Opinie

Sonny Spek – Tien basisprincipes voor een (nieuwe) sociaal-conservatieve partij

15-12-2019 14:08

Het Malieveld lijkt elke maand onderdeel te zijn van het strijdgewoel van groepen om aanspraak te kunnen maken op extra financiering van het Rijk of groepen die niet de erkenning krijgen die zij wel zouden verdienen, zoals de boeren en het onderwijspersoneel. De ‘crisis in de publieke sector’ – veroorzaakt door overregulering, administratieve lasten en personeelstekorten – zou ons als burgers en politici moeten aanzetten tot een grondige herijking van de huidige plannen voor ons toekomstige Nederland. Een aantal politieke partijen probeert een visie rond ‘zekerheid’ te presenteren en dat lijkt maar in beperkte mate aan te slaan. Het lijkt erop dat geen enkele politieke partij een geloofwaardig politiek programma weet te bieden waarbij een conservatieve culturele agenda en sociale zekerheid op economisch gebied met elkaar verbonden worden. Het is deze combinatie waar volgens mij veel Nederlanders op zitten te wachten. Gezien het huidige maatschappelijke debat en zorgen die leven in de samenleving is deze combinatie van ideeën niet ondenkbaar.

‘Je hoeft geen socialist te zijn om de concentratie van kapitaal en ongelijke welvaartsverdeling problematisch te vinden’

Het is duidelijk dat dat de verrassende uitslag tijdens de Provinciale Statenverkiezingen in maart dit jaar niks te maken had met een hard liberaal-rechtse koers die Nederland zou willen varen, maar veeleer met het gebrek aan zekerheid dat burgers ervaren door alle landelijke en internationale ontwikkelingen. Een pleidooi voor een betaalbare energietransitie, het leefbaar houden van wijken, een goede integratie of assimilatie van nieuwe Nederlanders, het in stand houden van het subsidiariteitsbeginsel en het verbeteren van de publieke sector is allerminst een ‘kil rechts geluid’, maar getuigt juist van een zeer sociale grondslag. Echter hier voor pleiten is iets anders dan er ook daadwerkelijk naar handelen.

De laatste jaren wordt er herhaaldelijk door politici uitgesproken dat ‘iedereen moet merken dat het beter gaat’. Een nastrevenswaardig doel, maar de praktijk blijft voor het overgrote deel van de bevolking achter. Men wordt geconfronteerd met verlate bezuinigingsoperaties, de rechtspraak die onder druk staat, de onderbezetting van de politie, scholen die moeten sluiten vanwege het lerarentekort en het verlies van banen door technologisering. De ‘brede welvaartsindicator’ laat zien dat Nederland recent pas weer op het niveau van voor de crisis is gekomen, maar de nieuwe economische herfst dient zich alweer aan. Je hoeft geen socialist te zijn om de concentratie van kapitaal en ongelijke welvaartsverdeling problematisch te vinden. De gemiddelde Nederlander merkt de economische voorspoed niet. Tegelijkertijd zien we dat de partijen die hier aandacht aan besteden volledig voorbijgaan aan de problematische situatie rond de huidige asielindustrie en de illegale immigratie die op dit moment Europa voor enorme uitdagingen stelt. De ongecontroleerde immigratie vergroot niet alleen de druk op de verzorgingsstaat maar zorgt ook voor het sterk afnemen van de sociale samenhang in wijken en het gezamenlijke uitgangspunt van gedeelde waarden.

‘De waarden die ons verbinden eroderen langzaam, terwijl er zeker sprake is van een gemeenschappelijk fundament’

Er zijn op dit moment al veel partijen, maar vaak blinken zij uit in hypocrisie, inconsequente maatregelen en ronduit slecht beleid. Het alternatief is dan ook op dit moment weinig aantrekkelijk. De partijen die op dit moment een nieuw geluid proberen te geven in de landelijke politiek kunnen vaak hun radicale componenten niet onderdrukken of vallen door egoïstisch intern gekibbel uit elkaar. Nederlanders zitten hier bij meerderheid niet op te wachten, maar willen het fatsoen terug. Geen politici die onterecht reisvergoedingen opstrijken, geen politici die rücksichtslos de veestapel willen halveren, geen politici die het politieke strijdtoneel willen gebruiken voor alleen hun culturele agenda, geen politici die identiteitspolitiek willen bedrijven etc. Na de verzuiling is Nederland haar politiek fundament en ideologische strijd langzaam kwijtgeraakt. Het individu tegenover de staat zou in het vervolg het uitgangspunt zijn in het publieke debat en politieke discours. De waarden die ons verbinden eroderen langzaam, terwijl er zeker sprake is van een gemeenschappelijk fundament. De wil om er samen uit te komen, een beleid waarbij er naar elkaar wordt omgekeken en de soevereiniteit in eigen kring zijn gemeenschappelijke kenmerken voor onze politiek cultuur.

‘Het breken van de Nederlandse gesloten bestuurscultuur vergt meer dan het behalen van zetels in de Tweede Kamer’

Als we naar het Nederlandse electoraat kijken dan zien we dat er veel kiezers interesse hebben voor een partij die cultureel conservatief is maar op het sociaaleconomische terrein een sociaal gezicht laat zien. Op dit moment is er geen enkele rationele en zakelijke partij die zonder buitensporigheden deze twee kernzaken op een succesvolle wijze tot een agenda weet te formuleren. Jacques Monasch had dit met Nieuwe Wegen goed gezien, maar had te weinig tijd en mankracht om dit succesvol uit te rollen. De enige partij die hier in de buurt komt is de PVV, maar zij blijven hangen in hun kritische verhaal betreffende de islam en zullen daarmee nooit directe invloed kunnen uitoefenen op het regeringsbeleid. Daarnaast mist deze partij het kader van leden, commissies en het maatschappelijk middenveld om op succesvolle wijze mee te kunnen besturen. Het breken van de Nederlandse gesloten bestuurscultuur vergt meer dan het behalen van zetels in de Tweede Kamer. Het verlangt het opstellen van een maatschappelijke beweging en een breed kader. De enige manier om op constructieve en bedachtzame wijze invloed uit te kunnen oefenen voor een sociaal-conservatieve (of sociaal-behoudende) agenda is het oprichten van een nieuwe politieke partij die dit wereldbeeld consequent vanaf het begin uitdraagt of de huidige middenpartijen bijstuurt. Eerder hebben we moeten constateren dat deze logge partijen steeds moeilijker verandering kunnen ondergaan en daar ook niet voor openstaan.

Een aanzet voor een programma voor een nieuwe sociaal-conservatieve partij zou het volgende kunnen zijn:

  1. Het immigratiebeleid moet op de schop. De jaarlijkse toestroom van tienduizenden nieuwkomers zorgt voor de aantasting van sociale cohesie en druk op de verzorgingsstaat.
  2. Het uitgangspunt is dat iedereen die zich Nederlands voelt en mee wil participeren in de samenleving ook een Nederlander is. Men gaat niet mee in de oprukkende identiteitspolitiek waarbij mensen op hun afkomst, huidskleur, geaardheid etc. worden aangesproken. De vraag moet zijn wat Nederlanders met elkaar gemeen hebben, in plaats van hoe zij met elkaar verschillen.
  3. De basisbeurs wordt weer ingevoerd en studenten die de afgelopen jaren het leenstelsel hebben meegemaakt krijgen een vergoeding.
  4. Nederland is een sociaal land. Er wordt niet verder geknibbeld op sociale voorzieningen als burgers daardoor in de knel komen. Er wordt naar gestreefd om het ingewikkelde systeem van belastingen en toeslagen te versimpelen.
  5. Het verzorgingshuis was een goede voorziening om burgers een waardevolle oude dag te kunnen bieden. De bezuinigingen hierop moeten worden teruggedraaid. Hiermee wordt niet alleen eenzaamheid tegengegaan, maar ook de negatieve gevolgen van de vergrijzing.
  6. Betaalbare energietransitie met ‘klimaatoptimisme’ als uitgangspunt. Het is duidelijk dat er op termijn moet worden verduurzaamd, maar de prioriteit moet hierbij niet liggen op het gasvrij maken van wijken. Er moet meer worden ingezet op innovatie, onderwijs en kernenergie. Het uitgangspunt moet niet ‘minderen zijn’, maar het vertrouwen dat er met de toekomstige technologie veel meer mogelijk is.
  7. Democratische vernieuwing. Het referendum wordt ingevoerd en er komt een nieuw kiesstelsel, waardoor onze volksvertegenwoordigers een betere afspiegeling gaan vormen van de Nederlandse samenleving. De Nederlandse gesloten bestuurscultuur moet worden opengebroken.
  8. Men heeft moeite met de voorstellen voor het versoepelen van de euthanasiewetgeving (‘voltooid leven’). Nederland moet staan voor waardig oud worden en mensen niet in de verdrukking laten komen. Ondanks dat, als er sprake is van ondraaglijk lijden, wij ervoor zijn dat mensen die moeilijke keuze zelf moeten kunnen maken.
  9. Er is veel mis met de Europese Unie. Een grondige hervorming is nodig om de bestaande waardengemeenschap ook economisch en monetair te kunnen laten voortbestaan op een wijze waarop de Nederlandse werknemers en pensioenen beschermd zijn.
  10.  De steeds groter wordende kloof tussen bevolkingsgroepen in sociaal-economisch en cultureel opzicht moet kleiner worden.

Als een (nieuwe) politieke partij op een succesvolle en onderbouwde wijze deze punten kan samenvoegen in een partijprogramma, dan lijkt het versplinterde politieke landschap ruimte te bieden. Wie pakt die kans?