Juliaan van Acker – Het failliet van westerse buitenlandse interventies

23-02-2022 13:00

Buk Boek Rusland Raket
Elena Koromyslova/Shutterstock.

Klassieke werken uit lang vervlogen tijden bieden soms een verfrissend inzicht in actuele gebeurtenissen. In De l’esprit des lois uit 1748 van Montesquieu lezen we bijvoorbeeld dat een land dat een ander land verovert er beter aan doet de zeden en gewoonten van het volk te respecteren, want het volk hecht groter belang aan hun zeden en gewoonten dan aan hun wetten. Montesquieu verwijst naar de Fransen die negen keer werden weggejaagd uit Italië omdat ze de Italiaanse vrouwen niet met rust lieten. #MeToo avant la lettre.

Doneer aan TPO

De presidenten van de Verenigde Staten hadden deze les van Montesquieu beter ter harte genomen bij hun interventies in andere landen. De afgelopen honderd jaar heeft de VS dertig keer een staatshoofd van een ander land afgezet en de gevolgen waren meestal catastrofaal. In zijn boek Catastrophic success: Why foreign-imposed regime change goes wrong legt de Amerikaanse politicoloog Alexander Downes uit waarom de buitenlandse interventies van de VS zo vaak leidden tot precies het tegenovergestelde van wat werd gehoopt.

Het gaat bij de besproken dertig gevallen niet om kolonisatie en ook niet om bezetting door een vreemde mogendheid. Het doel van de interventie is ‘regime change‘ en meestal ook vervanging van het staatshoofd. Dit kan fout gaan als (1) dat land door de invasie sterk wordt verzwakt en de nieuwe leider niet in staat is dit te herstellen; (2) het nieuwe staatshoofd toch niet lijkt te doen wat de VS voor ogen hadden of (3) als na enige tijd een breuk ontstaat tussen de nieuwe leiding en de VS omwille van binnenlandse politieke belangen.

Drie types van regime change

Het leger van het land waar de interventie plaatsvindt, kan uiteenvallen en zich verspreiden over het land, vaak in afgelegen gebieden. Van daaruit kan een guerrillaoorlog worden gevoerd. Bij dit soort interventies moet er ook rekening mee gehouden worden dat het interveniërende land niet de enige actor is. Ook het volk speelt een rol, zoals Montesquieu al zei. De leider kan tussen twee tegengestelde actoren komen te staan. Hij kan vervreemd raken van het volk of hij komt in botsing met de interveniërende macht. De kans bestaat dat een burgeroorlog ontstaat. De VS had ook de les kunnen trekken uit het gebeuren in Mexico in 1862. Toen de president van dat land de schulden niet meer wilde afbetalen wilde Frankrijk een marionnettenregering vestigen en stelde de Oostenrijker Maximiliaan van Habsburg aan tot keizer. Er ontstond een burgeroorlog tussen conservatieven en liberalen en de keizer werd vijf jaar later gefusilleerd. De president die toen aan de macht kwam ontpopte zich als een dictator. De Fransen waren toen al vertrokken.

Drie types van ‘regime change‘ zijn mogelijk: (1) er wordt een nieuwe leider geïnstalleerd zonder dat nieuwe instituties worden gecreëerd; (2) naast de nieuwe leider worden ook nieuwe staatsinstellingen opgebouwd (nation building) of (3) een vorig staatshoofd krijgt opnieuw de macht. Meestal wordt voor de eerste optie gekozen omdat dit het goedkoopst is, met als gevolg dat de nieuwe leider ondersteunende instituties mist, wat vaak een slecht resultaat heeft.

De algemene conclusie van Downes is dat de buitenlandse interventies van de VS meestal hebben geleid tot burgeroorlogen en tot conflicten tussen de landen en de VS. De gebeurtenissen in Irak en Afghanistan maken dit al te duidelijk. Downes geeft daarom de voorkeur aan diplomatieke oplossingen en interventies voor te behouden voor uitzonderlijke omstandigheden en als de voorwaarden voor een succesvolle afloop min of meer aanwezig zijn.

Zeden en gewoonten van andere volkeren respecteren

Persoonlijk denk ik dat hier lessen uit getrokken kunnen worden voor het buitenlands beleid in het algemeen, gebaseerd op Montesquieu’s gedachte dat we eerst en vooral de zeden en gewoonten van andere volkeren moeten respecteren. Hier wil ik nog aan toevoegen dat het beter is de aandacht te richten op het beste wat elk land te bieden heeft. Hierbij baseer ik mij zoals in vroegere bijdragen op mijn psychotherapeutische praktijk: bij mensen die door hun omgeving scherp worden veroordeeld, wordt zelden of nooit een goed resultaat bereikt door straffen en uitsluiting. Zoek je echter precies bij deze mensen wat hun kwaliteiten zijn en wat zij te bieden hebben, kan er een kentering ontstaan, zodat zij op hun beurt worden gestimuleerd zich positief tegenover anderen op te stellen. Dit therapeutisch principe wil ik tot slot toepassen op drie actuele voorbeelden.

Polen krijgt, al of niet terecht, het verwijt een discriminerend beleid te voeren tegenover LHBT’ers. Nog niet zolang geleden was bij ons homoseksualiteit een misdrijf. Dank zij een geweldloze en geduldige campagne van het COC is de mentaliteit drastisch veranderd en hebben LHBT’ers nu gelijke rechten. In de grote multiculturele steden zijn ze helaas minder veilig dan in de tijd toen homoseksualiteit nog een misdrijf was, maar dit even terzijde. Polen moet nu ook de tijd hebben en het is aan de LHBT’ers in dat land de taak om via geweldloze en geduldige actie stilaan de mentaliteit te veranderen. Wij hoeven ons daarmee niet te bemoeien, want dat zou die verandering eerder vertragen.

Een tweede voorbeeld is China. In dat land zijn de afgelopen twee decennia tweehonderd miljoen mensen uit de extreme armoede gehaald. Er is een schitterende infrastructuur gebouwd. China presteert op cultureel, sportief, wetenschappelijk, technologisch en economisch gebied op topniveau. Wij moeten stoppen met steeds weer opnieuw kritiek te hebben over de schendingen van de mensenrechten. Dat is een zaak die de Chinezen zelf moeten aanpakken, voor zoverre het al of niet strookt met hun zeden en gebruiken.

Zakelijke contracten en verdragen

Ten derde is de situatie rondom Oekraïne een voorbeeld van hoe het Westen onbedoeld de kiem heeft gelegd voor een internationaal conflict. De Oekraïners en de Russen zijn altijd broedervolkeren geweest, maar doordat westerse landen zich gingen bemoeien met het binnenlands beleid van Oekraïne, werd een wig gedreven tussen de Russisch gezinden en diegenen die aansluiting zochten bij de Europese Unie. Op het Krim-schiereiland en in het Donetsbekken grepen de Russisch gezinden de macht, waarna (en dus niet ervoor) Rusland de Krim annexeerde en nu dus ook een deel van het Donetsbekken. Rusland doet gewoon wat een meerderheid van de bevolking in die regio wil, terwijl de westerse mogendheden vanuit hun ideologie de strijd verder aanwakkeren, wat zoals hierboven aangetoond altijd tot een catastrofe leidt.

Besluitend kan worden gesteld dat westerse landen zich beter niet bemoeien met mensenrechten in andere landen. Het gaat erom dat zakelijke contracten en verdragen worden gesloten voor economische, wetenschappelijke en culturele samenwerking waarbij elk land het beste wat het te bieden heeft kan inzetten. Als we in de westerse landen zelf het voorbeeld geven van hoe wij op een menselijke manier met elkaar omgaan, zullen we andere landen wellicht beter inspireren dan met een repressieve en kritische politiek.

 

Lees ook van Juliaan van Acker:

Het ontbreekt aan een hogere morele instantie

Poetin: het Verdrag van Versailles in 1919 tot de hedendaagse situatie in Oekraïne

Materialisme als einddoel, de door de mens veroorzaakte apocalyps