In 2016 vergeleek Jesse Klaver zichzelf met de Amerikaanse president Barack Obama. In 2017 was Justin Trudeau op het hoogtepunt van zijn populariteit en werd Klaver door zijn partij vergeleken met de Canadese premier. Na de winst in 2018 van Emmanuel Macron in Frankrijk werd de Franse president plots het voorbeeld. GroenLinks wilde zich zelfs aansluiten bij de liberale beweging van Macron in Europa. Tot bleek dat heel groen en heel links Frankrijk zich tegen Macron keerde, daarna hoorde je niemand meer over de nieuwe koers. Het gaat me niet om de persoon en ook niet om de partij, maar wel om de manier van politiek voeren. Het meedeinen op de politieke mode van de dag. Tot een ander onderwerp populair wordt en eerdere beloften worden vergeten.
De ‘media’ zijn, het woord zegt het al, voor een politicus een middel. Om een misstand aan te kaarten, een voorstel te doen of verantwoording af te leggen voor je keuzes. Voor veel politici is aandacht in de media echter een doel op zich. Je kijkt wat in de mode is en bent het daar mee eens. Tot iets anders in de mode komt en je van mening verandert. Modieuze politiek werkt zolang er gemakzuchtige journalisten zijn. Die graag de praatjes van voorlichters overnemen en de media vullen met de politieke modes van de dag. Mensen hebben hier niet zoveel aan. Het bevestigt voor burgers alleen maar het beeld dat ze in Den Haag veel met zichzelf bezig zijn en veel minder met hen. De laatste jaren heb ik deze overgang naar een mediapolitiek met ergernis en zorgen aangezien.
Het lijkt mij ook niet gemakkelijk om in 2016 Obama te moeten zijn, in 2017 Trudeau en in 2018 Macron. Jezelf blijven is al moeilijk genoeg. Bij de Algemene Beschouwingen in 2019 deed Klaver in de Kamer de oproep om te stoppen met dit soort ‘scorebord politiek’. Dat was verfrissend, maar ook verrassend. Alsof een pyromaan ons waarschuwde voor brandgevaar. Het is typisch dat deze kritiek op de politieke mode ook zélf weer een mode werd. Ik was de zaal nog niet uit of kreeg van journalisten de vraag of ‘ook ik’ wilde stoppen met ‘scorebord politiek’. Ja hoor, dat wilde ik wel, al heel erg lang. In 2016 had ik de hoop uitgesproken dat de Tweede Kamer geen talkshow zou worden en in 2015 had ik mijn ergernis geuit over het feit dat parlementaire journalistiek lijkt op sportcommentaar.
Corona werpt ons terug op de wezenlijke dingen, het is in de politiek even niet de tijd voor persoonlijke ijdelheid. We zien waarom de politiek meer moet zijn dan een spelletje voor vrijzinnige politici en gemakzuchtige journalisten. En gaat over het leven van mensen en de toekomst van het land. De zorg en de veiligheid, het wonen en het werken. Het is de vraag of de coronacrisis de politiek zal veranderen. Ik denk het van wel. Klaver is een politicus met een goed gevoel voor modes. Als zelfs hij aanvoelt dat de mediapolitiek niet goed is zijn we wellicht op de goede weg. De modieuze politiek raakt uit de mode. Maar wat komt er voor terug? Zal het voortaan minder over de persoon gaan en meer over de inhoud? Wat wordt het ‘nieuwe normaal’? Ik ben benieuwd.
Dit is het laatste deel van een drieluik over politiek in tijden van corona. Eerder verschenen ‘Welkom in het staatskapitalisme’ en ‘Wat werkt in de liefde is ook goed voor de economie’.