Velen leggen de oorzaak van de ondergang van het Romeinse Rijk bij de inval van de barbaren. Het is beter de vraag te stellen waarom de barbaren dit rijk konden binnenvallen en Rome veroveren. Waarom was er geen weerstand? Hoe kon het dat één van de imperia dat het langst heeft geduurd, namelijk duizend jaar, zo makkelijk veroverd kon worden? De ondergang van het Romeinse Rijk verliep zeer snel met ongehoorde gevolgen. Op het hoogtepunt, in het jaar 70 voor Christus, had Rome één miljoen inwoners. Niet lang na de plundering door de barbaren was Rome niet veel meer dan een dorp met 17.000 inwoners.
Volgens de Amerikaan Lawrence Reed, een econoom en historicus die als journalist gedurende 25 jaar de gehele wereld heeft doorkruist, is de ondergang van het Romeinse Rijk het gevolg van drie factoren. Deze geschiedenis is een les voor onze tijd en zou best van toepassing kunnen zijn voor de ondergang van de westerse beschaving. Om die reden ga ik hier wat dieper op in. Op het eind wordt een voorstel geformuleerd om de strijd die volgt uit de onverenigbaarheid van onze Europese waarden en de islam te vervangen door een vorm van samenwerking. Dit laatste biedt een kans om de ondergang te vermijden.
Opvallend is dat Reed de oorzaak van het einde van het Romeinse Rijk niet ziet in invallen van buitenaf, maar door een verval van binnenuit. Ten eerste was er een verval van de moraal dat leidde tot een klassenstrijd, oorlogen die veel geld kostten en hoge belastingen. Een tweede oorzaak was het despotisme waarin de oorspronkelijke republiek was uitgemond. De Romeinen hadden nochtans de republiek gesticht om te voorkomen dat de macht bij één man was geconcentreerd. De macht werd verdeeld. Er waren instellingen, zoals de senaat, – die nog steeds het voorbeeld zijn voor onze tijd -, en waarvan de leden benoemd werden voor een bepaalde tijd. Er was in de republiek respect voor het individu, voor het particuliere eigendom en er was relatieve vrijheid. De economie bloeide. Met de machtsovername door een despoot werd de absolute macht geclaimd. Alle macht ging naar de centrale regering en de verantwoordelijkheid van het individu, het gezin en de samenleving verschoof naar de staat. Hoe groter de regering werd, hoe corrupter zij werd. Wie de macht heeft trekt zijn vrienden aan om de macht te verdelen. Lobbyisten krijgen vrij spel. Het gevolg hiervan was een slecht management onder slechte leiders. Bekwame mensen die iedereen graag aan de leiding zou willen zien haken af omdat ze aan deze smerige politiek niet willen meewerken. Als laatste oorzaak ziet Reed de wetgeving die meer en meer gericht was op het bevoordelen van individuen en bepaalde groepen. Uiteindelijk ontstond een monsterlijke dictatuur waarin er geen vrije meningsuiting meer was. Ook toen was er de dwang van het politiek correcte denken.
De laatste eeuw van het Romeinse Rijk werd gekenmerkt door (1) geldverslindende oorlogen; (2) een welvaartsstaat die onbetaalbaar was geworden, alle zorg werd verwacht van de Staat ten koste van de individuele verantwoordelijkheid en (3) politici die kost wat kost de macht in handen wilden houden en om die reden anderen omkochten. Hierdoor ontstond grote ongelijkheid tussen arm en rijk en tussen diegenen die de macht in handen hadden en de rest van de bevolking.
Deze laatste drie factoren vertonen een opvallende gelijkenis met wat nu gaande is in de westerse samenleving. Triljoenen worden besteed aan bewapening en aan oorlogvoeren; de welvaartsstaat is eveneens onbetaalbaar geworden en de voorzieningen kunnen de vraag naar zorg niet meer aan; de kloof tussen arm en rijk en tussen de elite in Brussel of in Den Haag en de rest van de bevolking is dieper dan ooit te voren. De macht wordt meer en meer geconcentreerd. De wetgeving wordt in sterke mate beïnvloed door lobbyisten van oppermachtige multinationals. Na hun politiek mandaat kunnen politici rekenen op een lucratieve baan in het bedrijfsleven. Rechters hebben een te grote invloed op de politiek. Het Europees Hof van de Rechten van de Mens opereert als een soort inquisitie die mensen dwingt tot politiek correct handelen. Kortom, onze tijd vertoont zulke grote gelijkenissen met de laatste eeuw van het Romeinse Rijk, dat we hieruit wel de les moeten trekken dat het verval van de westerse beschaving onvermijdelijk is.
Zo ontstond in Europa een situatie waarbij de islam vrij spel kreeg. Deze imperialistische religie vindt geen weerstand in een Europese Unie en in landen zonder leiders die de bevolking weten te inspireren voor de christelijke of humanistische moraal. Willen we de ondergang van het Avondland voorkomen dan zullen we een radicaal andere koers moeten varen.
We staan voor een tweespalt. Ofwel wordt de 21ste eeuw de eeuw van de door de mensen veroorzaakte apocalyps, ofwel wordt dit de eeuw van de spiritualiteit waarin de ethiek de politiek en de economie zal bepalen. Dit laatste zal lukken als de Europeanen en de moslims de handen ineen slaan. Aan de ene kant kan een Europese confederatie van natiestaten de voorwaarden creëren van een door de christelijk-humanistische ethiek geïnspireerde politiek. Aan de andere kant kunnen de moslims zich verenigen binnen een Groot Islamitisch Kalifaat in het Midden-Oosten. Als dit is gerealiseerd kan een alliantie van Europa en het kalifaat een doorslaggevende factor worden in de wereldpolitiek. Dan staat de mensheid sterker tegenover de uitdagingen van deze eeuw ten gevolge van de klimaatverandering. Ook zal deze alliantie zwart Afrika een betere toekomst kunnen bieden, want daar ligt een enorm onontgonnen menselijk potentieel. Welke staatsman maakt Europeanen en moslims bewust van deze hoopvolle optie?
Dit is deel twee van een tweeluik. Lees hier deel 1.