Chris Aalberts – De antipathie van de CDA-top tegen referenda is sinds deze week goed te begrijpen 

11-07-2020 11:46

De CDA-kandidaten op een rijtje. (Screenshot CDA Youtube)

Deze week moest ik opeens denken aan Elco Brinkman. In 1994 was hij lijsttrekker van het CDA. De partij leed een onvoorstelbare nederlaag en Brinkman, die voorbestemd was om premier te worden, verdween van het politieke toneel. Brinkman werd nog gewoon aangewezen: een onderonsje met Ruud Lubbers was genoeg. De CDA-leden kwamen er niet aan te pas en dat is ook hartstikke logisch: het CDA is immers een partij die nooit op enig enthousiasme voor referenda te betrappen is. Zonder ledeninspraak ging het in 1994 helemaal mis, maar de partijtop moest vervolgens ook zelf op de blaren zitten.

Vreemd dus dat de politiek leider van het CDA tegenwoordig regelmatig wél via een referendum wordt gekozen.

‘En zo zit een anti-referendumpartij nu met een intern referendum’

Velen bij het CDA hadden ongetwijfeld gehoopt dat Wopke Hoekstra lijsttrekker wilde worden en dat dat de partij alle interne referendum-ellende zou besparen omdat iedereen achter de nieuwe leider zou gaan staan. Maar helaas is Hoekstra een intelligente man die bedacht dat je deze gifbeker maar beter aan je voorbij kunt laten gaan. Als het CDA weer in het kabinet terechtkomt, wordt hij heus wel weer minister. Zonder Hoekstra moest het Hugo de Jonge worden, zo leek het, maar unaniem enthousiasme was er duidelijk niet. Daar waren de andere kandidaten al. En zo zit een anti-referendumpartij nu met een intern referendum.

In alle gevallen is de vraag waar zo’n strijd nou eigenlijk over gaat. Maandagavond werd dat in Mediaplaza in Utrecht wel duidelijk. Hier organiseerde het CDA een debat. Iedere lijsttrekker had een eigen juichteam en wat adviseurs meegenomen.

‘Kandidaten hard aanpakken, dat bederft de sfeer alleen maar’

Het is verleidelijk te doen alsof zo’n debat enige relevantie heeft, maar dat blijkt eigenlijk gewoon onzin. Hugo de Jonge en Mona Keijzer leken vooral pogingen te doen heel veel thema’s op te sommen, te zeggen dat die allemaal heel belangrijk zijn en vooral ook met elkaar samenhangen. Of Pieter Omtzigt in de praktijk origineler is, is maar de vraag. We hoorden hem voor de duizendste keer over de toeslagenaffaire en de ellende op Malta. Eigenlijk zijn al die gepresenteerde ideeën irrelevant. Keijzer wil bijvoorbeeld stoppen met het gedogen van drugs. Leuk voorstel voor de programmacommissie, Mona.

Zelfs als je denkt dat de inhoudelijke ideeën van de kandidaten belangrijk zijn voor de koers, schiet het niet erg op. Het debat wordt geleid door Lucille Werner en ene Donatello, een man die vooral lijkt te zijn uitgekozen omdat zijn borsthaar boven zijn overhemd uitkomt. De hele avond wordt er maar één scherpe vraag gesteld: door Werner. De Jonge wil een jaarlijks debat hoeveel migranten Nederland aankan. Werner wil weten of dit betekent dat De Jonge van het vrije verkeer van personen binnen de EU af wil. De Jonge begint meteen te draaien en komt daarmee weg. Kandidaten hard aanpakken, dat bederft de sfeer alleen maar.

Zo resteert er, zo beaamt een van de vele rondwandelende communicatieadviseurs, alleen beeldvorming. De Jonge heeft leuke schoenen, ligt vaak onder een zonnebank en praat te lang. Veel te lang zelfs. Of hij het coronabeleid onder controle heeft wordt betwijfeld. Keijzer is vooral heel Volendams en heeft heel veel kinderen. Bij het CDA hoor je opvallend veel mensen zeggen dat ze niet van haar werk onder de indruk zijn. Zo resteert Pieter Omtzigt, die een beetje stug is en veel goede dingen doet, maar waarbij je je afvraagt of het CDA met hem als leider niet het enige Kamerlid kwijtraakt dat dossiers fatsoenlijk doorspit.

‘We weten al wie de CDA-top wil: veel CDA-politici zeggen immers op sociale media op De Jonge te stemmen’

Voor deze observaties heb je geen debat nodig en dat weet het CDA natuurlijk ook wel. Eigenlijk is het allemaal nog erger. We weten al wie de CDA-top wil: veel CDA-politici zeggen immers op sociale media op De Jonge te stemmen. Sociale druk heet dat: de impliciete boodschap is dat hij intern de meeste steun heeft. Dat is ook essentieel voor geslaagd leiderschap. De boodschap over Keijzer is het omgekeerde: ze is simpelweg te licht en hoort dus niet op deze post. Over Omtzigt durft men niet zo kritisch te zijn, want hij heeft te veel fans. Maar ook hem ontbreekt het duidelijk aan brede steun van de top.

Het CDA heeft nog nooit enig enthousiasme gehad voor referenda en bij deze strijd zie je waarom: leden kunnen de gevolgen van hun keuzes niet inschatten. De Jonge kan beschadigd raken als binnenkort het corona-beleid wordt geëvalueerd. Daar zit je dan met je gehavende lijsttrekker. Keijzer lijkt aantrekkelijk omdat ze een vrouw is, maar vrouwenkiezers kunnen tegenwoordig ook naar Sigrid Kaag. Of Omtzigt rechtspopulistische kiezers terug naar het CDA kan halen is ook nog maar de vraag.

Een lijsttrekkersreferendum illustreert precies wat het CDA altijd al van referenda vond: je kunt besluiten beter aan mensen overlaten die ervoor gestudeerd denken te hebben. Die kun je achteraf immers de schuld geven van hun stomme beslissingen.