Als er lessen waren getrokken uit de SARS-uitbraak, hadden er virusremmers kunnen worden ontwikkeld die nu tegen het coronavirus hadden geholpen. Dat zegt hoogleraar moleculaire virologie van het LUMC in Leiden, Eric Snijder, in WNL Op Zaterdag. “We hebben na de eerste SARS-uitbraak de bal laten vallen. De virusremmers hadden er nu al kunnen zijn.”
“Wat betreft de virusremmers, dus de geneesmiddelen die infectie kunnen remmen of blokkeren, is het nu een poging om te kijken wat er nog te redden is”, zegt Snijder. Hij is een van de wetenschappers van het LUMC die momenteel werkt aan een vaccin tegen het coronavirus.
Het ontwikkelen van virusremmers is volgens Snijder “de enige aanpak die je van tevoren al klaar kan hebben liggen.” Virusremmers kun je ontwikkelen tegen de hele groep coronavirussen, zo legt Snijder uit. “Die zou je met hetzelfde soort molecuul kunnen blokkeren. Dat soort geneesmiddelen kun je over het algemeen op de plank leggen, en inzetten als het nodig is. Terwijl je voor een vaccin juist pas goed aan de slag kan als het precieze virus is opgedoken. Dan ontbreekt de tijd om het snel genoeg te maken.”
