Er zal geen weerstand zijn tegen de hypothese dat de Covid-19-pandemie langzaam zal uitdoven. De economische activiteiten zullen opkrabbelen. De werkloosheid zal stilaan afnemen. De meeste mensen zijn voldoende veerkrachtig om tegenslagen te overwinnen. We zullen weer leven als vanouds. Diegenen die beweren dat na de pandemie het nooit meer zal zijn als voorheen, zullen zich met schaamte terugtrekken en hopen dat hun wartaal wordt vergeten.
In een beschaafd land is het uiteraard onzinnig om weerstand te hebben tegen een hypothese. Een hypothese is iets wat onderzocht moet worden. Als het resultaat onwelgevallig is, dan zal een rationeel mens zijn wereldbeeld aanpassen. Slechts lieden met gebrek aan beschaving voeren een strijd tegen de waarheid.
Het is belangrijk rekening te houden met andere hypothesen over deze pandemie. Stel dat de pandemie jarenlang aanhoudt en dat de gevolgen versterkt worden door crises op andere domeinen. De polarisatie in de samenleving kan nog sterker toenemen. De gevolgen van de klimaatverandering laten zich nu al voelen. De massa-immigratie houdt niet op. De mensen voelen zich niet meer thuis en veilig in hun eigen land. Die cumulatie van spanningen is hèt recept voor oorlogen, burgeroorlogen, anarchie en een nieuwe holocaust. Dan komt er een periode van barbarij en duisternis. Als deze hypothese klopt, dan kan de mensheid slechts overleven als iedereen zich houdt aan morele normen en waarden. Het is nu juist een gebrek aan een gemeenschappelijke morele code dat de westerse beschaving in de gevarenzone brengt.
We leven in een crisissituatie en volgens Jonathan Sacks, een van de meest vooraanstaande rabbijnen in het Verenigd Koninkrijk, in zijn boek Morality: Restoring the common good in divided times (verschijnt op 22 september in het Nederlands), wordt dit veroorzaakt door een gebrek aan een sterke gemeenschappelijke morele code en de voorrang die wordt gegeven aan het eigenbelang boven het belang van de samenleving. Zorg en solidariteit voor de anderen worden gezien als een zaak voor de Staat, maar die zegt niets over hoe we moeten leven. Vrijheid is echter onmogelijk zonder moraal en zonder gevoel van verantwoordelijkheid. De moraal die ons met elkaar verbindt is een zaak van iedereen.
De moraal ligt aan de basis van een vrije samenleving. Deze waarheid is in het Westen op de achtergrond geraakt. Dit brengt de cohesie in de samenleving in gevaar. Er zijn drie instellingen die het fundament leggen voor die cohesie: de economie die welvaart creëert en verdeelt; de politiek die de macht wettigt en verdeelt; en de ethiek of het geheel van normen en waarden die we met elkaar delen. De economie betaalt mensen om te doen wat van hen wordt verlangd. De politiek dwingt mensen om zich aan de wet te houden (in deze coronatijd zeer actueel). De ethiek overtuigt mensen om zich te houden aan de gedragsregels overeenkomstig de gemeenschappelijke waarden.
Dit overtuigen, of liever inspireren van mensen om zich te houden aan de moraal wordt sinds mei 1968 steeds moeilijker. Om te voorkomen dat iedereen zijn persoonlijke vrijheid opeist ten koste van anderen, gaat de politiek ervan uit dat mensen betaald of gedwongen moeten worden om juist te handelen. Het vertrouwen in elkaar en het gevoel van verbondenheid ontbreken. Merkel en andere voorstanders van de massa-immigratie en de multiculturele maatschappij hebben niet begrepen wat het fundament is van een ware, menselijke samenleving. Onder het mom van de mensenrechten zien ze slechts politieke en economische belangen.
Hoe kon het zo verkeerd lopen, vraagt Sacks zich af. Het is een wijsheid van duizenden jaren her dat onze vrijheid afhankelijk is van een gemeenschappelijke ethiek. De moraal creëert vertrouwen en verbondenheid, waardoor we niet steeds op de hoede moeten zijn voor geweld, uitbuiting en verraad. Als we ons bijvoorbeeld houden aan de regel dat vrouwen met respect behandeld moeten worden, dan hebben ze geen last van gesis op straat en kunnen ze vrij bewegen op straat of zich kleden zoals ze het zelf willen.
In de welvaartsstaat is er de neiging om alles over te laten aan de economie en de politiek. Daar profiteren de machtigen en rijken het meest van. De #MeToo-beweging was voornamelijk gericht tegen het machogedrag van machtige mannen. De politiek is een machtspel geworden, waarbij de tegenstander aanvallen wordt gezien als de beste strategie. Dit creëert nog meer verdeeldheid, cynisme en gebrek aan onderling vertrouwen. De economie en de politiek alleen zullen de huidige crisis niet oplossen.
Economie en politiek vormen de arena van de competitie. De moraal is de arena van samenwerking. Hoe meer competitie en hoe minder samenwerking, hoe ruwer de samenleving wordt, hoe meer verliezers er zijn, hoe minder vertrouwen in elkaar. Dit is voor de advocatuur een gouden tijd.
Het is duidelijk dat om onze beschaving op het goede spoor te brengen, we onze verantwoordelijkheid, onze gemeenschappelijke normen en waarden moeten terugvinden. Een Ik-gerichte samenleving wordt dan een meer Wij-gerichte samenleving. Wie rijk is, zorgt voor de armen. Wie sterk is, komt op voor de zwakkeren. Een gemeenschappelijke morele basis is in deze eeuw, waar zoveel dreigingen op ons afkomen, meer dan ooit noodzakelijk.
Mijn stelling is dat die gemeenschappelijke morele basis in een multiculturele samenleving er nooit zal komen. Zonder ethiek zijn economie en politiek oorlog. Biologische krachten hebben dan de overhand en bij een cumulatie van spanningen kunnen we het ergste verwachten. Als de coronapandemie zou leiden tot een diepe economische recessie, enorme stijging van de werkloosheid en een afbouw van de sociale voorzieningen, dan ontstaat zonder een gemeenschappelijke ethiek een strijd van allen tegen allen. De pandemie zal onweerlegbaar aantonen dat de multiculturele samenleving niet is vol te houden.
Om een oplossing aan te reiken geef ik het voorbeeld van allochtone jongeren die tot gewelddadige acties overgaan in de Europese steden. Velen van hen hebben geen toekomstperspectief en presteren niets waarmee ze waardering zouden kunnen krijgen. Dit probleem kunnen we in onze samenleving niet oplossen. De problematiek van de ene generatie wordt naar de volgende overgedragen. Enkele jaren geleden trokken er duizenden naar Syrië om te strijden voor de kalifaat. Toen hadden ze een doel en vonden ze een gemeenschap waar ze gewaardeerd werden. Hun ideaal was echter destructief. Indien ze nu massaal zouden helpen bij de wederopbouw van islamitische landen, ontsnappen ze uit de vicieuze cirkel van haat en verwerping.
Als de spanningen in de wereld ondraaglijk zouden worden en een oorlog van allen tegen allen dreigt, zal op dezelfde manier de multiculturele samenleving afgebouwd worden om in de landen van herkomst de verantwoordelijkheid op te nemen. Daar kunnen de moslims volgens hun eigen ethiek bijdragen aan de vrede, het welzijn en de welvaart. Nu wordt vaak met trots vermeld hoe een immigrant een arts of een leraar is geworden. Hebben ze in het Midden-Oosten misschien geen artsen en leraren nodig?