Het contrast kan niet groter zijn. Zondag kondigde Henk Krol aan met een nieuwe partij mee te doen aan de Tweede Kamerverkiezingen van maart 2021. Krol was meteen welkom bij WNL op Zondag, Nieuwsuur en Beau. Alle nieuwsbulletins openden er zondag mee. Andere nieuwe partijen krijgen niet zoveel aandacht. Sommigen moeten het zelfs doen met een tweet van uw verslaggever. Dat is bijvoorbeeld het lot van de pan-Europese partij Volt, die deze maandag in alle stilte haar deelname aan diezelfde Tweede Kamerverkiezingen aankondigde.
Velen van u zijn het alweer vergeten of hebben het nooit geweten: Volt deed mee aan de Europese verkiezingen van vorig jaar. De partij deed met hetzelfde verkiezingsprogramma in meerdere landen mee en vormde zo naar eigen zeggen de eerste pan-Europese politieke partij. Het was de bedoeling een eigen fractie te beginnen in het Europees Parlement, maar daarvoor zijn minimaal 25 Europarlementariërs uit minstens zeven landen nodig. Op voorhand een onmogelijke opgave. Dat bleek ook wel: Volt haalde slechts één zetel in Duitsland en kreeg dus geen eigen Europese fractie, maar een onbeduidend plekje bij de Europese Groenen. Daar zitten ze bij onder andere GroenLinks.
De missie van Volt is al even hopeloos: net als D66 wil de partij een federaal Europa. Het onderscheid is lastig te maken. Hoor D66-Europarlementariër Sophie in ’t Veld over Europese oplossingen praten en ze is niet te onderscheiden van het pro-Europese Volt-geluid. Niet zo vreemd dus dat er geen zetel inzat voor de Nederlandse Volt-lijsttrekker Reinier van Lanschot, al zien ze dat bij Volt helemaal anders. Hier vieren ze de mislukte Europese campagne als een succes. Het is maar hoe je het bekijkt: Volt haalde 106.400 stemmen, gelijk aan de helft van de kiesdeler en bijna 40.000 stemmen meer dan DENK. En dus gaat Volt gewoon verder.
Door Volt zien we het verschil tussen idealisten die in hun eigen verhaal geloven en opportunisten die een baantje in de Tweede Kamer willen hebben. Als Henk Krol bij de verkiezingen in 2021 geen zetels haalt, wordt zijn Partij voor de Toekomst direct weer opgeheven. Zo ging dat eerder ook met clubjes als de LPF, Leefbaar Nederland, de Ondernemerspartij en Voor Nederland (VNL). Als er geen baantjes in het verschiet liggen, houdt men er meteen mee op. Bij Volt werkt het andersom: hier gaat men na een teleurstelling harder werken. Bij de Europese verkiezingen van 2024 is het doel alsnog 25 Europarlementariërs verkozen te krijgen.
Tot die tijd wil de partij aan heel veel andere verkiezingen meedoen, waaronder die in Nederland, want ook daar wil men het pro-Europese geluid maar al te graag versterken. Aan positieve energie geen gebrek en zo komen de resultaten vanzelf, is de filosofie. Volt is inmiddels vertegenwoordigd op allerlei politieke niveau’s in Bulgarije, Duitsland en Italië, zoals in de gemeenteraden van Mainz en München. De partij wil naast de Nederlandse Tweede Kamerverkiezingen ook meedoen aan verkiezingen in Luxemburg, Denemarken en Frankrijk.
Dit weekend vergaderde Volt twee dagen over de toekomst van Europa en die van zichzelf. Maandagochtend was de online persconferentie. Helemaal conform het idee dat journalisten vooral op opportunisten als Henk Krol zitten te wachten was er maar nauwelijks interesse in. Het gekke is: ook dat lijkt Volt niet uit te maken.
Co-president Reinier van Lanschot legt deze maandag de missie nog eens uit. Die is in tijden van corona alleen maar urgenter geworden, horen we. De beweging doet inmiddels mee aan de Europese discussie over de toekomst van Europa en voert onder de naam #EuropeCares een campagne voor hulp aan vluchtelingen in Griekenland. Volt praat ondertussen ook over hoe corona aangepakt moet worden en hoe het verder moet met het klimaatbeleid. Meningsverschillen tussen landen zien ze bij Volt ook wel, maar die gelden meer als een uitdaging dan als een belemmering.
Bij Volt schatten ze hun kansen hoog in. De partij heeft inmiddels 2.000 Nederlandse leden, vertelt Van Lanschot enthousiast. Als komend jaar hetzelfde aantal mensen op Volt stemt als in 2019, komt de partij in de Tweede Kamer. Volt gelooft erin: zo’n honderd mensen hebben zich aangemeld om actief te worden, er zijn allerlei lokale groepen ontstaan, veertig mensen worden momenteel getraind en 6 juni wordt een nieuwe lijsttrekker gekozen. De enthousiastelingen zeggen het niet, maar ze weten het wel: de populariteit van hun belangrijkste concurrent – D66 – daalt in een razend tempo. Van Volt gaan we vroeg of laat alsnog wat horen.
