“Het parlement is buitenspel gezet!” “De regering regeert per decreet voor onbepaalde tijd!” “Kritische personen worden geïntimideerd en monddood gemaakt!”
Hongarije heeft een maand geleden de zogenoemde Noodwet (‘Coronavirus Protection Act’) aangenomen. En sindsdien is de hel losgebarsten. Politieke activisten, vermomd als journalisten en internationale NGO’s, staan in de rij om de Hongaarse democratie wederom dood te verklaren – zoals op vele andere momenten sinds 2010. De bovengenoemde leugens zijn hierbij slechts het topje van de ijsberg. Er is zelfs een Nederlands dagblad – dat volgens zichzelf altijd op zoek gaat naar de verdieping achter het nieuws – dat premier Orbán afschilderde als een fascistische dictator. Waar het op zichzelf al een schande is om iemand zonder onderbouwing een fascistische dictator te noemen, is het vooral schandalig tegenover de miljoenen slachtoffers van het fascisme. Het lijkt wel een dagelijks fenomeen geworden om Hongarije als dictatoriaal af te schilderen, met name door diegenen die het geluk hebben geen enkele seconde in een dictatuur geleefd te hebben.
We leven in ongeëvenaarde tijden, ook als het gaat om de wreedheid en frequentie van de aanvallen op onze nationale soevereiniteit. Deze aanvallen laten eens te meer zien dat Hongarije het doelwit is geworden van een goed georganiseerde internationale lastercampagne en een volgzame mainstream media maakt het mogelijk om feitelijke tegenargumenten meermaals opzij te zetten, of zelfs geheel te negeren. Het klinkt inderdaad gevaarlijk bekend voor iedereen die onder een USSR-achtige dictatuur heeft moeten leven. Dit terwijl Nederland juist bekend staat als het polderland waarin een discussie vanuit verschillende perspectieven belicht zou moeten worden.
Dan komt de vraag op: hoe zijn we in hemelsnaam in deze situatie terecht gekomen?
Waarom Hongarije? Men zou kunnen zeggen dat wij een relatief klein en weinig invloedrijk land zijn, waarvan geen buitenstaander de taal en cultuur kent, laat staan begrijpt. Daarmee is Hongarije een makkelijk doelwit. Al helemaal sinds de Hongaarse kiezer tijdens de verkiezingen van 2010 zorgde voor een aardverschuiving. De huidige conservatieve alliantie verkreeg een weergaloze tweederde meerderheid nadat de sociaal-liberale voorganger er simpelweg een potje van had gemaakt. Deze patriottische overheid heeft sindsdien pal gestaan voor nationale soevereiniteit, gebaseerd op christelijke waarden, waar in plaats van migratie juist de familie centraal staat. Dit was uiteraard te overweldigend voor de notoir intolerante liberale elite, omdat het de mythe van de liberale onvermijdelijkheid deed schudden. Daarmee werd Hongarije al snel het kwaad van het mainstream West-Europese discours. Echter, wat voor de Hongaarse burger belangrijk bleek te zijn was dat deze regering niet alleen voldeed aan hun verwachtingen, maar dat dit ook nog eens gepaard ging met robuuste economische groei. De rest is geschiedenis: twee overweldigende democratische overwinningen waarbij de regering haar tweederde meerderheid wist te behouden.
Met dit in het achterhoofd zijn we nu aangekomen in 2020. COVID-19 stelt de EU en de rest van de wereld voor een ongekende uitdaging, waarbij tot uitzonderlijke maatregelen moet worden overgegaan.
Ik wil vooropstellen dat de Hongaarse regering met de Noodwet slechts één gelimiteerde bevoegdheid verkrijgt: de mogelijkheid tot het versneld nemen van noodzakelijke en proportionele maatregelen om het coronavirus te bestrijden. De regering mag geen wetten per decreet opleggen die niet gerelateerd zijn aan dat doel. Nu het parlement nog in zitting is zoals gebruikelijk – het zomerreces begint pas 15 juni – worden wetten via de normale wettelijke procedure behandeld.
Er is tevens geen sprake van de bovengenoemde onbepaalde tijd. Het parlement verkrijgt met de Noodwet de uitdrukkelijke bevoegdheid het mandaat van de regering op elk mogelijk moment te wijzigen of in te trekken. Aan de rechtsstaat wordt – uiteraard – niet getornd. De Hongaarse Grondwet stelt duidelijk dat zij ook van kracht blijft tijdens een noodtoestand. Alle autoriteiten – onder andere het Constitutionele Hof, overigens een onbekend instituut voor de Nederlandse rechtsorde – blijven opereren.
Bovendien is het leveren van kritiek door journalisten niet strafbaar gesteld met de Noodwet. De wet heeft enkel nieuwe sancties ingevoerd voor diegenen die de overheidsmaatregelen ter bestrijding van COVID-19 belemmeren door willens en wetens desinformatie – waarbij de definitie van de Europese Commissie gevolgd wordt – te verspreiden. Meningen, hoe kritisch ook jegens de regering, vallen ook niet onder de strekking van de Noodwet.
De Vicepresident van de Europese Commissie Vera Jourová, onder andere verantwoordelijk voor de naleving van de rechtsstaat, heeft bovendien bevestigd dat de in Hongarije in verband met COVID-19 aangenomen wetten tot nog toe geen EU-regelgeving hebben geschonden. Opvallend genoeg is hier geen enkele aandacht aan besteed door de media, die in een eerder stadium juist bijna hysterisch melding maakte van de Noodwet.
Geconcludeerd kan worden dat binnen de Europese Unie de Hongaarse maatregelen allesbehalve ongekend zijn, alle lidstaten zijn immers overgegaan tot buitengewone maatregelen. Sterker nog, enkele andere lidstaten hebben in hun noodmaatregelen geen vervalclausule opgenomen, of hebben alleen de regering de bevoegdheid gegeven de maatregelen op te heffen. Zo stelden enkele Nederlandse juristen onlangs dat de huidige Nederlandse maatregelen ongrondwettelijk zijn. Er zijn zelfs lidstaten die hebben aangekondigd mogelijke maatregelen te nemen die afwijken van de verplichtingen in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Bepaalde fundamentele rechten zouden daarbij dus beperkt kunnen worden. Hongarije is niet één van die lidstaten. Maar ook hier valt de gebruikelijke dubbele standaard op: terwijl in enkele West-Europese landen de gemeenteraadsverkiezingen al zijn uitgesteld wordt Hongarije door de links-liberale mainstream ter verantwoording geroepen over enkel een mogelijk uitstel van de tussentijdse verkiezingen. Aangezien de algemene verkiezingen grondwettelijk zijn vastgelegd kán de Noodwet deze niet eens beïnvloeden.
Eerbied voor de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten. De waarden van Artikel 2 van het Verdrag van Maastricht, waar onze criticasters met regelmaat naar verwijzen, zijn ook onze waarden. Wij zijn toegewijd deze te behouden en te beschermen. Tegelijkertijd moeten wij Artikel 4 van hetzelfde Verdrag ook niet vergeten: “De Unie eerbiedigt de gelijkheid van de lidstaten voor de Verdragen, alsmede hun nationale identiteit die besloten ligt in hun politieke en constitutionele basisstructuren.” De EU is verenigd in verscheidenheid maar onze gezamenlijke waarden worden als politiek instrument gebruikt. In plaats van eenheid te smeden, bevorderen ze daarmee verdeeldheid.
U kunt op dit artikel reageren door het insturen van een eigen opinie-artikel. Mits van voldoende kwaliteit zal TPO dit met plezier publiceren.