Marthijn Uittenbogaard is het boegbeeld van pedofiel Nederland. Een man zonder strafblad, maar met een mening, en met een missie. Twee weken geleden werd de voordeur van zijn huis ingetrapt. Niet door agressieve pedojagers dit keer, maar door de politie.
Een team van achttien (!) mensen drong binnen, doorzocht zijn woning en nam onder meer het archief van de in 2014 verboden Vereniging Martijn in beslag. De door het openbaar ministerie verordende huiszoeking duurde bijna twaalf uur. De verdenking: voortzetting van Vereniging Martijn. Tegelijkertijd vonden er vergelijkbare invallen plaats bij pedofielen met wie Uittenbogaard in een mailgroep zat. Enkele daarvan hadden het plan opgevat om de Partij voor Naastenliefde, Vrijheid en Diversiteit nieuw leven in te blazen, een politieke partij die opkomt voor pedofielen en die in het verleden niet echt tot bloei is gekomen.
Uittenbogaard schreef over de inval op zijn persoonlijke website, in de vorm van een openbare brief aan het COC:
“Als ik naar de wc moest mocht de deur niet dicht. Ik moest al die tijd op een stoel zitten met telkens een andere bewaker naast me. Mijn partner – we hebben samen een partnerschapsregistratie – werd gearresteerd. Hij is slachtoffer van het samenwonen met en kiezen voor mij. Sinds zijn arrestatie vorige week dinsdag heb ik geen enkel contact met hem mogen hebben. Na de huiszoeking liet de politie mij achter – het was inmiddels nacht – met afgeplakte camera’s, een kapotte huisdeur en zonder telefoon of computer. Lekker veilig. De dag erna gooide iemand een baksteen tegen mijn polycarbonaatruiten. Ik kon toen alweer 112 bellen, alleen kwam er niemand.”
Vereniging Martijn werd in 1982 opgericht met als doel pedofielen een organisatorisch platform te bieden én om de dialoog aan te gaan met de maatschappij en de politiek. De VVD klopte in de beginjaren regelmatig bij de vereniging aan, want de liberalen wilden de leeftijdsgrens voor seksuele contacten terugbrengen van zestien naar twaalf jaar. Ook was er in die tijd veel contact met het COC. Het wetsvoorstel van de VVD haalde het uiteindelijk niet in de Tweede Kamer. Vereniging Martijn bleef zich inzetten voor een wetswijziging. Dat mocht, vrijheid van meningsuiting en vrijheid van vereniging zijn pijlers van de liberale democratie.
Tot 2014. De Hoge Raad vernietigde in cassatie de ‘vrijspraak’ door het gerechtshof in Leeuwarden. Het openbaar ministerie kreeg haar zin: Vereniging Martijn werd op civielrechtelijke gronden verboden en per direct ontbonden. Na jarenlang onderzoek waren er geen strafbare feiten gevonden, maar het gedachtegoed moest volgens de rechter worden bestreden.Gedachten zijn in Nederland niet meer vrij. Ook bijvoorbeeld Nabokovs roman Lolita zou nu verboden kunnen worden, immers het op schrift stellen of visualiseren van dromen, fantasieën en verlangens van pedofielen is illegaal verklaard. Pedofielen leven sindsdien in nog grotere angst dat ze ‘ontdekt’ worden.
Of we het nu aangenaam vinden of niet, pedofilie bestaat en zal vermoedelijk altijd blijven bestaan. Deze geaardheid mag dan een constante zijn, de mate van acceptatie ervan fluctueert. Tegenwoordig is het een van onze grootste taboes. De meeste pedofielen (in Nederland zijn dat er naar schatting circa 150.000) houden zich overigens keurig aan de wet. Het overgrote deel van het kindermisbruik vindt plaats binnen het gezin of de familie, maar er wordt weinig aangifte gedaan. Indicaties dat er iets ‘mis’ is binnen een gezin zijn er regelmatig (via het Centraal Meldpunt Nederland en de jeugdzorg), maar een huiszoeking zal niet snel plaatsvinden, laat staan dat een team van achttien mensen de deur intrapt en het huis overhoophaalt.
De zelfverklaarde pedofielen moeten het ontgelden, zij zijn hét symbool geworden van seksueel misbruik van kinderen. En gaat een enkeling over de schreef, dan wordt de hele groep aan de schandpaal genageld – ‘ongedierte dat vernietigd moet worden’. De uitzonderingen móéten het beeld vormen. Pedofielen worden uitgekotst in de maatschappij. Het is dan ook begrijpelijk dat pedofielen er behoefte aan hebben onderling over hun (innerlijke) strijd te praten, zonder zich in de meest schimmige krochten van het internet te moeten verstoppen. Dat is sinds het vonnis in 2014 niet meer mogelijk. Enkelen willen ook nu nog publiekelijk voor hun geaardheid uitkomen. Debatten zijn geen misdaden, en pedofilie is iets anders dan pedoseksualiteit.
Koning Willem-Alexander benadrukte in zijn recente kersttoespraak dat alle mensen gelijk zijn, ongeacht hun seksuele gerichtheid. De Tweede Kamer debatteerde eind 2019 over het wetsvoorstel om discriminatie wegens een handicap of seksuele geaardheid expliciet in de grondwet op te nemen. Een ruime meerderheid steunt de initiatiefwet van D66, GroenLinks en de PvdA. Voor een daadwerkelijke wijziging is een zogeheten tweede lezing noodzakelijk; na de volgende verkiezingen wordt de initiatiefwet opnieuw in de (nieuw samengestelde) Tweede Kamer behandeld. Daarna buigt de Eerste Kamer zich over de aanpassing.
Belangenorganisatie COC is blij met het initiatief; zij strijdt al jaren voor een aanscherping van de wet, zodat de zwaarbevochten rechten van niet-hetero’s ook voor de lange termijn geborgd worden. Opvallend is wel dat er daarbij steeds gesproken wordt van de LHBTI-gemeenschap. Er is echter één groep die nooit in het rijtje wordt genoemd: pedofielen, hoewel (neuro)psychologen het er al jaren over eens zijn dat ook pedofilie een geaardheid is – aangeboren. Het grote verschil met de overige geaardheden is natuurlijk dat kinderen kwetsbaar zijn en geen zelfstandig oordeel kunnen geven over wat ze wel en niet willen. Dat laat onverlet dat een pedofiele geaardheid niet verboden mag en kan worden, en dat over pedoseksualiteit gediscussieerd moet kunnen worden. We willen het COC dan ook vragen om zich in deze discussie te mengen en waar mogelijk Marthijn Uittenbogaard en andere opgejaagde pedofielen te steunen.
A.H.J. Dautzenberg, schrijver.
Prof. Dr. Meindert Fennema, emeritus-hoogleraar politieke theorie.
Arnon Grunberg, schrijver.