Ronald van Raak – De SP, de elitejongens en de Zangeres Zonder Naam

21-05-2021 11:01

De Zangeres zonder Naam in De Tribune.

Voor de oorlog groeide zij op in diepe armoede. Mary Servaes, ofwel de Zangeres Zonder Naam. Haar vader was drankzuchtig en gewelddadig. ‘Rietje’ bracht in jaar jeugd tien jaar door in een ziekenhuis en zou haar leven lang mank blijven. In cafés zong zij haar levensliederen die op de Hilversumse radio niet werden gedraaid, maar door de mensen buitengewoon werden gewaardeerd. Postzakken vol met brieven kreeg ze van fans die troost vonden in haar muziek en hun verhaal wilden vertellen. Mary was al over de vijftig toen eindelijk de waardering kwam – en het succes: Mandolinen in Nicosia (1972), Keetje Tippel (1975), ’t Was aan de Costa del Sol (1975). Een hoogtepunt was eind 1975 de toekenning van de Gouden Harp, de hoogste onderscheiding in de Nederlandse muziek. Dit leidde echter tot kritiek. Cabaretpromotor Wim Ibo en componist Cor Lemaire, die de prijs eerder hadden gekregen, besloten die zelfs terug te sturen, omdat zij niet vergeleken wensten te worden met wat zij noemden de ‘milieuverpestende smartlapperij en infantiele stompzinnigheid’ van deze vertolkster van het levenslied.

‘Ik zing voor gewone mensen.’ Met deze woorden van de Zangeres Zonder Naam opende begin 1976 de Tribune, het partijblad van de SP. Aanleiding voor het interview waren de negatieve reacties op het toekennen van de Gouden Harp een paar maanden eerder, kritiek die vooral kwam uit de ‘linkse’ kringen. Reden voor de SP om een tegengeluid te laten horen:

‘Ik heb me eerst enorm druk gemaakt over die Ibo, maar ik beschouw het nu als verleden tijd. Ibo is typisch zo’n elitejongen en daar voel ik me niet bij thuis. De pers heeft ook altijd kritiek gehad op mijn levensliedjes.’

Mary zong over de gevolgen van de mijnsluiting in Limburg, waar zij woonde, of over de hoertjes op de Wallen. En over de oorlog in Vietnam, op een tekst van de dichter Lucebert. Toch werd haar muziek op de radio lang geboycot. Het interview vond plaats vlak voor een optreden in het Gelderse Beek. Mary wees naar de zaal:

‘Ik zing altijd voor volle zalen, zoals vanavond. En kijk maar wat er zit. Allemaal gewone, hardwerkende mensen. Voor deze mensen zingen geeft me veel plezier. Dit is voor mij cultuur.’

De Tribune was geen gewoon partijblad, het werd destijds door de leden van de SP ‘huis aan huis’ verkocht. Dat betekende dat het aantrekkelijk moest zijn om te lezen. In hetzelfde nummer met het interview met de Zangeres Zonder Naam staat nóg een aantal artikelen dat de aandacht moet hebben getrokken. Zoals ‘Mannen krijgen borsten’, over een actie van de SP in Oss bij Organon, de producent van de anticonceptiepil. Waar mannen die daar werkten te maken kregen met ‘borstvorming’, door de onveilige werkomstandigheden op de hormoonafdeling. Verder is er aandacht voor de dodelijke asbestvervuiling, waar de SP actie tegen zou voeren tot het gebruik van asbest begin jaren negentig werd verboden. Artikelen zijn er over de kwalijke rol van koppelbazen in de bouw en ook tegen de apartheid in Zuid-Afrika, waar ik vorige maand over schreef in De SP, de spion en het model. Wat me ook verraste was het aantal reportages vanuit het buitenland, door tegenwoordig bekende partijleden zoals de mediaondernemer Derk Sauer. Of een jarenlang literair feuilleton door de destijds bekende schrijver Theun de Vries.

‘Ze beloven van alles, die politici, maar er komt niets van terecht. De heren gebruiken ook zoveel moeilijke woorden, dat ze nauwelijks te volgen zijn’, aldus de Zangeres Zonder Naam in het interview in de Tribune. Voor mijn recente boek Stel een daad, over de vroege geschiedenis van de SP, heb ik vele jaren van het partijblad doorgenomen en dat heeft me toch verrast. Zeker als je het vergelijkt met andere politieke bladen uit die tijd. Naast de gebruikelijke propaganda zijn er mooie verslagen van de opmerkelijke acties die zijn gedaan, altijd samen met de mensen. 300.000 blikken voedsel en 100.000 kilo kleding die in 1984 werden gestuurd naar Engelse mijnwerkers die staakten tegen het beleid van Thatcher, die de mijnen wilde sluiten en goedkope kolen uit communistisch Polen wilde laten komen. Of de 17.000 bomen die in 1992 in de buurt van Vlaardingen door bewoners werden geplant, waardoor de komst van een vuilstortplaats werd tegengehouden.

Altijd strijden tegen de ‘elitejongens’, zoals Mary Servaes ze noemde, die zichzelf zo progressief vonden, maar waar het zo volk weinig aan had.

Deze maand verscheen van Ronald van Raak Stel een daad. Een kleine geschiedenis van de SP, 1972-1999.