Sinds de prille jeugdjaren bezit uw auteur een scherp oog voor hypocrisie en inconsequentie – meestal blijkt het leven sterker dan de leer: zo leefde zelfs Ayn Rand na het publiceren van haar libertarische boeken van een uitkering. Hierom is het verstandig niet al te snel beloften te doen, maar wel om – als je ze eenmaal doet – beloften sowieso gestand te doen. Niets is irritanter dan het leven in de vluchtige maatschappij waarin een afspraak geen afspraak is en een belofte geen belofte. Als je niet weet waar je aan toe bent en of je op mensen kunt bouwen, dan is het leven een frustrerende verrichting.
In de vorige uiteenzetting bleek dat waar de hypocrisie van anderen werd blootgelegd, daaruit vanzelf duidelijk werd hoe we dan zelf wél moeten handelen. We gaan vandaag verder met de waarde die we moeten hechten aan cijfers, beginnend met Laura. Zij wilde promoveren in de geschiedenis en hierom moesten haar cijfers zo perfect mogelijk zijn. Desnoods sloeg ze een tentamen over zodat ze het vak een jaar later opnieuw kon doen. De paradox was dat zij veel minder studiepunten haalde dan ondergetekende en minder efficiënt studeerde, maar op papier toch een betere promotiekandidaat was.
Uw auteur deed twee voltijdstudies en haalde 90 EC per jaar – de illusie dat er enkel negens en tienen gehaald zouden worden, werd snel achtergelaten. Tijdens een Mastervak moesten wij een essay schrijven over religie in de Middeleeuwen. Iedereen schreef kritisch over de katholieke kerk en uw auteur schreef kritisch over de islam: als enige een vijf. Bij de herkansing dan ook maar kritisch over de katholieke kerk – nu volgde een 7,5.
De studenten die willen opklimmen binnen het systeem, verinnerlijken de normen van dat systeem. Daar zullen nóóit kritische of revolutionaire denkers uit voortkomen: zelfs in de exacte vakken keken Tesla’s docenten neer op zijn ideeën over wisselstroom. De indruk vestigde zich dat Laura neerkeek op de paar zessen en zevens die mijn lijst óók rijk was, terwijl ik mijn gedachten had over haar vereenzelviging met de instituties. Haar verlangen naar externe validatie kwam op mij over als naïef. Ondanks onze gedeelde interesse in geschiedenis was er dus geen match.
Onze gesprekken maakten veel duidelijk over de dubbele standaard waaraan prestaties worden afgemeten. Enerzijds was het: “Je moet op jezelf wonen, anders ben je niet zelfstandig en blijf je een moederskindje” – never mind dat je dan honderden euro’s kapotslaat aan huur terwijl je ook met (toen nog) gratis OV op en neer kunt reizen waarbij je onderweg studeert. Tegelijk was het: “Toen ik mijn scriptie schreef liet ik me opsluiten bij mijn ouders op zolder. Ik mocht pas weg als ik minstens twee pagina’s geschreven had. Want in mijn studio zocht ik afleiding en ging ik bijvoorbeeld wassen en schoonmaken.”
Tijdens de universitaire carrière was er slechts voor één vak ooit een hertentamen nodig: dit was het vak taalfilosofie. Nauwelijks voorbereiding leverde een vijf op – aan het hertentamen ging een lange periode zeer grondige voorbereiding vooraf, en dit leidde tot slechts een zes. Mijn schouders haalde ik erover op – laat je niet uit het veld slaan en richt je op dat wat inspireert en intrigeert.
Het is net als met videogames: je hebt meer aan ervaren spelers die zich met vallen en opstaan door hun games slaan, dan aan pro-wannabe’s die de videos van topspelers bekijken, de meest succesvolle tactieken memoriseren en daarmee in korte tijd de top willen bereiken. De meest epische potjes worden gewonnen door zelfs onder extreme druk geconcentreerd te blijven en stug door te ploeteren – in het publicitaire landschap waar men met scherp schiet is het eigenlijk niet anders. De tv- (en podcast) presentator Sander Schimmelpenninck kan er inmiddels over meepraten. Wie zich niet van de wijs laat brengen en zich blijft richten op eigen kernkwaliteiten, wint meestal.
Zo gebeurde het dat er bij een filosofievak teksten van Hegel en Kant gelezen moesten worden. Studentes raakten in paniek: “Ik heb het proberen te lezen, ik begrijp echt niet wat er staat! is filosofie wel een geschikt vak voor mij, misschien moet ik maar stoppen met de studie?” Uw auteur gaf toe het evenmin te hebben gelezen (omdat er tegelijk geschiedenisvakken waren die voorrang kregen). Ga gewoon naar het college en volg de lezing. Als dat logisch en begrijpelijk klinkt – en dat is vast het geval – dan zijn zorgen over die stugge teksten overbodig. Een groot deel van studeren is het ophangen van gedachten die je zelf al hebt, aan wat je hoort tijdens colleges en leest in teksten. Sommige mensen hebben weinig gedachten – wellicht is studeren voor hen niet weggelegd.
Ooit kreeg mijn vader een boek geschreven door Emile Ratelband cadeau. Als kind las ondergetekende daarin een tip die oprecht nuttig is. Als je een interessant idee tegenkomt, schrijf het op. Mettertijd heb je dan iets geniaals in handen. De meeste mensen durven echter niet te denken dat hun gedachten van belang zijn – ze maken er geen serieuze studie van en laten ze verdwijnen in het niets. Ook vergt het gedisciplineerde arbeid om van een gedachte iets te maken en die inspanning schrikt velen af. Niemand dwingt hen er immers toe. Precies hierom zijn ze niet autonoom en zullen ze dat nooit worden. Autonoom kun je pas worden als je inspanningen verricht wanneer niemand je daartoe dwingt.
Het is van enorm belang jezelf te blijven vormen en scholen buiten het curriculum van je studie om. Uw auteur probeerde alle teksten die we moesten lezen, daadwerkelijk te lezen, maar las ook van alles daarbuiten. Zoals boeken van De Tocqueville, Montesquieu, J.S. Mill, Ayn Rand, enzovoorts.
Dit laatste is van belang om te vermelden omdat de stof waarop de Westerse beschaving is gegrondvest, in het curriculum nauwelijks terugkeert. Een academische opleiding leert je vooral om gedisciplineerd met bronnen om te gaan en je gedachten gestructureerd te communiceren, maar denken en lezen moet je zélf doen, en daarbuiten. Als je je diploma op zak hebt dan weet je in feite nog weinig, want veel vakken komen neer op deugkunde.
Zelfs notities van treingesprekken kunnen leiden tot grootse ideeën. Een pagina van het beruchte Avondland en Identiteit is bijvoorbeeld geschreven in een casino in Londen. Uw auteur is beslist niet van het gokken, maar een bekende nam dit etablissement op als deel van een rondleiding. Een sprankelende Japanse dame in minirok werd aangesproken: “Heeft u mogelijk iets om op te schrijven?”
Al met al, wat is dat studeren nu precies? Wat betekent het fenomeen ‘studeren’ in de hedendaagse tijdsgeest? Studeren is een levensfase waarin jongeren ervaren wat het is om avontuurlijk en anti-burgerlijk te leven, die samenvalt met de periode van de ‘wilde haren’.
Ouders en de staat leggen hiervoor aardig wat centjes neer en na de studie krijgt zoon- of dochterlief een baan. Niet op grond van wat hij of zij geleerd heeft, maar op grond van ‘het netwerk’. Zodat je later, als je op je Ikea bank Netflix zit te kijken terwijl de blauwe enveloppen door de brievenbus flapperen en je getrouwd en al nog maar met één partner seks hebt, kunt terugblikken op die tijd waarin je toch wel rebels was. Dat moet dan een soort mentale compensatie bieden voor het feit dat je nu Rutte en de rest van de Eurozone op je rug hebt zitten.
‘Studeren’ is een kapitalistisch belevingsproduct dat men verkoopt en in die zin iets héél anders dan kennis opdoen. Nu we dit weten, begrijpen we ook direct de herkomst van de roep om ‘safe spaces’. Omdat linksmensen betalen voor die beleving, is het niet verrassend dat ze tijdens die beleving geen lastige oftewel ‘rechtse’ denkbeelden willen tegenkomen. Wie betaalt is immers wie bepaalt. Buiten dan onontwijkbare vakken als women’s studies, postcolonial literature en verwante vakgebieden die per se in het curriculum moeten omdat diep-met-de-Linkse-Kerk-verbonden activisten pardon academici anders geen baan meer hebben. Zo zijn we terug bij het kernpunt: deugkunde.
Persoonlijke ervaring raadt het omgekeerde aan. Studeer jezelf de mallemoer. Haal je propedeuse in je eerste jaar. Blijf bij je ouders wonen. Neem geen leningen. Vermijd studieschulden. Doe zoveel mogelijk kennis op en studeer zo snel mogelijk af. Zo behoud je maximale wendbaarheid en kun je met je diploma op zak altijd nog van het leven genieten als een post-adolescent. Reizen maken, stages lopen, vrouwen ontmoeten, wat je maar wil. Wel is er dan het risico dat je diploma ietwat verouderd raakt. Maar het is aan ieder mens om zichzelf relevant te houden: dat gaat echter via acties en niet via papiertjes uit een diplomafabriek.
Steun De Nieuwe Zuil met een donatie, zodat het oeuvre van dr. Sid ook in het Engels beschikbaar kan worden gesteld, met de arbeid van een professionele vertaler en editor. In totaal is +/- 3.000 euro nodig opdat een samenvattende, gecondenseerde versie van zijn oeuvre in boekvorm internationaal kan gaan: NL58 INGB 0008 747503 (Stichting De Nieuwe Zuil). DNZ organiseert naderhand graag een event om de donateurs te bedanken! Hopelijk strijkt u over uw gulle hart om actief bij te dragen aan Sids creatieve scheppingswerk met Of schrijf u in voor zijn nieuwsbrief!