Essay

Paul Hekkens – Wat hebben hoge hakken in hemelsnaam met doodsdrift van doen?

23-10-2021 15:01

Aanleiding vor dot artikel is de tentoonstelling Engelenkeel van Berlinde De Bruyckere in het Bonnefantenmuseum te Maastricht en de lezing Eros en thatanos van Klinisch psycholoog Paul Verhaeghe bij de finissage van die tentoonstelling. Thatanos is de term die Sigmund Freud gebruikt om doodsdrift mee aan te duiden. Eros daarentegen staat voor levensdrift, wat een breder begrip is dan enkel seksualiteit.

Bij hoge hakken denk ik aan pumps en dan vooral dan aan pumps met punthakken zoals die voor vrouwen in de mode waren toen ik nog peuter was. Toen al vroeg ik me af hoe het mogelijk was om op schoenen met punthakken te lopen. Echt praktisch vond ik het niet. Er moet dus een reden zijn waarom vrouwen zo mal zijn om op zulke onpraktische schoenen te lopen. Als ik dan zeg dat schoenen met hoge hakken sexy zijn dan zou ik toch eerder bij eros dan thatanos zijn uitgekomen. Wat ik me echter afvraag is waarom hoge hakken als sexy worden ervaren? Behalve dan dat hoge hakken groter maken en de houding van het bekken beïnvloedt kom ik op een tweetal zaken uit waarvan de een meer van doen heeft met de voet en de ander meer met de schoen. Laat ik met de voet beginnen.

Toen onze voorouders nog in de bomen slingerende apen waren geleken de voeten veel meer op de handen. Bonobo’s chimpansees en ook gorilla’s kunnen zich zowel met hun handen als met hun voeten aan takken vastgrijpen. De specialisatie van de mens is echter niet om in bomen te slingeren, maar om rechtop te lopen. Daaraan heeft de voet zich aangepast. Daarbij is de fijne motoriek die in eerste instantie bedoeld was om te grijpen, omgezet naar het vermogen om evenwicht te bewaren. Dat die fijne motoriek nog steeds bestaat, blijkt uit het feit dat mensen kunnen leren om vrij precies met hun voeten te schilderen. Dat gebeurt vooral door mensen die daartoe niet hun handen kunnen gebruiken.

Typisch aan de menselijke voet is het lange deel dat voor het standbeen uitsteekt. De lengte van de voet zorgt ervoor dat mensen niet voorovervallen. Vergelijkenderwijs betekent dit dat we hele hand nodig hebben om te kunnen staan. Een paard daarentegen staat op zijn nagel, ofwel het puntje van zijn teen. De hiel en de pols bevindt zich bij een paard halverwege het been, waar je de knie zou verwachten. Op een albumhoes van de Rolling Stones staat een soort hybride van een paardenbeen en een pump afgebeeld. Anatomisch gezien klopt de vertaalslag van paard naar mens niet. Toch levert het een indrukwekkend beeld op. Het geeft het dragen van een pump iets dierlijks. Waar een mens op zijn hiel steunt, doen de meeste dieren dat niet. Juist een punthak suggereert ook dat je niet op de hiel hoeft te steunen. Dat geldt des te meer als die punthak ook nog eens van doorzichtig materiaal is. Dan immers is de suggestie van de afwezigheid van de hak compleet en lijkt het alsof de hiel nergens op steunt.

Onduidelijk is ook waar de hielen van de gevallen engelen van De Bruyckere op steunen. Hoofd en lichaam gaan gebukt onder dekens van zware dierenhuiden. Onder de vleugels zie je stevige kuiten en voeten die op hun tenen staan. Waar komt die opgaande kracht vandaan als er zoveel is dat neerdrukt? De Bruyckere noemt zelf het moment van opstijgen of neerdalen van de engelen. Dat verklaart echter niet de opwaartse kracht, zeker niet als ook de vleugels overdekt zijn met zware huiden. Ik zie daarom engelen die door middel van een onzichtbare hemelhaak net van de aarde getild worden zodat ze net nog met de tenen de grond raken. Op de hielen rust dan inderdaad geen neerwaartse kracht omdat de hemelhaak het lichaam hoog en daarmee staande houdt. Het is vergelijkbaar met hoe geslachte dieren aan een vleeshaak hangen om zo op een relatief hygiënische manier verder verwerkt te kunnen worden.

De term hemelhaak ontleen ik aan filosoof Daniel Dennett die daarmee idealistische filosofieën karakteriseerde. De hemelhaak zorgt daarbij weliswaar voor de omhooggerichte kracht. Hoe de hemelhaak zelf hoog blijft wordt echter niet verklaard. Die is als het ware bevestigd in de hemel. Een idealistische filosofie is zodoende in de ogen van Dennett incompleet. Compleet is slechts een filosofie die ook omhooggerichte krachten van onderop kan verklaren.

In het werk van De Bruyckere spelen paarden en paardenhuiden een belangrijke rol. Die huiden koopt ze in een slachthuis. De taferelen die ze in het slachthuis ziet, spelen ook in de expositie een belangrijke rol. Enkele vleeshaken zijn dan ook op de expositie te traceren. Veel in de expositie ligt of wordt door haken – al dan niet zichtbaar – staande gehouden. Dat betekent in mijn ogen dat de expositie meer thatanos dan eros gerepresenteerd. Dood is daarbij wat zich niet zelf staande kan houden. Een extreem is een zaal met daarin enkel pallets met daarop paardenhuiden gestapeld. In een enkel geval zijn dan ook twee pallet met dierenhuiden op elkaar gestapeld. Dat is dan toch heel veel tegen-de-aarde-gedruktheid om toch nog een beetje hoogte te bereiken: veel thatanos om een minimum aan eros te bewerkstelligen.

Maar wat nu nu hebben hoge hakken met doodsdrift ofwel thatanos uit te staan? Om dat duidelijk te maken, haal ik er toch de lezing van Verhaeghe bij. In zijn vroegere jaren had Freud het niet over eros en thatanos maar over lust en onlust. Volgens die vroege theorie streeft de mens naar lust en probeert onlust te mijden. Maar wat is dan lust? Volgens Freud ontstaat lust bij ontlading van spanning. Denk bijvoorbeeld aan het genoegen dat ervaren wordt als je na een lange wandeling knellende schoen uit kan doen, of dat je dan dorst hebt en eindelijk kan drinken. Het lichaam keert dan terug naar een toestand van spanning-loosheid. Dat lucht op! Dat bewegen naar een rusttoestand is levert genot. Ook seksuele interactie vindt zijn hoogtepunt in ontlading. Onlust daarentegen is oplopende lading of een teveel aan lading. Freud ging echter twijfelen aan deze theorie omdat hij besefte dat ook spanning tot ervaringen van lust kon leiden. Filmbezoekers betalen bijvoorbeeld om vooral een spannende film voorgeschoteld te krijgen. Nu kun je wel zeggen dat die spanningsopbouw nodig is om tot een des te grotere ontlading te komen. Bij spannende spannende films echter genieten bezoekers ook juist van de spannende momenten. Niet alleen als er gepauzeerd wordt, maar ook tijdens een wandeling wordt ook lust ervaren. Bij seksuele interactie beperkt het genot zich ook niet enkel tot het moment van ontlading. De theorie behoeft dus herziening.

Als alternatief voor lust en onlust kwam Freud toen met eros en thatanos op de proppen, waarbij zowel aan eros als aan thatanos zowel lust als onlust is verbonden. Eros staat daarbij als een verbindende, structurerende kracht en thatanos als een scheidende, uit elkaar vallende kracht. Een levend lichaam is in staat allerlei fysische processen te organiseren, terwijl de organisatie wegvalt als het lichaam sterft. Bij seksuele interactie zie je eerst dat de partners hevig tot elkaar aangetrokken worden, om dan na de ontlading uit elkaar te vallen. Zelf ben ik geneigd te denken dat mensen juist in de afwisseling en ook in de combinatie van spanning en ontspanning genot vinden. De boog kan niet altijd gespannen, maar ook niet altijd ontspannen zijn.

Maar wat nu hebben hoge hakken met thatanos te maken? Als een mens zich niet meer staande hoeft te houden door op een hiel te steunen, dan is die hiel ontlast maar daardoor overbodig geworden. De hiel hoeft dan niet meer als hiel te functioneren. Maar dan is het ook niet nodig dat het lichaam waar de hiel deel vanuit maakt nog leeft. De reden waarom de op hun tenen staande engelen van De Bruyckere aanspreken, is omdat niet is uit te maken of dit op leven of dood, eros of thatanos wijst. Dat is ook precies waarom pumps aanspreken. Hoge punthakken suggereren weinig draagkracht van de hiel, dus dood juist daar waar leven te verwachten is.

Maar waarom zou je dood willen suggereren waar leven zit? Het simpele antwoord is om het spel van spanning en ontspanning, leven en dood, eros en thatanos gaande te houden. Lastige antwoord is dat ik denk dat dit is om een soort meegaandheid te suggereren. Ook al vanwege hun onhandigheid suggereren pumps hulpeloosheid en dus ook meegaandheid. Wat niet goed kan lopen, loopt niet weg Wat dood is, is meegaand, maar wat leeft stribbelt tegen, stribbelt ook zichzelf tegen. Wat dood is kan zichzelf niet hanteren, en dient dus gehanteerd te worden. Wat dood is, is enkel nog object: de objectiviteit van de dood. Hoge hakken zeggen: neem me mee als object; neem me als object; en bevrijdt mij van mijn subject zijn. Maar daarmee is het laatste woord over hoge hakken allerminst gezegd.