Waar ik mij als pedagoog het meest zorgen over maak is de invloed van crèches op de intellectuele ontwikkeling van peuters en kleuters. De taalontwikkeling speelt namelijk een beslissende rol bij het stimuleren van de intellectuele vermogens van kinderen. In deze bijdrage wil ik nagaan in hoeverre opvang in een crèche al of niet een risicofactor inhoudt voor jonge kinderen.
Het is bijvoorbeeld bekend dat kinderen uit de lagere sociale klasse op vierjarige leeftijd een veel beperktere woordenschat hebben dan kinderen uit de hogere sociale klasse. Dit heeft desastreuze gevolgen voor de eerste groep kinderen. De verdere intellectuele ontwikkeling en vandaar ook de schoolresultaten worden grotendeels bepaald door de beheersing van de taal. Dat geldt ook voor de sociale ontwikkeling. Wie zich goed verbaal kan uitdrukken, probeert bij frustraties of conflicten te overleggen. Wie dat niet kan, neemt makkelijker zijn toevlucht tot geweld.
Laag of nauwelijks opgeleide moeders kunnen heel liefdevolle en zorgzame moeders zijn, maar in onze hoogtechnologische samenleving zijn ze de slechtst denkbare opvoeders voor de kinderen. We hebben miljoenen van deze moeders in Europa geïmporteerd. De gevolgen laten zich makkelijk raden. Culturen waar vrouwen onderdrukt worden en meisjes niet of nauwelijks naar school gaan, blijven achterlijk. Deze culturen zullen nooit een economische bloei kennen als vrouwenemancipatie daar wordt verhinderd door mannen die niet al te snugger zijn ten gevolge van het gebrek aan emancipatie van hun eigen moeders.
Nu zou een cynicus kunnen zeggen dat het een goede zaak is dat we ook in de toekomst een lagere klasse met niet al te snuggere mensen behouden, omdat we hen nodig hebben om onze straten en huizen proper te houden en met vrachtwagens rond te sollen. Als pedagoog zie ik liever dat alle kinderen, meisjes en jongens, de maximale kansen krijgen om hun talenten te ontplooien.
Het drama van deze tijd is dat ook de middenklasse en de hogere klasse hun peuters en kleuters gedurende de wakkere uren onderbrengen in een omgeving waar de taalontwikkeling niet optimaal gestimuleerd wordt. In crèches werken vaak mensen met een double digit IQ en ze hebben het te druk met de groep. Dat is een enorm verschil met een kind dat dag in dag uit bij zijn moeder is die haar kind bij alle activiteiten betrekt, continu praat en nieuwe woordjes leert. Ik herinner mij dat mijn oudste zoon als vierjarige woorden gebruikte die de tuinman niet verstond. Dankzij een hoogopgeleide moeder die moeder kon zijn.
Ik geef toe dat ik gezellig ouderwets ben. Peuters en kleuters horen thuis opgevoed te worden, in de warmte van het gezin, bij een moeder die hen knuffelt. Nog beter zou zijn dat er een 18-urige werkweek komt zodat vaders en moeders de opvoedingstaken kunnen verdelen. Dan kunnen mannen ook het geluk proeven hun jonge kinderen te knuffelen en kunnen vrouwen moederschap combineren met werk.
In mijn orthopedagogische praktijk had ik een echtpaar, beiden medisch specialist met vaak een werkweek van zestig uur, met drie kinderen. Zij hadden een fulltime Braziliaanse nanny in dienst. De kinderen praatten onder elkaar Portugees als de ouders niet mochten weten wat ze van plan waren. Die nanny was onderontwikkeld. Deze drie kinderen kwamen toen ze ouder waren allen terecht in het VMBO tot grote teleurstelling van de ouders.
Zou het steeds groter aantal kinderen die hun eerste en voor de ontwikkeling meest cruciale levensjaren in crèches doorbrengen niet tot gevolg hebben dat er meer en meer gefrustreerden in onze samenleving rondlopen? Met als gevolg dat de social media eerder antisocial media zijn vol scheldpartijen en opruiende taal? Is de achteruitgang van ons onderwijs niet te wijten aan een gebrekkige taalontwikkeling in de kleutertijd? Hebben messentrekkende scholieren misschien een tekort gehad aan een veilige hechting met een moeder die er altijd was als hun kind verdriet had of bedreigd werd? Wordt het geweld in het uitgangsleven en bij voetbalcompetities, wat vijftig jaar geleden niet of nauwelijks voorkwam, niet veroorzaakt door het groot aantal jongeren die weten dat niemand op hen staat te wachten omdat zij te simpel van geest zijn?
Het is in de sociale wetenschappen altijd moeilijk om eenduidige causale relaties vast te stellen. Bovendien speelt het politiekcorrecte denken in de faculteiten Sociale Wetenschappen een rol bij het opzetten van onderzoeksdesigns. Onderzoekers zijn afhankelijk van subsidiegevers die graag hun vooroordelen bevestigd zien. Ik baseer mij daarom het liefst op mijn klinische ervaring met de meer dan tweeduizend gezinnen die ik in behandeling heb gehad. Daar heb ik geleerd dat bij pubers die zich vreselijk gedragen of geweldsdelicten plegen de prognose meestal gunstig is als zij als kind in een warm en veilig nest konden opgroeien. Met dank aan de onvoorwaardelijke liefde van hun moeder die moeder wilde zijn.