Akiva van Koningsveld – De Vlaggenmars in Jeruzalem doet er toe

28-06-2021 20:45

Vlag van Israël. (Pixabay)

Zondag markeerde voor Joden wereldwijd het begin van de ‘Drie Weken’. Tijdens deze rouwperiode, die culmineert in de vastendag van 9 Av, herdenken we de vernietiging van de Heilige Tempels in Jeruzalem. Onze Wijzen leren ons (Talmoed Joma 9b) dat de Tweede Tempel werd verwoest vanwege sinat chinam – onderlinge nodeloze haat.

Slechts drie dagen voor het begin van deze treurtijd zet CIDI-directeur Hanna Luden (Parool 24 juni 2021) de deelnemers aan de vlaggenmars in Jeruzalem onterecht weg als “fanatici,” “ultranationalisten” en “extremisten.” Als het aan Luden had gelegen, hadden duizenden Israëli’s niet in onze hoofdstad mogen marcheren omdat dit zou “provoceren.”

De vlaggenmars vindt ieder jaar plaats op Jeruzalemdag, de datum waarop Jeruzalem in 1967 herenigd werd. Sinds Israël de controle kreeg over de Oude Stad – in het opiniestuk onterecht als “bezet” aangeduid – garandeert de Joodse staat de religieuze vrijheid van iedereen. Dit is waar de vlaggenmars om draait. Niet voor niets is Jeruzalemdag een nationale feestdag, die ook in Joodse gemeenschappen in Nederland wordt gevierd.

Dit jaar vond de vlaggenparade plaats op 15 juni, nadat het evenement op Jeruzalemdag (10 mei) bruut verstoord werd door raketten uit de Gazastrook. De optocht verliep deze keer grotendeels vreedzaam. Een aantal jonge ophitsers die anti-Arabische leuzen scandeerden werden direct gearresteerd door agenten in burger.

Alternatieve premier en minister van Buitenlandse Zaken Yair Lapid veroordeelde de raddraaiers onmiddellijk: “Het feit dat er radicalen zijn voor wie de Israëlische vlag haat en racisme vertegenwoordigt is abominabel en onvergeeflijk,” schreef hij op Twitter. “Het is geen jodendom, het is niet Israëlisch, en het is zeker niet wat onze vlag symboliseert. Deze mensen zijn een schande voor het volk van Israël.”

Evenwel is het recht om vreedzaam met de nationale vlag te marcheren in Israël vrijwel onbetwist: de route werd dit jaar goedgekeurd door Omer Bar-Lev, minister namens de linkse Arbeidspartij. En het was nota bene Yoseph Haddad, een Arabische Israëli, die het evenement verdedigde: “Net zoals de burgers van ieder land ter wereld trots met hun vlag kunnen zwaaien in hun hoofdstad, hebben de burgers van Israël het recht om met vlaggen in Jeruzalem te lopen,” zo schreef hij.

Hetzelfde geldt overigens voor de LGBT-vlag. In tegenstelling tot wat Luden beweert, vond de Gay Pride in Jeruzalem wel degelijk plaats op 3 juni, ondanks de bezwaren van veel inwoners van de heilige stad.

Wie is de werkelijke provocateur hier? Dat is Hamas, de genocidale terreurbeweging die nog altijd oproept om “iedere Jood op de planeet aarde” te vermoorden. De heersers van de Gazastrook dreigden vorige week “alle steden in Israël” met raketten te bestoken als reactie op de vlaggenparade, een regelrechte oorlogsmisdaad. Waarom horen we Hanna Luden daar niet over?