Floris van den Berg – Open brief aan Rutger Bregman

18-02-2020 14:34

Rutger Bregman, screenshot YouTube

Faced with a choice between the survival of the planet and a new set of matching tableware, most people would choose the tableware.

– George Monbiot

Beste Rutger,

Dank voor jouw open brief en inzet voor Nederland nu en vooral in de toekomst! Politiek heeft een korte termijn horizon, terwijl lange termijn beleid essentieel is. Geweldig dat je de wetenschappelijke kennis over de op handen zijnde zeespiegelstijging en de bedreiging die dat onder andere voor Nederland vormt, uitdraagt. Ik schrijf je deze brief ten eerste om mijn waardering kenbaar te maken en ten tweede door enkele afvullende reflecties te delen.

Amsterdam wordt het nieuwe Atlantis:

”Zelfs als alle landen hun beloftes nakomen, en het lukt om de opwarming van de aarde tot 2 graden te beperken, dan nóg lopen we volgens het KNMI risico op een 2 meter hogere zeespiegel in 2100. Als de aarde sterker opwarmt (tot 4 graden in 2100), dan halen we die 2 meter vrijwel zeker, en kunnen we in 2200 uitkomen op 5 tot 8 meter.” (p 29-30)

Op de kaft van jouw brandbriefboekje Het water komt (2020) staat een koe in het water. Dat is vreemd want juist de intensieve veeteelt levert een disproportionele bijdrage aan de klimaatverandering. Deze leidt tot verhoging van de zeespiegel waardoor een groot deel van Nederland binnen afzienbare termijn kan verdwijnen. Op de kaft staat een aanbeveling van ene Hugo Borst: ‘Rutger Bregman is des werelds hoop in bange dagen.’ Ik vraag me toch af of Borst dit boek gelezen heeft, want als er één ding duidelijk uit naar voren komt is dat er weinig grond is voor hoop. Of je moet zo’n überoptimist zijn dat je hoopt dat alles goed met je komt als de artsen je een overlevingskans van minder dan 1 procent geven.

We weten niet zeker hoe snel het water zal stijgen. En daarom doen we maar niks.

Naast negatie en niets doen zijn er zijn twee strategieën om het probleem aan te pakken: mitigatie en adaptatie. Mitigatie betekent dat je streeft om de oorzaak van het probleem aan te pakken door minder broeikasgassen uit te stoten of door te proberen de broeikasgassen af te vangen en weg te stoppen of om door middel van geo-engineering de aarde te verkoelen zoals door kunstmatige wolken te maken. De andere strategie is adaptatie: de wereld aanpassen aan een warmer klimaat met niet alleen een veel hogere zeespiegel, maar ook met meer extreme weersomstandigheden, zoals droogtes en ongekende stormen en orkanen. Je belicht in je alarmbrief één aspect van een veel omvangrijkere ecologische crisis, namelijk de gevolgen voor Nederland van de zeespiegelstijging. Maar stel dat het zou lukken om op een of andere manier het water door vernuftige en kostbare ingenieurswerken buiten te houden, dan zijn daarmee de andere vormen van klimaatverandering niet de wereld uit, zoals zachte winters en hete en droge zomers.

Je brief is de ongemakkelijke waarheid van het leven onder de zeespiegel in een tijd waarin de zeespiegel door ons eigen toedoen stijgt. Je richt je zoals gezegd op Nederland. Maar we moeten beseffen dat we niet in Nederland leven, maar op planeet aarde. Kijk eens naar Bangladesh bijvoorbeeld. Daar wonen veel meer mensen dan in Nederland. Het land is veel groter en heel veel armer dan Nederland. Bangladesh heeft geen enkele mogelijkheid om door middel van dure ingenieurswerken zijn inwoners (die in aantal blijven toenemen) te beschermen. Maar het zijn de Nederlanders en andere westerlingen met een grote ecologische voetafdruk die disproportioneel bijdragen aan het probleem van klimaatverandering en de stijgende zeespiegel. Je wijst erop dat klimaatverandering een urgent probleem is voor de Nederlanders, maar het is een nog veel groter probleem voor Bangladesh, wat wij mede veroorzaken. De morele verantwoordelijkheid om niet bij te dragen aan het probleem van klimaatverandering door de grote uitstoot van broeikasgassen gaat niet alleen om onszelf, maar ook om de mensen elders in de wereld, zoals in Bangladesh.

Moet de politiek zich bezighouden met toekomstige generaties of kan het ons geen donder schelen dat onze eigen kleinkinderen verdrinken?

Je hangt je betoog op aan het verhaal van de waterbouwkundig ingenieur Johan van Veen (1893-1959) die als een van de weinigen waarschuwde tegen het gevaar van overstromingen en de ontoereikendheid van de waterkeringen, duinen en dijken. In 1952 was er een interview voor Elsevier waarin Van Veen waarschuwde voor overstromingen. Elsevier plaatste het interview niet, want ze vonden het te alarmistisch. Vandaag de dag geeft Elsevier veel ruimte aan klimaatsceptici. Geleerd hebben ze nog niet veel. De disinformatie in Elsevier vormt daarmee een bedreiging voor Nederland, veel groter dan de terreurdreiging.

Je houdt het kort in je brief en besteedt geen aandacht aan de politiek. Wat mij dezer dagen in de politiek opvalt, is de tegenstrijdigheid in de opvattingen van de klimaatprobleem ontkennende partijen FvD en PVV. Enerzijds zeggen ze trots te zijn op de Nederlandse geschiedenis waarin de strijd tegen het water een centrale rol speelde, anderzijds zijn ze zelfverkozen blind voor de nieuwe gevaren van het wassende water. Heel Holland – en een groot deel van Nederland – zal onder de zeespiegel verdwijnen. Het is moeilijk te voorspellen hoe snel en hoeveel de zeespiegel zal stijgen. Maar de scenario’s zien er niet best uit voor de komende decennia. De vraag rijst: waar moet de politiek zich mee bezighouden? Moet de politiek zich bezighouden met toekomstige generaties of kan het ons geen donder schelen dat onze eigen kleinkinderen verdrinken? Moet de politiek zich alleen met het eigen land bezighouden, ook als er nefaste gevolgen zijn elders op de wereld, zoals in Bangladesh, ten gevolge van ons handelen?

Je noemt in je brief handvaten om zelf wat te doen: isoleer je huis, schakel over op duurzame energie, ga binnen Europa niet met het vliegtuig, zet een aantal dagen geen vlees op tafel of, beter nog, word vegetariër. (p. 40-41) Gaat dat helpen? Het gaat erom je totale ecologische voetafdruk (waarvan de CO2-afdruk deel uitmaakt) te verlagen, tot maximaal het eerlijk aarde aandeel. Maar stel dat je je huis isoleert, vegetariër bent en in Europa met de trein reist, maar dan wel vliegt naar Australië, dan is je voetafdruk weer enorm vergroot. Het is van groot belang om een structurele ommekeer te maken in Nederland. Dat kan alleen als het politieke landschap drastisch verandert. Ofwel doordat we massaal op groene partijen stemmen, ofwel doordat de bestaande partijen allemaal vergroenen. Is een van die twee opties aannemelijk?

Stel dat Nederland naar jou en naar de door jou aangehaalde wetenschappers luistert en alles op alles zet om de CO2-uitstoot drastisch te verlagen, dan nog helpt dat niet om de zeespiegelstijging te voorkomen. Het percentage door Nederland uitgestoten broeikasgassen is immers maar een fractie van de mondiaal uitgestoten hoeveelheid die nog steeds toeneemt. Het heeft alleen kans van slagen als de mondiale CO2-uitstoot op zeer korte termijn radicaal wordt teruggebracht (en aangevuld met het afvangen van CO2 en wellicht het aanplanten van nieuwe bossen). Dat is waar het over gaat op de komende COP26, waar onder VN-vlag met alle landen van de wereld gepoogd wordt afspraken te maken (wat de voorgaande 25 keer niet is gelukt).

‘Het voortbestaan van Nederland staat op het spel’ (p. 13). Dat is de conclusie van Nederlandse fysische geografen. Gek genoeg breekt er geen paniek uit. Als de AIVD code rood zou instellen vanwege gevaar voor een terroristische aanslag waarbij gewapende militairen in het straatbeeld verschijnen, voelen mensen de dreiging veel meer. Dat is raar, want zelfs bij een succesvolle terroristische actie, zoals die op het WTC, vielen er niet meer dan ruim 3000 doden. Maar als Nederland overstroomt gaat het om veel grotere aantallen slachtoffers. Het is bekend dat mensen slecht zijn in het rationeel omgaan met risico’s en het nemen van risico verlagende maatregelen. Zoals wij in Nederland bezig zijn, is risico verhógend handelen: meer uitstoot van broeikasgassen (al zeggen we dat we gaan minderen) en het volbouwen van de lager gelegen delen in Nederland. Het probleem zit hem erin dat het ten eerste gaat om een verre toekomst. Niet heel erg ver in de toekomst, maar toch verder dan de politieke tijdshorizon van vier jaar. En ten tweede is er een probleem van onzekerheid. We weten niet zeker hoe snel het water zal stijgen. En daarom doen we maar niks.

Vorig jaar gaf ik als milieufilosoof een workshop bij Rijkswaterstaat over de toekomst van Nederland. De workshop was in Amersfoort – zodat de deelnemers per trein konden reizen. Een deel van de workshop was een walkshop: denkend wandelen door Amersfoort. Als onderdeel daarvan liepen de deelnemers in stilte door hartje Amersfoort en moesten ze zich voorstellen dat Amersfoort aan zee ligt. Volgens de kaarten van de wetenschappers ligt de verwachte nieuwe kustlijn zo rond Amersfoort (waar de Utrechtse Heuvelrug begint). In stilte lopen terwijl mensen onbekommerd winkelen terwijl Nederland als Atlantis onder de zeespiegel verdwijnt. Het was een intense beleving.

Wellicht als aanvulling op jouw brief sluit ik een (Engelstalige) kennisposter (pdf) bij waarin ik bondig de argumenten voor antropogene klimaatverandering samenvat en, belangrijker wellicht, een aantal van de telkens terugkerende argumenten van klimaatsceptici weerleg. De kennis van deze poster gaat dus vooraf aan jouw waarschuwing. Immers, als mensen klimaatverandering niet accepteren, dan zullen ze jouw alarmisme ook lariekoek vinden.

Mijn vriend Bart nodigde mij uit om mee te gaan naar Belize om daar een ecofarm te beginnen. Maar als ik mijn eigen hachje red, wie schiet daar wat mee op? Toch begint de angst bij mij te komen en begin ik het voorstel te overwegen. Wat zijn jouw plannen, Rutger?

Beste Rutger, wat goed dat je, net als Johan van Veen, een poging doet om de Nederlanders wakker te schudden voor het gevaar van het wassende water. En ik voeg hier geen cynische of pessimistische opmerking aan toe. Want je hebt gelijk.

Met verontruste groeten,

Floris van den Berg