Opinie

Paul Hekkens – Ondermijnt Khadija Arib als voorzitter de macht van de Tweede Kamer?

04-04-2021 16:01

Khadija Arib aan het werk in de Tweede Kamer.

Dat Khadija Arib voorzitter van de Tweede Kamer is, heeft mijns inziens veel te maken met haar vrouw en Marokkaanse zijn. De Tweede Kamer wil zo laten zien hoe progressief ze wel niet is. Het is ook een middelvinger richting PVV die als standpunt heeft dat iemand met een dubbele nationaliteit noch een actief, noch een passief kiesrecht zou moeten hebben. Arib hoort volgens de PVV dus niet in de Tweede Kamer thuis, laat staan als voorzitter. Ook een politiek statement is dat ze de indruk wekt het tegenovergestelde te zijn van een machtspoliticus. Op mij maakt Arib de indruk van een Marokkaans moedertje. Door zo iemand te kiezen zeg je zoveel als dat de politici in de Tweede Kamer geen machtswellustelingen zijn.

Wat ik belangrijk vind, is of Arib ook een goed Kamervoorzitter is. Kiest de Tweede Kamer uit haar midden wel de best mogelijke Kamervoorzitter om zodoende het functioneren van de democratie te optimaliseren? Mijn indruk is van niet. Ik vind Arib redelijk traag van begrip. De scherpte van de argumentatie kan ze mijns inziens niet altijd volgen. Ze stopt Kamerleden vaak af juist op het moment dat deze interessante inbreng leveren. Ze heeft ook een zeurderige manier om te reageren op Kamerleden, alsof ze hun inbreng overbodig en vermoeiend vindt. Over humor of ironie beschikt ze nauwelijks. Haar pogingen om af en toe een persoonlijke noot toe te voegen, zijn meestal onleuk en misplaatst. Niet dat ik daar een groot punt van wil maken, maar ook haar beheersing van de Nederlandse taal is suboptimaal, terwijl verbale vaardigheid in de politiek toch niet onbelangrijk is. Je moet goed kunnen zeggen wat je bedoelt. Samengevat is mijn bezwaar dus dat ik Arib geen erg goede Kamervoorzitter vind. Maar daar komt nu dus iets bij, iets dat eigenlijk nog belangrijker is.

‘Wat mij als eerste opviel was de meegaandheid die Arib betoonde’

Het debat over de ontstane situatie in de verkennende fase van de kabinetsformatie heeft niet duidelijk gemaakt van wie Mark Rutte donderdagochtend 1 april vroegtijdig informatie heeft ontvangen. Bedoeld is de voor Rutte belastende informatie dat in de gespreksverslagen te lezen staat dat hij Pieter Omtzigt heeft genoemd, hoewel hij eerder bij hoog en bij laag heeft beweerd dat dit niet het geval was. Rutte zegt dat hij die informatie donderdagochtend via-via heeft ontvangen, hij weigert echter deze bron vrij te geven. Als mogelijke bron wordt vooral gekeken naar de verkenners en oud-verkenners. Waar geen rekening mee wordt gehouden is dat Arib de mogelijke bron is. Toch zijn daarvoor aanwijzingen.

Wat mij als eerste opviel was de meegaandheid die Arib betoonde toen de verkenners Kajsa Ollongren en Annemarie Jorritsma vervangen werden door Wouter Koolmees en Tamara van Ark. Dit nadat Ollongren gefotografeerd was met informatie uit de verkenningen, waaronder het zinnetje ‘positie Omtzigt, functie elders’ had gelekt. Op het NOS Journaal reageert Arib als volgt:

‘Ja, een vervelende dag, en het verdient geen schoonheidsprijs. Maar goed, we moeten gewoon verder.’

Vooral die laatste woorden spreekt ze uit op optimistische toon. Dan geeft ze haar beoordeling van de situatie:

‘De opdracht is om gesprekken te voeren over de verkiezingsuitslag, en niet om collega-Kamerleden te beoordelen of daar iets over te zeggen. Wat dat betreft denk ik: het is jammer. De verkenners moeten gewoon kijken waar de vorige verkenners zijn gebleven en dan zien we verder.’

Zand erover en verder, lijkt haar boodschap. Ze lijkt op hetzelfde spoor te zitten als Rutte, die er ook verder geen aandacht meer aan wil besteden. Over hoe de benoeming heeft plaatsgevonden zegt de net aangestelde verkenner Van Ark:

‘De voorzitter had ons uitgenodigd met de vraag of wij als verkenner willen optreden en wij hebben daar ja op gezegd.’

Alsof de Haagse werkelijkheid zo simpel is. Arib heeft natuurlijk niet op eigen houtje bedacht dat Koolmees en Van Ark de nieuwe verkenners zouden worden. Dat is hoogst waarschijnlijk door Rutte en met medeweten van Sigrid Kaag bekokstoofd. De overige fractievoorzitters zijn door Arib slechts nog telefonisch om instemming gevraagd. Dat had echter meer het karakter van voor voldongen feiten stellen. Op zich is het natuurlijk niet vreemd dat de grootste partijen een belangrijke stem hebben in het formatieproces. VVD en D66 hebben echter samen geen meerderheid, dus ze hebben het niet alleen voor het zeggen. Bovendien is de vervanging van de verkenners wel erg snel gegaan. Tijd voor enige reflectie is niet genomen. Zo kan het gebeuren dat wederom is gekozen voor een tweetal verkenners dat ook weer allebei heel dicht staat bij hun politiek leiders. Dat is een aanpak waarvan deskundigen zeggen dat deze niet gebruikelijk, en ook niet verstandig is.

Dat Arib hierin meegaat wert de indruk dat ze haar oren meer laat hangen naar Rutte en Kaag, dan naar de Tweede Kamer. In feite werkt ze mee aan de overrompelings-strategie van Rutte. Met haar ‘jammer, maar we moeten verder’ bagatelliseert ze, net als Rutte, ook de ernst van het gebeuren.

‘Wat daarbij dan wellicht ook nog meespeelt is dat Arib de eerste vijftien jaar van haar leven heeft geleefd in het ondemocratisch Marokko’

Daarbij dient men te bedenken dat Arib als Kamervoorzitter altijd al functioneert als een intermediair tussen Kamer en kabinet. Vanuit die functie verkeert ze op vertrouwelijke voet met de kabinetsleden: ze wordt als een gelijke behandeld. Dan is het niet vreemd als haar wij-gevoel na verloop van tijd verschuift van Kamer naar kabinet. Ze wordt zodoende steeds meer gedienstig aan het kabinet. Zo kan het gebeuren dat ze gaat meehelpen de belangen van het kabinet door de Tweede Kamer te loodsen. Als procesbewaker van de formatie ontmoet ze Rutte en Kaag niet in hun hoedanigheid als minister maar als Kamerlid. Vraag is echter hoe helder ze dat onderscheid maakt. Wellicht is het feit dat Rutte en Kaag nu onder haar als Kamerlid ressorteren voor haar juist een echte legitimatie om vooral hun belangen te dienen: nu mag het. Wat dan mijns inziens ook niet helpt is dat Arib zo’n zachtaardig moedertje lijkt. Zachtaardige moedertjes hebben namelijk ook hun loyaliteit. Die ligt te veel bij Rutte en bij het kabinet. Dan kan ze het niet opbrengen om nu tegenover Rutte opeens op haar strepen te gaan staan. Dat kan ze zeker niet als Rutte zich alleraardigst tegenover haar gedraagt, en vertrouwelijk met haar verkeert, want daar zijn juist moedertjes toch wel erg gevoelig voor.

Wat daarbij dan wellicht ook nog meespeelt is dat Arib de eerste vijftien jaar van haar leven heeft geleefd in het ondemocratisch Marokko. Je kunt wel denken dat ze die geschiedenis helemaal van haar afgeschud heeft en dat ze nu door en door democraat is. Maar daar kun je je in vergissen. Op gevoelsniveau kan dat toch anders liggen. Maar laten we wel wezen, ook bij autochtone Nederlanders is het democratisch besef niet altijd volmaakt. Laat ik het zo zeggen: bij wie dat besef wél volmaakt is, mag de eerste steen werpen.

Feit is dat Arib zonder echt speciale verdiensten, vanwege haar onschuldige uitstraling, haar vrouw zijn, en haar allochtoon zijn, nu al jaren in een positie verkeert waarin ze dicht tegen de macht aanleunt. Tegelijkertijd is het Kamervoorzitterschap een positie waar traditiegetrouw weinig kritiek op bestaat. Wat de voorzitter doet is welgedaan, is lijkt de default-instelling. Als je dan al zo lang tegen de macht aanleunt, wie zou dan niet door die macht besmet raken?

‘Door haar samenwerking met Rutte te ontkennen, werd deze tot een leugen’

Een tweede waarneming die me opviel, was wat lijkt op een een-tweetje tussen Rutte en Arib. Rutte doet woensdag 31 maart aan het begin van wat een debat had moeten worden, het voorstel om de gespreksverslagen van de verkenning niet openbaar te maken, maar om die te laten screenen door Arib op uitspraken over Omtzigt en alleen die uitspraken openbaar te maken. Vervolgens blijkt Arib allerminst verrast te zijn door het voorstel. Integendeel, ze licht het voorstel van Rutte verder toe. Rutte bevestigt daarna die nadere uitleg van Arib. Wat hier zichtbaar wordt is dat Arib daadwerkelijk met Rutte samenwerkt om zaken op een voor Rutte welgevallige wijze op te lossen Als Wilders wijst op het een-tweetje dat zich voor de ogen van de Tweede Kamer en ook voor de ogen van de camera afspeelt, schudt Arib ontkennend haar hoofd. Ze werpt het verre van zich dat het om een een-tweetje zou gaan.

Nu sluit ik het niet uit dat het tot de taak van voorzitter van de Tweede Kamer behoort dat je ook wel eens meewerkt of samenwerkt met het kabinet, zeker als er een bijzonder moeilijke situatie is ontstaan. Een een-tweetje tussen Rutte en Arib lijkt mij op zich niet verboden. Maar dan moet je daar wel helder over zijn. Dat was Arib echter niet. Door haar samenwerking met Rutte te ontkennen, werd deze tot een leugen. Een Kamervoorzitter die de Kamer voorliegt. Dat dit niet zo wordt opgevat, komt omdat men zich dat in de Tweede Kamer niet kan voorstellen, niet omdat het niet zo is.

De meeste partijen, waaronder ook het CDA, zijn trouwens tegen het voorstel van Rutte met een rol voor Arib om de gespreksverslagen te screenen. Niet alleen een meerderheid maar alle partijen vinden trouwens dat juist hun gespreksverslag met de verkenners openbaar moet worden gemaakt. Allemaal willen ze uitsluiten dat juist zij iets te verbergen hebben. Als Arib dan niet anders dan tot de conclusie kan komen dat het voorstel van Rutte is afgewezen, komt ze maar moeilijk tot die conclusie. Ze kijkt verstoort, ze zucht diep, ze stamelt. Terwijl de conclusie glashelder is, zegt ze toch:

‘Het is goed om nóg een keer met de verkenners contact op te nemen, nóg een keer jullie punten daarbij onder de aandacht te brengen. En voor het voorstel van de heer Rutte: ik kan niet meteen zien dat er een meerderheid voor is. Het is ook een voorstel waarvan ik vind dat heel goed erover moet worden nagedacht. Stel dat de kamer dat wil, dan is het ook belangrijk dat de kamer aangeeft wat de voorwaarden zijn, onder welke omstandigheden, of wat dan ook.’

Vervolgens wint Rutte de spurt naar de interruptiemicrofoon van Wilders. Hij helpt Arib uit de brand door duidelijk te concluderen dat zijn voorstel geen meerderheid heeft gekregen. Arib was namelijk niet in staat die conclusie te trekken. Rutte heeft het ook over heftige emoties in goede banen leiden, emoties die kunnen worden opgeroepen door de openbaarmaking van de gespreksverslagen, en die het verdere formatiegesprek kunnen belemmeren. Wat ik nu vermoed is dat Rutte naar Arib toe een doemscenario heeft opgehangen over wat er allemaal zou gebeuren als de gespreksverslagen openbaar zouden worden, om zo Arib te bewegen tot een gezamenlijke aanpak die algehele openbaarmaking voorkomt.

Het eigenlijke debat vindt donderdag plaats. Als tijdens dat debat Rutte wordt gevraagd de bron vrij te geven die hem die ochtend eerder dan de overige fractievoorzitters heeft ingelicht over het feit dat Omtzigt staat genoemd in de gespreksverslagen, wordt de vergadering geschorst omdat Rutte dat eerst met die bron wil overleggen. Zoals al gezegd, geeft Rutte die bron uiteindelijk niet vrij. Maar als Arib hem vraagt of een half uur schorsing genoeg is, antwoordt Rutte:

‘Ik houd contact met u!’

Hij zegt dat nogal uitdrukkelijk, en wijst daarbij ook naar Arib. Dat kan natuurlijk niet meer betekenen als: ik meld me wel bij jou als ik klaar ben met het overleg met de bron. Dat schorsingen vanwege overleg langer duren dan gepland is echter schering en inslag in Den Haag. De opmerking van Rutte kan daarom iets anders betekenen. Met in het achterhoofd dat Arib de bron is, kan het ook zoveel betekend hebben als: wij spreken elkaar zo nog.