teruggebracht tot geïsoleerde op-zichzelf-staande atomen die op louter individuele basis onze behoeften proberen te bevredigen. De sociale contacten zijn al dermate ontaard dat mensen kennelijk in het holst van de nacht vanachter een computer hun verhaal moeten doen.”

Al dit maatschappelijke verval zou gewoon een luchtspiegeling zijn, zeggen sommigen: “Het komt omdat je met jezelf in de knoop zit en geen leuke mensen om je heen hebt.” Het is een typisch voorbeeld van de positiviteitsterreur – ieder maatschappelijk proces en maatschappelijk verval wordt teruggebracht tot persoonlijke levenskeuzes en de zelfgekozen gemoedstoestanden van een individu.

‘De uitkomst is grimmig maar waar: als het morele kapitaal uit de natie verdwijnt, kan de staat dit onmogelijk terug-subsidiëren’

Iedereen is ondernemer van zijn eigen leven: ‘geluk is een keuze’. Als je word vermalen tussen de tandwielen van het systeem in ontbinding, dan heb je dat kennelijk aan jezelf te danken en mag je worden beschimpt, vertrapt en bespot. Er zijn mensen die weinig anders kunnen dan zichzelf als zo opgewekt te blijven profileren: als ze niet meer fris en fruitig zijn – of zélf een keer doorbranden – zijn ze immers de volgende die worden vermalen. The show must go on!

Het wegvallen van standaarden in het onderwijs, het kosmopolitische hedonisme binnen de EU, het onvermogen om de financiële sector te hervormen: het is allemaal te herleiden tot het verdwijnen van sociale samenhang en het lostrekken van de baleinen uit de samenleving. Op dit brandpunt convergeren alle grote discussies die sociologen de afgelopen decennia voerden. Het Böckenförde-Diktum, Bowling Alone (2000) door Robert Putnam, wat het SCP in 2011 schreef over sociale anomie en tot slot het discours over de participatiesamenleving. De uitkomst is grimmig maar waar: als het morele kapitaal uit de natie verdwijnt, kan de staat dit onmogelijk terug-subsidiëren. Als gemeenteraadslid volgde ik tientallen discussies over initiatieven zoals ‘Kleur uw buurt’ – nooit heeft het een bindende, beklijvende betekenis opgeleverd.

Dit is de harde waarheid die ‘links’ het meest haat. Want enerzijds willen ze opkomen voor de kwetsbaren in de samenleving: mensen die het meest te verliezen hebben bij het wegvallen van de sociale samenhang. Anderzijds zijn ze qua belangen verstrengeld met de vervangers die de staat aanlevert. Hun kiezers zijn de ambtenaren in dienst van gesubsidieerde zorgnetwerkjes en lokale cultuurcoördinators. Zelfs de monotone verveling van het geatomiseerde stadskantoor is op te lossen via een doelgericht, productief bestaan met zinvolle, identificeerbare rollen die zijn ingebed in een bezield verband van samenleven.

Steun de auteur via BackMe om dit geluid te blijven verkondigen. Uw steun is belangrijker dan ooit!