Opinie

Geert Dales – Marnix van Rij (CDA) zocht en vond een baan

10-01-2022 17:10

Marnix van Rij, CDA
Staatssecretaris van Financiën Marnix van Rij, CDA. Screenshot Facebook.

Rutte-IV is een beschamend teken van moreel verval in de hoogste regionen, schreef ik eind december vorig jaar. Bij zulke grote woorden hoort bewijsmateriaal. Dat wordt in algemene zin geleverd door het gegeven dat de voorlieden van Rutte-III, het kabinet dat verantwoordelijk is voor een van de grootste naoorlogse politieke schandalen, de toeslagenaffaire, dezelfde zijn als die van Rutte-IV. Alsof er niets gebeurd is gaan de premier en alle drie vice-premiers uit Rutte-III vrolijk verder in Rutte-IV. Bij geen van hen is een besef gaan leven dat zoiets echt niet kan.

Doneer aan TPO

Een middelvinger van obeliskformaat richting de slachtoffers. Een jaar geleden hadden die nog iets van opluchting toen het kabinet aftrad. Nu rest niets anders dan totale verbijstering dat het voltallige leidinggevende kwartet weer op het koninklijk bordes stond.

Kabinet in elkaar geflanst

Het morele verval zien we ook in andere facetten van Rutte-IV. Na tien maanden formeren, eindigend in een coalitieakkoord waarin amper een woord gewijd wordt aan het prangende vraagstuk van ‘nieuwe bestuurscultuur’ en geen enkele visie te vinden is op de maatschappelijke veranderingen die de coronapandemie afdwingt, werd in minder dan twee weken een nieuw landsbestuur in elkaar geflanst. De eerste de beste kegel- of amateurvoetbalclub doet het zorgvuldiger. Daarom hebben we nu een roekeloos omnicopulerende minister voor rechtsbescherming, die nog in oktober glashard beweerde zijn net verlengde Almeerse burgemeesterschap wegens ‘grote uitdagingen’ als de Floriade niet te zullen inruilen voor een kabinetspost en dat twee maanden later toch deed Deze onbetrouwbare flierefluiter is nu leidend op het Ministerie van Justitie en Veiligheid.

Regeringspluche

Gaan we door naar de volgende. Marnix van Rij, tot voor kort (interim-) partijvoorzitter van het CDA. In april 2021 verliet hij plotsklaps zijn functie als regeringscommissaris op Sint-Eustatius. Amper een jaar had hij er gezeten. Toen CDA-voorzitter Rutger Ploum na het deblacle bij de CDA-lijsttrekkersverkiezing en daaropvolgende verkiezingsnederlaag op 17 maart 2021 het veld ruimde werd Van Rij gebeld. Die rook zijn kans en bedacht zich geen seconde. In een interview met het dagblad Trouw huichelde van Rij in mei 2021 grote woorden. Hij zou de rust terugbrengen in de partij. Kijken naar 2030. Omtzigt in de partij houden (“Hebt u er maar vertrouwen in dat dit goed gaat. Ik ken Pieter al heel lang. Ik heb hem in 2000 mogen ontdekken”. ‘Van Rij knipooogt’, voegde Trouw er nog veelbetekenend aan toe). Jongeren zouden weer bij het CDA betrokken worden, het ‘eigen verhaal’ herijkt, discussies gevoerd met alle leden. De gemeenteraadsverkiezingen van 2022 moesten ook nog in goede banen geleid. Van Rij zou het CDA weer helemaal op de rails zetten. Een half jaar later is hij al weer weg. Niets heeft hij waargemaakt van zijn grote verhalen. Het was louter opportunisme, geldingsdrang en status dat de man dreef.

Marnix van Rij zoekt een baanschreef ik halverwege september 2021 in een terugblik op zijn mislukte poging in 2002 om toenmalig CDA-leider Jaap de Hoop Scheffer van de troon te stoten en zelf op het pluche plaats te nemen. “De tijd gaat dringen. Wat hem twintig jaar geleden door de vingers glipte ontsnapt hem niet nog een keer. Dit is het moment om te scoren. Hij moet en zal op het regeringspluche.

En ja hoor, het is hem gelukt. Hij zit op dat pluche. Als ‘staatssecretaris fiscaliteit’. In die rol wordt hij onder meer verantwoordelijk voor het aanpakken van Nederlands bedenkelijke reputatie als belastingparadijs. Geen deskundige die eraan twijfelt dat Nederland zo’n fiscaal paradijs is. Het wemelt van nationale en internationale onderzoeken en rapporten die Nederland ontmaskeren als een centrum van belastingontwijking, belastingontduiking en witwaspraktijken. Meer dan tienduizend, volgens sommige onderzoeken zelfs meer dan vijftienduizend brievenbusmaatschappijen staan geregistreerd in Nederland, grotendeels op adressen aan de Amsterdamse Zuidas, waar ook een kantoor staat van EY, het accountants- en adviesbedrijf waar Van Rij meer dan twee decennia als ‘partner’ aan verbonden was.

‘Nederland is geen belastingparadijs’

Duizenden miljarden euro’s stromen door ons land om uiteindelijk tegen lage of nul belastingheffing te belanden in buitenlandse zakken. Nederland heeft er niets aan. Wij zijn een ‘top toevluchtsoord voor papieren vennootschappen die slechts tot doel hebben belastingen te ontlopen’, op één lijn te stellen met Malta en Cyprus’ zei James S. Henry, voormalig chief economist van McKinsey, oud-topman van Oxfam en grondlegger van het Tax Justice Network in een gesprek met mij in november 2021, toen ik zijn oordeel vroeg over de beleggingen van minister Wopke Hoekstra op de Britse Maagdeneilanden en Guernsey. Henry wees onder meer op de immense bedragen die maffiose Amerikanen en corrupte Oosteuropese oligarchen via in Nederland gevestigde vennootschappen aanwenden voor financiering van hotel- en casinoactiviteiten van de voormalige Amerikaanse president Donald Trump, waarvoor diens bedrijf bij reguliere banken geen leningen meer kan krijgen. Geen Nederlandse haan die ernaar kraait.

Nederland is geen belastingparadijs. Dat wil ik hier nadrukkelijk gezegd hebben” sprak de nieuwe staatssecretaris Van Rij op 4 januari 2022, na zijn kennismakingsbezoek aan formateur Rutte. Geen journalist die hem vroeg waarom dan in de verkiezingsprogramma’s van het CDA van 2017 en 2021 voorstellen zijn opgenomen om de status van Nederland als belastingparadijs te elimineren. Kent hij zijn eigen verkiezingsprogramma’s niet, waarin het aanpakken van brievenbusmaatschappijen, het misbruik van belastingverdragen, het oprollen van de trustsector en het belasten van winst op economische bedrijvigheid in het land van vestiging speerpunten zijn? In het verkiezingsprogramma van 2021 wordt het woord ‘belastingparadijs’ in relatie tot Nederland zelfs expliciet gebezigd. En Marnix maar roepen dat het niet zo is. “Dat wil ik hier nadrukkelijk gezegd hebben”. Alsof Aukje de Vries, de kersverse staatssecretaris voor Toeslagen en Douane, zou zeggen: “Getroffen ouders? Die zijn er niet in Nederland. Dat wil ik hier nadrukkelijk gezegd hebben”.

Steentje bijdragen of steentjes achterover drukken?

Was ik journalist, dan zou ik Marnix van Rij ook de vraag hebben voorgelegd hoe de passage uit het CDA-verkiezingsprogramma 2021-2025  ‘In een eerlijke economie draagt iedereen zijn steentje bij via de belastingen. Dat vraagt ook dat we stevig optreden tegen  bedrijven en multinationals die met slimme constructies belasting ontwijken of ontduiken’ zich verhoudt tot de slimme constructies die accountants-en adviesbureau EY -waar Van Rij tot 2019 in hoge posities aan verbonden was- hanteert om de beloning voor partners zo fiscaal gunstig mogelijk uit te keren.

Dat gebeurt via het ‘partnermodel’. Daarbij wordt de ‘partner’, zoals Marnix van Rij, niet gezien als een gewone werknemer met een salaris waarop de werkgever de gebruikelijke loonbelasting en premies inhoudt en afdraagt aan de belastingdienst (zeg maar: ‘steentje bijdragen’), maar als een risicodragende mede-ondernemer die een winstaandeel krijgt. Dat winstaandeel wordt gestort in een BV. De fiscus eist dat daarvan een deel wordt beschouwd als salaris en als zodanig wordt belast. De rest, die kan oplopen tot wel zeventig of tachtig procent van het totaal, blijft in de BV en wordt tegen een veel lager tarief of zelfs in het geheel niet belast.

De gedachte is dat het andere, veel grotere deel wordt ingezet als risicodragend ondernemingskapitaal, wat in de praktijk natuurlijk helemaal niet gebeurt. Hoogstens valt de winstuitkering in een jaar met minder rendabele activiteiten lager uit, zoals de partners van landsadvocaat Pels Rijcken zal overkomen als de firma moet opdraaien voor de miljoenenschade die wijlen bestuursvoorzitter notaris Frank Oranje heeft veroorzaakt met zijn frauduleuze praktijken. Ik wed dat een EY-partner als Van Rij nimmer de beurs getrokken heeft om eigen kapitaal in te leggen omdat EY ergens zakelijk de mist in gegaan is. Partner Van Rij was gewoon een loonslaaf van EY die via zijn BV de belastingdruk op zijn riante inkomen omlaag bracht en dusdoende geen ‘steentje bijdroeg’ maar steentjes achterover drukte.

Waaier aan BV’s

Het Financieele Dagblad van 15 november 2021 berekende dat de fiscus, wij allemaal dus, zo’n 25% belastinginkomsten misloopt per gemiddeld verdienende partner van kantoren als EY, Deloitte, PWC of de grote advocatenmaatschappen. Dat komt per partner neer op ca. 150.000 euro per jaar. EY Nederland heeft ongeveer 250 partners. Dat betekent alleen al voor EY een belastinginkomstenderving voor de Nederlandse staat van zo’n 37,5 miljoen euro. Per jaar, wel te verstaan.

Marnix’ aandeel daarin werd weggesluisd via een kleine waaier aan BV’s: mr. M.L.A. van Rij Belastingadviseur BV, thans Good Governance BV (in liquidatie), mr. M.L.A. van Rij Beheer BV, thans Marcour BV en Stichting Administratiekantoor Marcour, kennelijk het vehikel waarmee Van Rij’s zakelijke belangen ’op afstand zijn geplaatst’ zoals van bewindslieden vereist wordt. In de BV’s zijn Van Rij en zijn echtgenote, de Amerikaanse Courtney Smith, zeer recent als bestuurders vervangen door derden. Of dat werkelijk onafhankelijke bestuurders zijn valt ernstig te betwijfelen, aangezien betrokkenen, Wolter Pot en Jaap Maan, beiden werkzaam zijn of waren voor EY en tot de kennissenkring van Van Rij gerekend kunnen worden. Good Governance BV heeft als vestigingsadres dezelfde Zeeuws-landelijke villa waar ‘Wolter Pot belastingadviseur’ is gevestigd. EY-partner Pot omschrijft zijn eigen expertise als ‘belastingadviseur met specialisatie fiscale advisering aan middelgrote familiebedrijven en zeer vermogende particulieren. Marcour BV staat ingeschreven op het Amsterdamse huisadres van een van Van Rij’s dochters, actief als fotografe. De Stichting Administratiekantoor Marcour is gevestigd op het Voorschotense huisadres van Jaap Maan, tot 2009 partner bij EY.

Het hebben van een of meerdere BV’s is geen bewijs van foute zaken. Wel is het een ervaringsfeit dat mensen met bv’tjes zich nooit ten doel stellen méér belasting af te dragen dan de wet vereist. Was ik formateur geweest, had ik me wel drie keer bedacht voordat ik de houder van zo’n reeks vennootschappen, tevens belangrijk oud-functionaris in een prominent bedrijf dat fiscale adviesdiensten verleent aan het soort bedrijven waar Nederland graag van af wil, de leiding zou toevertrouwen van de strijd tegen belastingontwijking, belastingontduiking en misbruik van ons belastingstelsel.

Bedenkelijke belastingmoraal

Wopke Hoekstra’s aandelen op de Britse Maagdeneilanden en Guernsey verdroegen het daglicht slecht. Zulk vennootschapsrechtelijk gegoochel wil je niet van bewindspersonen, ook al is het wettelijk toegestaan. Vooral op Financiën horen bewindslieden die ver weg blijven van dat soort strapatsen. Hoekstra is nu naar elders vertrokken, maar met Van Rij heeft Financiën een waardige opvolger qua bedenkelijke belastingmoraal, al was het maar omdat diens juridische entiteiten een veel serieuzer karakter hebben dan de beleggingen van Hoekstra. Hij was immers zelf de oprichter en eigenaar van de vennootschappen, terwijl Hoekstra louter aandelen in die van derden had.

Van Rij’s woorden van 4 januari 2022 (“Nederland is geen belastingparadijs”), zijn overduidelijk opportunistische natuur, de hypocriete praatjes en zijn fiscale trucendoos vormen bij elkaar een nieuwe parel aan de ketting van het morele verval van Rutte-IV. Het is een raadsel hoe zo’n man geloofwaardig kan werken aan het elimineren van Nederlands bezoedelde imago als vrijhaven voor belastingontwijkende zakkenvullers.

 

Lees ook van Geert Dales:

Geen Weerwind maar windvaan
Rutte IV is beschamend teken moreel verval in hoogste regionen
Wie koninklijke hielen likt creëert koninklijke proleten

Doneer aan Geert Dales!