Aan de ene kant hebben we het nog nooit zo goed gehad. De economie draait op volle toeren en op de vraag of onze landgenoten zich gelukkig voelen, antwoorden de meesten volmondig ja. Aan de andere kant zitten we in een crisis op politiek en sociaal vlak en is er ook sprake van een klimaatcrisis, alhoewel sommigen dit laatste ontkennen. De politieke partijen zijn hopeloos verdeeld en versplinterd, de massa-immigratie brengt de problemen uit het Midden-Oosten en Afrika naar onze contreien en binnenkort is het weer 40 graden warm.
Volgens de Amerikaanse, in Israël geboren politieke analist Yuval Levin in zijn zojuist verschenen boek A time to build, zijn het ontbreken van verbondenheid en een gebrek aan vertrouwen in de instituties de belangrijkste oorzaken van de maatschappelijke malaise. De individuen kunnen zich best gelukkig voelen, maar de samenleving is geen lege ruimte die opgevuld wordt met individuen. Er zijn ook sociale instituties zoals de regering, de Tweede Kamer, het onderwijs, het gezin, het bestuur van het dorp of de stad waar we wonen. We maken die instituties tot wat ze zijn en de instituties geven ook vorm aan ons persoonlijk en sociaal leven. Dank zij de instituties werken de mensen samen om hun doelen te bereiken. Als de instituties falen en de burgers er geen vertrouwen meer in hebben, ontstaat een groot maatschappelijk probleem. Dat is de situatie waarin we nu zitten.
De meeste instituties zijn stabiel en bieden houvast aan de individuen. Onze democratische instellingen zijn er een voorbeeld van en vooral het gezin is eeuwenlang de hoeksteen van de samenleving geweest. Het kan echter noodzakelijk zijn dat de instituties zich aanpassen aan de nieuwe werkelijkheid. Nu beide ouders vaak werken of de huwelijkspartners geen kinderen kunnen verwekken omdat ze beiden van hetzelfde geslacht zijn, is het traditionele kerngezin geen vanzelfsprekendheid meer. De vraag is of daarmee de hoeksteen van de samenleving wegvalt, zodat de instorting nabij is.
Zijn onze democratische instellingen nog aangepast aan de nieuwe werkelijkheid? Is het poldermodel nog effectief nu de boeren en de vissers gedwongen moeten worden de natuur niet verder te vervuilen en uit te putten? Moeten we vrijheid van onderwijs nog verder garanderen indien bijvoorbeeld de Ku Klux Klan uit de VS het in haar hoofd zou krijgen hier een onderwijsnet op te richten?
Volgens Levin zijn politici meer bezig met hun PR dan met hun werkelijke opdracht. Het zijn performers geworden, een soort acteurs die zich beter moeten voordoen dan zij in werkelijkheid zijn. Hun gedrag passen zij aan hun volgers en toehoorders aan. De politiek biedt hen een platform voor bekendheid en invloed. Het gaat niet meer om expertise en ervaring. Neen, de politici van tegenwoordig moeten jong, vrolijk en hip zijn, al bekend van de televisie en het liefst zonder ervaring zodat ze de complexiteit van de problemen niet zien en daarom met simpele voorstellen de harten van de burgers weten te beroeren.
Wat hier ontbreekt zijn politici die hun verantwoordelijkheid opnemen voor alle burgers en voor de toekomstige generaties. De vraag die elke politici zich voortdurend zou moeten stellen is: Hoe moet ik mij verantwoordelijk gedragen? Diezelfde vraag moeten academici, leerkrachten en andere invloedrijke volwassen zich ook stellen. Desnoods tegen de gangbare opinie en het politiek correcte denken in. Maar waar zijn de moedigen die dit aandurven?
Er zijn ook nieuwe instituties zoals Facebook, Twitter en YouTube. Die kunnen een grote impact hebben op individuen. De polarisatie in de samenleving neemt toe. Het onderscheid tussen waarheid en fake news is nog moeilijk te maken. De verkiezingen worden erdoor beïnvloed. Het vertrouwen in de journalistiek bevindt zich op een dieptepunt. De overheid weet zich geen raad met deze nieuwe ontwikkelingen.
Wat is de oplossing om de verbondenheid tussen de burgers en het vertrouwen in de instituties te herstellen? Top-down is geen optie. Evenmin de verwachting dat een macht van buitenaf het voor ons zal oplossen. Het gaat ook niet om afwijzing of vernietiging van de instituties, want ze zijn hard nodig om de burgers te behoeden voor eenzaamheid en deprivatie. Het gaat om het hervormen en versterken van de instituties. Dat kan het best van binnenuit en bottom up.
We moeten beginnen met de problemen die we elke dag ervaren, te benoemen. Neem bijvoorbeeld het lerarentekort in de Randstad. Honderden miljoenen extra subsidie zullen het niet oplossen. We voelen ons simpelweg niet meer verbonden met mensen die onze normen en waarden niet delen. Ik woonde destijds in een dorp in de Betuwe met uitsluitend blanke kinderen op de scholen. De leerkrachten waren gewaardeerde leden van onze gemeenschap. Op schoolfeesten deden ouders enthousiast mee. Het was heerlijk om op die scholen les te geven.
Vrienden van mij woonden in Mill, een Noord-Brabants dorp. Toen op een paar kilometer een groot asielzoekerscentrum werd gevestigd, was het eerste wat de dorpelingen leerden dat ze de was niet meer buiten te drogen konden hangen. Verbondenheid met de vreemdelingen zou nooit tot stand komen.
Dit zijn twee concrete voorbeelden om aan te tonen waar we moeten beginnen om verbondenheid en vertrouwen in de instituties te herstellen. De multiculturele samenleving is een ramp omdat de verbondenheid tussen de burgers wegebt en het vertrouwen wegvalt in de politiek die deze problemen heeft veroorzaakt en laat doorsudderen. Onze volksvertegenwoordigers zullen dit nooit durven te erkennen want de Utrechtse moskeevoorzitter Salam heeft al gedreigd zonodig naar de rechter te stappen.