De inwoners van Haarlemmermeer en Aalsmeer kunnen hun geluk niet op. Al meer dan een maand leven ze als het ware in een paradijs, in vergelijking met voorheen. De lucht is zuiver. De hemel blauw. Hun nachtrust wordt niet verstoord. De natuur bloeit op. Ze horen de vogels fluiten. De Sound of Silence is hoorbaar. Straks kunnen hun kinderen op school vrolijk ravotten op de speelplaats, zonder dat het risico verhoogt op een toekomstige longaandoening.
Ik hoop dat het nog lang duurt. De zomervakantie placht ik elk jaar in Hillegom door te brengen. Als ik fiets doorheen het prachtige duinengebied tussen Noordwijkerhout en Zandvoort, snuif ik bij oostenwind af en toe de kerosin geur van Schiphol op. Dit jaar zal dit misschien niet het geval zijn.
Helaas zal de pret van korte duur zijn. De Nederlandse regering pompt drie miljard in de KLM om het voortbestaan te verzekeren. Er staan te veel banen op het spel. Net alsof het zou ontbreken aan initiatieven om al die mensen elders in te zetten. Er was toch een enorm tekort aan goed opgeleide arbeidskrachten, zowel in de industrie, het onderwijs en nu ook in de zorgsector?
De gekte van het massatoerisme zal weer in alle hevigheid losbarsten, met als resultaat dat in Bali de toeristen opnieuw zullen baden in een zee vol menselijke uitwerpselen. In Venetië zullen de vissen die nu in de kanalen zichtbaar zijn, beter weten en ver de zee in vluchten.
Alleen een staatsman denkt op de langere termijn en handelt niet met het oog op de volgende verkiezing. Een staatsman weet dat de luchtvaart geen toekomst heeft. Wie haalt het in zijn hoofd rozen uit Kenia in te voeren? Alsof er hier geen rozen kunnen bloeien. Waarom moeten we vrachtladingen Chinezen invoeren om Giethoorn te teisteren? Wat hebben we te zoeken in de Dominicaanse republiek? Zijn er misschien hier geen stranden?
Al dertig jaar geleden ging bij mij een licht op. Ik woonde toen in een boerengat in de Betuwe. Daar was een benzinestation waar ik regelmatig tankte. Gewoonlijk maakte ik een praatje met de pompbediende. Een aardige jongeman, niet erg intelligent en simpel van geest. Ik had hem eens een tijdje niet meer gezien en ik vroeg hem of hij op vakantie was geweest. Ja hoor, naar de Dominicaanse republiek. Thuis moest ik kijken waar dat lag. Nou, dat was nogal wat anders dan een vakantie tussen de bollenkwekers. Deze ervaring leerde mij dat de luchtvaart helemaal uit de hand zou lopen. Als de eerste de beste boerenkinkel, die nog nooit een museum van dichtbij heeft gezien, het vliegtuig neemt om aan de andere kant van de wereld all-in inclusief drank, enkele dagen beneveld rond te dwalen, moet de koning zeggen: Après moi, le Déluge.
De KLM en Schiphol opdoeken zou een fantastische bijdrage kunnen leveren aan de Nederlandse schatkist. Van het hele gebied maken we een natuurpark, omringd door residentiële wijken. De pensioenfondsen kunnen hierin investeren. Het stikstofprobleem is meteen opgelost. De boeren kunnen zoveel koeien laten schijten in de weide als ze willen. Het vliegverkeer dat nog noodzakelijk is laten we starten in Zaventem of Dusseldorf. Er zijn voldoende snelle treinverbindingen naar die vliegvelden. De Belgen en de Duitsers zullen al te graag de luchtvervuiling van ons overnemen.
Waar wachten we op? De pandemie heeft ook z’n mooie kanten. We kunnen best veel laten, waardoor we meer genieten van onze eigen omgeving. De meeste mensen doen nieuwe ervaringen op. We zullen onze middenstanders flink moeten steunen door producten van de eigen regio te kopen en door de vakantie in eigen land door te brengen. De horeca kan gouden tijden tegemoet gaan. Er hangt een geest van solidariteit over het land, vooral met de ouderen en met de slachtoffers van de pandemie. Als een staatsman ontbreekt, dan kunnen de burgers zelf het initiatief nemen voor een nieuwe manier van leven.