Uit onderzoek van HP/De Tijd blijkt dat Tunahan Kuzu al jaren wordt achtervolgd door een ‘grensoverschrijdende’ relatie met een vrouwelijke medewerker van DENK. De vrouw kreeg van Kamervoorzitter Khadija Arib zélfs het advies om aangifte te doen. Kuzu ontkent verkeerd te hebben gehandeld. Afgelopen week maakte hij bekend na de verkiezingen niet terug te keren. Volgens het tijdschrift heeft DENK Kamerlid Selçuk Öztürk de affaire aangegrepen om Kuzu te wippen.
De DENK voorman wordt door de vrouw beschuldigd van machtsmisbruik en ander ongewenst gedrag. Deze beschuldiging doet zij onder meer in 2019 in een vertrouwelijk gesprek met Kamervoorzitter Khadija Arib. Die adviseert de vrouw zelfs om aangifte tegen Kuzu te doen, zo blijkt uit een email afkomstig van de Kamervoorzitter, die HP/De Tijd bezit. Arib schrijft op 16 maart 2020 aan de betrokken medewerkster van DENK:
“Ik heb in het gesprek met jou geadviseerd aangifte te doen. Daar was je niet toe bereid. Het zou goed zijn om met een vertrouwenspersoon hierover te spreken. Die heeft ook geheimhoudingsplicht en kan jou verder adviseren en helpen.”
De vrouw wil de kwestie echter laten rusten. Maar: via een tussenpersoon zoekt DENK-voorzitter en Kamerlid Selçuk Öztürk eerder deze maand contact met de vrouw die inmiddels haar leven weer heeft opgepakt. Ze zegt tegen Öztürk de zaak te willen laten rusten, die laatste maakt er toch werk van:
“Op maandag 16 maart vernam ik via de tussenpersoon dat de bewuste afspraak waarbij Kuzu geconfronteerd zou worden met zijn wangedrag, daadwerkelijk zou plaatsvinden. Öztürk ging doen wat hij had gezegd, en mijn kwestie inzetten. Niet voor of namens mij, niet om mij recht te doen, maar vanwege een intern conflict of omdat de positie van Kuzu inmiddels onhoudbaar was geworden door een optelsom van gedragingen.”
Kuzu zegt niets te hebben gedaan ‘wat op welke wijze dan ook geduid kan worden als grensoverschrijdend’. DENK komt later met een reactie.