Ronald van Raak – De angst van humoristen voor woke moeten we serieus nemen

14-07-2021 14:01

Ilse Warringa in De Luizenmoeder.

Humor en woke gaan gewoon niet samen’, stelt Ilse Warringa (maker van De Luizenmoeder) dit weekeinde in de Volkskrant. Dat kwam haar te staan op kritiek door Dick Zijp, een humoronderzoeker aan de Universiteit Utrecht, die de actrice beschuldigt van een ‘klassieke drogreden’. Ik moet zeggen dat ik die valse redenering bij Warringa niet zie, maar bij Zijp juist wél. Als hij stelt dat ‘steevast BN’ers en opiniemakers met een groot podium’ zich opwerpen als ‘ridders van het vrije woord’.

Dit is een drogreden, het op de man spelen en diskwalificeren van een persoon omdat die deel zou uitmaken van een groep, die vervolgens als collectief wordt weggezet. Warringa spreekt niet als woordvoerder van de ‘Bekende Nederlanders’ en het feit dat zij een succesvolle tv-maker is betekent nog niet dat haar argumenten onjuist zijn. Ook de typering van Warringa als ‘ridder’ is bedoeld om haar ongeloofwaardig te maken.

Warringa:

‘Als je grappen over iemand maakt betekent het dat je de ander gelijkwaardig behandelt. En stigmatiseren, vooral lomp stigmatiseren, heeft ook een functie. Daardoor vergroot je dingen uit, gaan we om onszelf lachen, met al onze vooroordelen en onze krampachtige neiging om te doen alsof we die niet hebben.’

Volgens Zijp diskwalificeert zij zich voor de discussie omdat sprake zou zijn van een drogredenering, namelijk dat ‘minderheden er pas bij horen als we grappen over ze maken’. Hier is echter geen sprake van een drogreden, maar van een argument dat onderwerp kan zijn van discussie. Zijp doet het argument van Warringa bovendien geen recht. Zij stelt niet dat minderheden er pas bij horen als we grappen over hen maken, maar dat humor vooroordelen uitvergroot en juist voorkomt dat we de ‘krampachtige neiging’ houden dat we onze eigen vooroordelen niet willen zien.

Dick Zijp veroordeelt Ilse Warringa omdat zij niet wil inzien dat humor de ‘bestaande machtsverhoudingen en hiërarchieën kan versterken en bevestigen’. Ik lees dat zij met haar humor die verhoudingen en vooroordelen juist wil blootleggen. Of dat werkelijk zo werkt zou een mooi onderwerp zijn voor een humoronderzoeker. Die moet dan wel open staan voor de angsten en argumenten van humoristen en ze niet vooraf diskwalificeren.

Warringa stelt ook nog:

‘Het zijn vooral navelstaartoneel, navelstaardocumentaires, en navelstaartelevisieseries die nu in zijn, de uitzondering wordt steeds meer de norm in plaats van wat ons verbindt en waarin we elkaar herkennen.’

Laten we ook oppassen voor een navelstaarwetenschap die vooral bezig is met het bevestigen van het eigen gelijk. Humor kan als geen ander middel de sociale conventies en de machtsverhoudingen op de korrel nemen. Als humoristen ons waarschuwen dat dit middel onder vuur ligt dan moeten we dat serieus nemen.

Ronald van Raak schreef eerder over de universiteiten als safe space voor docenten.